Officier vindt nieuwe feitenJustitie houdt zaak seksclub Esther aanAMSTERDAM De rechtbank in Amsterdam heeft gisteren de zaak tegen de twee verdachten van de schietpartij bij seksclub Esther in Haarlem aangehouden tot 17 januari. Dit gebeurde op verzoek van officier van justitie M. Oudendijk.
Zij zegt over nieuwe informatie te beschikken van de Criminele Inlichtingendienst (CID) in Kennemerland dat de schietpartij in februari, waarbij vier doden vielen, geen uit de hand gelopen ruzie was maar een criminele afrekening. Op basis van deze informatie is de Haarlemse justitie een nieuw opsporingsonderzoek begonnen. Voor de strafmaat kan het nieuwe onderzoek nogal wat uitmaken. Een ruzie zou duiden op doodslag (maximaal vijftien jaar cel), een liquidatie in opdracht op moord met voorbedachten rade (maximaal levenslang). Zwaarbeveiligd Circa dertig Hell's Angels waren gistermorgen naar de zwaarbeveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp gekomen om de rechtszaak bij te wonen. Ook de nabestaanden van de vier slachtoffers waren in groten getale op het proces afgekomen. Officier Oudendijk vroeg hen begrip te hebben voor de vertraging die de berechting van de twee verdachten oploopt. De officier wilde nagenoeg niets kwijt over de inhoud van de informatie. De bron is volgens de aanklaagster betrouwbaar. Volgens persofficier Th. Bot zijn er vanaf het begin van het onderzoek aanwijzingen geweest die wezen op moord in opdracht, maar het veertigkoppige rechercheteam kwam daar niet verder mee. Slachtoffers in de zaak zijn de Haarlemse Hell's Angel Facco Nieuwenhuis (39), aspirant-Angel Rob Takken (39), Cobus van de Vorstenbosch (39) en Hans van Keulen (37). Zij bezochten Club Esther op zaterdagavond 19 februari. De 36-jarige verdachte J. L. werkte daar als portier. Verdachte M. van de P. heeft verklaard dat hij toevallig in de club aanwezig was. Op zoek De twee verdachten zijn in maart gearresteerd. Daarvoor werd al duidelijk dat bekenden van de slachtoffers naarstig naar het duo op zoek waren. In Amsterdam en Haarlem werden posters verspreid met de foto van Van de P. en was een beloning van een ton uitgeloofd voor tips over zijn verblijfplaats. Volgens deskundigen is L. sterk verminderd toerekeningsvatbaar en Van de P. volledig toerekeningsvatbaar. De officier had gevraagd om uitstel tot eind januari, omdat ze dan pas de eerste resultaten van het nieuwe opsporingsonderzoek verwacht. Maar de rechtbank wilde niet zo lang wachten. Op 3 januari moet ze uitsluitsel geven over de CID-informatie en aangeven of ze die zal inbrengen in de huidige zaak. De zaak wordt 17 januari niet inhoudelijk behandeld. |