Binnenland7 september 2000

Van der Staaij wil bescherming gewetensbezwaarden liever in wet

„Ambtenaar niet vrij van problemen”

Door B. J. Spruyt en G. Wolvers
DEN HAAG/NUNSPEET – SGP-Tweede-Kamerlid Van der Staaij waardeert het positief dat staatssecretaris Cohen „ruiterlijk” is teruggekomen op zijn harde uitspraken over ambtenaren van de burgerlijke stand die gewetensbezwaren hebben tegen de bevestiging van huwelijken tussen homo's. „Maar laten we goed nakijken of het in de praktijk ook echt goed wordt geregeld.”

Van der Staaij noemt de ommezwaai van Cohen „verrassend”, omdat het „in Den Haag niet zo gebruikelijk is dat bewindslieden duidelijk afstand nemen van eerdere uitspraken.” Cohen had gezegd dat ambtenaren van de burgerlijke stand gewoon hun wettelijke taken moeten uitvoeren. Gisteren gaf hij toe dat die uitspraak „te hard” is geweest en dat gemeenten „praktische oplossingen” moeten zoeken om gewetensbezwaarde ambtenaren vrij te stellen.

Hoe die vrijstelling precies vorm gaat krijgen, wordt pas duidelijk wanneer Cohen een gesprek heeft gehad met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG heeft onlangs eenzelfde hard standpunt ingenomen als Cohen eerder.

Van der Staaij vindt dat ambtenaren erop bedacht moeten zijn dat zich in de praktijk nog altijd problemen kunnen voordoen. „Dat was ook het geval bij het geregistreerd partnerschap.”

Liever had hij dan ook gezien dat Cohen had besloten in de Gemeentewet een bepaling over de onderlinge werkverdeling van ambtenaren op te nemen. „Dan houden gewetensbezwaarde ambtenaren zich immers aan hun wettelijke taakstelling.” Cohen wil dat voorlopig niet, maar zei dat zo'n formele regeling alsnog aan de orde kan komen wanneer ook de VNG dat als de beste oplossing ziet.

Repercussies
Ook J. van den Hoorn, hoofd burgerzaken in de gemeente Nunspeet, ziet de toezegging van Cohen liever verwerkt in de Gemeentewet. „De vraag is toch hoe het in de praktijk uitwerkt. Ik krijg nu ook signalen dat gewetensbezwaarde ambtenaren van burgerlijke stand in sommige gemeenten nadelige gevolgen ondervinden omdat ze niet willen meewerken aan het registreren van het partnerschap van homoparen. Er zijn namelijk ook gemeenten die gewoon zeggen: Je doet het maar.”

Zo was er onlangs een discussie in een vakblad voor gemeenteambtenaren tussen een gemeenteambtenaar uit Rotterdam en een uit Amsterdam over de positie van gewetensbezwaarden. „Die van Rotterdam vertelde dat ze daar begrip voor tonen en het in de onderlinge werkverdeling regelen. De vertegenwoordiger van Amsterdam had de houding van: Het hoort bij je werk.”

Op zich vindt Van den Hoorn het „mooi” dat Cohen in het openbaar tegemoetkomt aan de bezwaren van sommige ambtenaren. Als het echter alleen bij die uitspraak blijft, terwijl de rechtspositie van gewetensbezwaarde ambtenaren niet wordt versterkt, is de toezegging slechts „oude wijn in nieuwe zakken.”

In de memorie van toelichting komt dan wel te staan dat de staatssecretaris een toezegging heeft gedaan. „Maar het mooiste is als dat gewoon in de wet staat.”

Afwijzing
In sommige gemeenten wordt het ambtenaren die weigeren homoparen te registreren –wat vanaf 1 januari 1998 is toegestaan– niet in dank afgenomen, zo komt Van den Hoorn ter ore.

Ook sluit hij niet uit dat sommige sollicitanten voor de burgerlijke stand worden geweigerd omdat ze niet bereid zijn homoparen in het partnerschap of de echt te verbinden. „Daar krijg ik signalen over van afgewezen kandidaten. Gemeenten zullen dat echter nooit in een gesprek aanvoeren als reden van afwijzing, want dat is discriminatie.”

Een afwijzing bij sollicitaties komt incidenteel voor, denkt de Nunspeetse ambtenaar, maar dat komt doordat weinig mensen uit de gereformeerde gezindte bij grotere gemeenten solliciteren. „Soms wordt duidelijk gevraagd of de sollicitant zich wel thuis zou voelen in het team.”

Afweging
De vraag of het voor gemeenteambtenaren met principiële bezwaren steeds moeilijker wordt om het werk uit te voeren, ligt volgens Van den Hoorn persoonlijk. „Ik doe dit werk nu ongeveer twintig jaar. Er zijn best wel zaken waar ik het moeilijk mee heb, rond huwelijk, samenwonen en echtscheiding. Je moet oppassen dat je niet elke keer een stapje verder gaat.” In Nunspeet zijn inmiddels zo'n vier homoparen geregistreerd.

Toch moet een werknemer verder. „Ik vind zelf dat je zo lang mogelijk op je post moet blijven. Daarbij moet je een persoonlijke afweging maken in hoeverre je betrokken wilt blijven. En moet je enerzijds waken voor gewenning, anderzijds kunnen mensen ook zeggen: Hier werk ik niet meer aan mee. Ik zoek een andere betrekking.”

Van den Hoorn wijst op de positie van de gemeentebode, die ook betrokken is bij het voltrekken van partnerschappen en zal worden betrokken bij de huwelijksvoltrekking van homoparen. „Zij hebben geen directe inhoudelijke betrokkenheid, maar moeten zorgen voor de zaal, binnengeleiding en dergelijke. Er kan natuurlijk een moment komen dat er één zegt: Dit stuit me tegen de borst. Ik wil niet meer aanwezig zijn.”