Binnenland 5 september 2000

Dossier homohuwelijk

Lobbywerk kamerleden bracht homohuwelijk in regeerakkoord

Na Kamer wachten Senaat en Koningin

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – Als de voortekenen niet bedriegen, gaat de Tweede Kamer deze week akkoord met een voorstel van het kabinet om het huwelijk ook voor homo's open te stellen. „Tenzij er een wonder gebeurt”, aldus SGP-kamerlid Van der Staaij. Daarna moet de voltallige VVD-fractie in de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog willen steunen en moet de Koningin er haar handtekening nog onder willen zetten.

Dittrich (D66)
Waarom is D66 vorig jaar na de nacht van Wiegel akkoord gegaan met een doorstart van het kabinet-Kok II? Omdat het kabinet besloot alsnog een referendumvoorstel in te dienen? Nee, D66 bleef zitten omdat de fractie enkele levensbeschouwelijke zaken geregeld wilde zien. Een daarvan is het homohuwelijk, waarover het debat vanmiddag in de Tweede Kamer is begonnen.

D66 heeft ooit eens overwogen om een verkiezingscampagne in te gaan onder de leus ”D66 staat voor niets”. Dat heeft de partij uiteindelijk toch niet aangedurfd, maar dat de democraten op dit idee kwamen, is veelzeggend. D66 is de partij die er prat op gaat geen enkele binding met wat voor ideologie dan ook te kennen. In die zin staat de partij dus inderdaad „voor niets.” Zij is relativistisch en libertijns. Maar zij blijkt toch gedreven door een fanatieke geloofsijver die erop gericht is het gehele land in dat libertinisme mee te sleuren. Alle instituten die aan een verleden herinneren waarin Nederland zich liet leiden door christelijke en traditionele normen, moeten overboord.

Dan gaat het niet alleen om zaken als abortus en euthanasie, maar ook om het huwelijk. D66-Tweede-Kamerlid Dittrich heeft inmiddels zelf onthuld dat zijn partij in paars is gebleven om deze zaken te kunnen regelen. Bij een volgende coalitie weet je immers maar nooit.

Drietal
Van der Stoel (VVD)
De discussie over samenlevingsvormen voor homoparen wordt in Den Haag al enkele jaren gevoerd. De vorige staatssecretaris van Justitie, de sociaal-democrate Schmitz (de voormalige partner van wijlen minister Dales van Binnenlandse Zaken), verdedigde uiteindelijk een wetsvoorstel dat homoparen de gelegenheid bood hun ”partnerschap” officieel te laten registreren. Want het eerste paarse kabinet voelde nog niets voor het homohuwelijk.

Die oplossing van Schmitz ging een groepje kamerleden echter niet ver genoeg. Zij dienden in 1998 –kort voor de kamerverkiezingen– tot tweemaal toe een motie in waarin de regering werd opgeroepen nu ook de volgende stap te zetten en het huwelijk voor homo's open te stellen.

Beide moties werden door een ruime kamermeerderheid gesteund. Indieners waren drie kamerleden uit de coalitiefracties: Dittrich (D66), Van der Burg (PvdA) en Van der Stoel (VVD). Zowel Dittrich als Van der Stoel is overigens homo. Van dit drietal is alleen Dittrich nog kamerlid.

Alledrie hadden binnen hun fracties intensief gelobbyd voor hun idee, daarbij krachtig gesteund door organisaties als het COC. Bij de D66-fractie en -bewindslieden stuitte het voorstel op weinig bezwaren. De PvdA was ook snel om, maar binnen de VVD was het verzet steviger. Toen de moties in stemming werden gebracht, stemden er uiteindelijk drie VVD'ers tegen: fractievoorzitter Bolkestein, vice-fractievoorzitter Korthals en Hoogervorst.

Opmerkelijk genoeg maken Korthals en Hoogervorst nu deel uit van het kabinet. Korthals is zelfs minister van Justitie. Van staatssecretaris M. de Vries van Verkeer (VVD) is overigens ook bekend dat zij tegen het homohuwelijk is.

„Principiële kwestie”
Van der Burg (PvdA)
Bolkestein ging tijdens de formatie van het tweede paarse kabinet vlot akkoord met de wens van de onderhandelaars van PvdA en D66 om het homohuwelijk in het regeerakkoord op te nemen. Staatssecretaris Cohen van Justitie (PvdA) heeft na het aantreden van het kabinet al snel een wetsvoorstel ingediend om het huwelijk voor homo's open te stellen. Na een rondetafelgesprek over dit onderwerp en een eerste schriftelijke ronde –waarbij Cohen verklaarde dat dit wetsvoorstel voor het kabinet een „principiële kwestie” is– staat deze week de behandeling van het wetsvoorstel op de plenaire agenda van de Tweede Kamer.

De coalitiefracties zijn natuurlijk voor, evenals de andere progressieve fracties in de Tweede Kamer (GroenLinks en de SP). De christelijke fracties staan alleen in hun verzet tegen een plan dat de grondstructuren van onze rechtsorde raakt, het huwelijk als christelijke instelling verduistert, een breuk met de traditie van eeuwen betekent en alle juridische bezwaren –zowel nationaal- als internationaal-juridisch– aan zijn laars lapt.

Vanwege het diep ingrijpende belang van het wetsvoorstel zal de SGP-fractie om een hoofdelijke stemming vragen. Dan zal blijken dat er binnen de CDA-fractie zeker vier leden zijn die het voorstel wel zullen steunen. Dat kan omdat de fractie het onderwerp tot een vrije kwestie heeft verklaard. De kamerleden Wijn en Verburg (beiden homo) zullen voor stemmen, evenals Visser en Dankers.

Stappen
Dan zijn er nog twee stappen te zetten voordat de wet in de Staatscourant wordt afgedrukt: de Senaat en de Koningin. In de Eerste Kamer zou de behandeling van dit onderwerp best nog eens spannend kunnen worden. Paars heeft daar immers maar een krappe meerderheid van één zetel. En van enkele VVD-senatoren is bekend dat zij niets voor dit voorstel voelen. Nadat het wetsvoorstel vorig jaar zomer bekend was geworden, heeft de senaatsfractie van de VVD er in haar eerste vergadering na het zomerreces al uitvoerig over gesproken. Hartstochtelijke voorstanders stonden toen tegenover even hartstochtelijke tegenstanders. Van die tegenstanders hoeven er maar twee standvastig te blijven, en ook dit wetsvoorstel sneuvelt in de Senaat. Het argument voor het onthouden van steun aan het wetsvoorstel zou zijn dat het kabinet in internationaal verband niets heeft voorbereid en dat er om die reden geen sprake is van zorgvuldige wetgeving.

Van de Koningin is officieus bekend dat zij niets in het homohuwelijk ziet en al helemaal niets in het recht op adoptie dat het kabinet en een kamermeerderheid van de week ook aan homoparen willen toekennen. De ”Boudewijn-variant” –waarbij de vorst(in) tijdelijk aftreedt om de uiteindelijke wet niet te hoeven ondertekenen– ligt misschien niet in de lijn van het karakter van de Koningin. Maar staatsrechtelijk heeft zij de bevoegdheid ondertekening te weigeren. En als zij weigert, gaat het niet door.

Niemand weet of de Koningin deze ingrijpende stap voor deze zaak wil zetten. Zij zou er opnieuw een discussie over de positie van de monarchie in het Nederlandse staatkundig bestel mee oproepen. Men mag gevoeglijk aannemen dat zij blij is dat de discussie die D66-leider De Graaf begin dit jaar ontketende, inmiddels geluwd is. De hoop op verzet van de Koningin leefde overigens ook ten tijde van de Algemene wet gelijke behandeling. Zij heeft die wet toch ondertekend.

De drie kwade geniën achter het voorstel –Dittrich, Van der Burg en Van der Stoel– hebben hun overwinning ondertussen al gevierd. Ze kwamen onlangs voor een reünie bijeen in het modieuze Amsterdamse restaurant Chez Inez en een verslaggever van het Algemeen Dagblad mocht het feestje meevieren. Hij stelde vast hoe trots ze alledrie waren en tekende uit de mond van Van der Burg op: „Wij hebben laten zien dat je als kamerlid iets kunt realiseren zonder dat het kabinet vóór is.”