Binnenland | 5 oktober 2000 |
Gehandicapten tegen late abortusRIJSWIJK De Gehandicaptenraad maakt zich grote zorgen over de verruiming van de abortusmogelijkheden die het kabinet voorstaat. De zorg betreft vooral de mogelijkheid dat artsen een zwangerschap afbreken als het kind maar een kleine levenskans heeft en dat áls het korte tijd blijft leven, ernstig lijdt omdat het niet te behandelen ernstige aandoeningen heeft. Voorzitter J. Troost van de Gehandicaptenraad spreekt van een zorgwekkende ontwikkeling. Hij is bang dat de samenleving anders tegen gehandicapten gaat aankijken als een ernstige aandoening reden voor abortus wordt. De samenleving zegt dan misschien wel dat gehandicapten niet meer geboren hoeven te worden. Het kabinet komt met richtlijnen voor situaties waarin ook na 24 weken aborteren nog mag. Het onderscheidt twee categorieën: ongeborenen die buiten het moederlichaam niet levensvatbaar zijn en foetussen met zulke ernstige aandoeningen dat zij maar een kleine levenskans hebben. Volgens minister Borst van Volksgezondheid moet in het laatste geval vaststaan dat medisch ingrijpen geen verbetering in hun situatie brengt. In het eerste geval is abortus nu niet strafbaar en dat wordt het in de toekomst ook niet. In het tweede geval blijft het afbreken van de zwangerschap strafbaar en moet de ingreep worden gemeld bij justitie, die na toetsing over strafvervolging beslist. Troost ziet ook strijdigheid met de Grondwet, die bepaalt dat iedereen gelijk is. Kom je met dergelijke richtlijnen, dan moet je eerst de Grondwet veranderen, vindt Troost. Hij is ook bang dat zorgverzekeraars misschien de medische kosten na de geboorte niet willen dragen. |