Binnenland 2 september 2000

Dossier Christendom & Conservatisme

Wiegel hekelt politieke malaise van het paarse tijdperk

„Politiek moet waarden
zichtbaar maken”

Door B. J. Spruyt
Met Nederland gaat het beter dan ooit. „Dankzij VVD-minister Zalm, jazeker.” In financieel-economisch opzicht wel te verstaan. Op andere terreinen zijn kritische kanttekeningen te plaatsen. Er is sprake van politieke malaise. Partijen profileren zich niet meer op hun beginselen, waardoor de burgers hun interesse in de politiek verliezen. Als partijen straks weer echte politieke keuzes willen maken, zullen zij zich moeten bezinnen op de waarden die hun beginselen dragen. Dat geldt ook voor de VVD, vindt ex-Tweede-Kamerlid, ex-minister van Binnenlandse Zaken, ex-'commisaris des Konings' in Friesland en ex-senator Wiegel.

Ja, het gaat goed met Nederland, maar de welvaart heeft politieke en maatschappelijke schaduwzijden, vindt Wiegel. „Omdat het zo goed gaat, kan het kabinet veel zaken tegelijkertijd realiseren. Alle partijen kunnen tevreden worden gesteld, omdat ieders wensen en verlangens worden vervuld. Er is ook al geen geharrewar omdat het huidige kabinet veel zaken van tevoren binnenskamers regelt, zoals bij het belastingplan en het mobiliteitsplan van minister Netelenbos. Een consequentie hiervan is dat duidelijke politieke verschillen, die je normaal gesproken met elkaar in het openbaar zou moeten uitpraten, onzichtbaar zijn geworden.”

„Dat lijkt me een kwalijke zaak voor de plaats van de politiek in de samenleving. Zodra het economisch weer slechter gaat, en dat zal zeker een keer gebeuren, en er dus weer duidelijke keuzes moeten worden gemaakt en er wel strijd moet worden geleverd, dan kun je je afvragen of de politieke partijen die die strijd móéten voeren, nog wel zo sterk in de samenleving verworteld zijn dat zij die strijd kúnnen voeren. Als gevolg van de welvaart is de beginselenpolitiek aan het verdwijnen. En daardoor verdwijnt de belangstelling van de Nederlandse burger voor de politiek. De mensen keren zich in het algemeen van de politiek af, behalve wellicht de achterban van de VRCL blijkens die prachtige avond vorig jaar in Tiel.”

Bedreiging
„Tegelijkertijd zie je dat de burgers, ondanks hun afnemende politieke belangstelling, verlangen dat de politiek het een en ander doet aan bepaalde problemen. Of het nu het zinloos geweld is, of het gevoel van onveiligheid, de financiële problemen in het onderwijs en de zorg, noem maar op. Als politici hun positie bij de burgers willen herwinnen, dan zullen zij aan dit soort immateriële zaken moeten gaan werken. Dat gebeurt nu te weinig.”

„Mijn makker uit de jaren zeventig, de heer Van Agt –die ik vandaag weer zie in Friesland tijdens een reünie van ons kabinet– spreekt van de noodzaak van een ethisch reveil. Dat is zijn specifieke terminologie, maar ik denk dat wij op grote lijnen hetzelfde denken. Het gaat om de wijze waarop wij in dit land met elkaar omgaan. Daarin zijn de burgers geïnteresseerd en daarover maken zij zich zorgen. Om het herstel van respect dus en tolerantie, om de wijze waarop kinderen opgroeien en met hun onderwijzers omgaan. Dat moet verbeteren, anders gaan alle slechte ontwikkelingen op dit gebied een bedreiging voor de samenleving vormen. Maar het kabinet doet er weinig aan. Toen ik nog in de Senaat zat, heb ik een voorstel gelanceerd om iets te doen tegen het zinloze geweld op straat. Een prima idee vond de premier dat, maar we hebben er sindsdien nooit meer iets van gehoord.”

Bang
Wiegel ontkent dat er in de VVD de laatste tijd veel is veranderd. „Echt grote veranderingen zie je binnen de PvdA. Vergelijk die partij maar eens met hoe ze was ten tijde van Den Uyl en hoe ze nu is. De PvdA is onmiskenbaar in de richting van de VVD opgeschoven.”

„Het financieel-economisch beleid van Zalm is het beleid dat wij al decennialang voorstaan. Onze overtuiging dat sociale wetgeving adequaat moet zijn maar alleen voor mensen is die er echt recht op hebben, vindt haar voortzetting in de plannen van staatssecretaris Hoogervorst om de problemen met de WAO hard aan te pakken. Onze strijd tegen de sociaal-democratische nivelleringspogingen in het onderwijs hebben wij eveneens voortgezet.”

Wiegel erkent dat hij bij het aantreden van paars wel bang is geweest dat de VVD zich blijvend zou vervreemden van „het confessionele en meer traditioneel ingestelde kiezersvolk.” Maar „die vrees is niet bewaarheid. Ik had op puur pragmatische gronden bezwaren tegen de vorming van paars. Ik dacht dat de VVD tegenover PvdA en D66 in een minderheidspositie zou komen te verkeren en dat het CDA, als ze een beetje handig oppositie zouden voeren, ons een electorale klap zou gaan toebrengen. Want het CDA is niet alleen altijd de meest gerede partner van de VVD geweest, maar ook onze grootste concurrent. Je mag als politicus toch ook denken aan de volgende verkiezingen, nietwaar?”

Profiel
„Maar het is niet gebeurd. De VVD is gegroeid, het CDA is geen echte concurrent gebleken. Dat heeft twee redenen. Het CDA heeft niet echt handig oppositie gevoerd, alhoewel ik ze daar zelf nog een paar vingerwijzingen bij heb gegeven. Ze zijn niet in staat gebleken effectief op de open plekken van het kabinet te schieten. Die open plekken staan iedere dag in de krant. Maar dat handwerk heeft het CDA niet goed in de vingers gekregen. Bovendien heeft de VVD haar profiel binnen paars weten te bewaren, vooral dankzij minister Zalm van Financiën.”

Wiegel wil ook niet zeggen dat Bolkestein meer dan zijn opvolger Dijkstal oog heeft gehad voor „normen en waarden als cement van de samenleving” en dat Dijkstal op dit punt een andere koers vaart. Terwijl Dijkstal zich enkele jaren geleden toch openlijk distantieerde van Bolkesteins pogingen om daar binnen de VVD meer aandacht voor te vragen en een verwijzing naar het christendom in de grondslag van de VVD op te nemen.

„Kijk, ik ben opgegroeid in de tijd van het beginselprogramma zoals dat door professor Oud was opgesteld. En daarin stond een verwijzing naar de grondslagen van christendom en humanisme. Ik heb daar dus geen enkel probleem mee. Maar de discussie is destijds gewoon niet goed gevoerd. Ik geloof niet dat de heer Dijkstal er anders over denkt dan ik. De tegenstanders hebben zich verzet tegen de gedachte dat de overheid allerlei waarden en normen aan de burgers moet opleggen. Maar een overheid moet niet opleggen, maar met zulk een gezag over waarden spreken dat dat de burgers overtuigt. En de overheid moet ervoor zorgen dat de instituties die waarden en normen overdragen, de vrijheid en gelegenheid hebben om dat te doen.”

Referendum
„In de verhalen van politici klinken tegenwoordig veel te weinig de beginselen door waardoor zij worden geleid. En die beginselen –die waarden en normen– verzinnen wij niet zelf. In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal. Zeker politici moeten het verleden kennen. Mijn verzet tegen het referendum is gebaseerd op een gedachte die ik ook niet zelf heb verzonnen, maar die al heel oud is en erop neerkomt dat de representatieve democratie een effectief wapen is in de strijd tegen de dictatuur van een meerderheid van de helft plus één.”

„Wij hebben ons in het onderwijs altijd tegen nivellering verzet. Mensen zijn verschillend en hebben elk hun eigen talenten. Je moet ze dus de ruimte bieden die te ontwikkelen, zodat ze uit zichzelf kunnen halen wat in hen zit. Dat is een oud principe en daarom verzetten wij ons tegen de plannen om alle kindertjes vanaf 12 jaar een tijdlang dezelfde vervolgopleiding te geven. Je moet dus vanuit je waarden en beginselen en vanuit je kennis van de situatie zoals die nu is, telkens opnieuw een keuze maken over de toekomstige inrichting van onze samenleving.”

Desondanks wenden sommigen zich van de VVD af omdat ze vinden dat de VVD van Dijkstal op sociaal-economisch terrein te links is en op cultureel en moreel gebied te libertair. Wiegel raakt er niet van in paniek.

„Electoraal zullen het er niet zo veel zijn. Bovendien vind ik dat je de term conservatisme in Nederland eigenlijk niet kunt gebruiken. In de tijd van de polarisatie was het een scheldwoord. En bovendien, wat is conservatief? Een arbeider uit Amsterdam is voor hogere lonen. In dat opzicht is hij dus progressief. Maar hij zal tegelijkertijd willen dat werkschuw tuig wordt aangepakt en dat raddraaiers in de bak worden gedouwd. Dan is hij weer conservatief. Het is dus een woord waar je niets mee kunt.”

Zichtbaar maken
„Waarom Kinneging zich teleurgesteld van de VVD heeft afgewend, weet ik niet. Ik denk dat het samenhangt met het feit dat de uitingen van politici, ook binnen de VVD, te weinig doordesemd zijn van de fundamenten, de principes, de waarden waarop de politieke bewegingen gebaseerd zijn. Ik vind dat dat moet veranderen. Dat de VVD dat niet doet, komt mede door paars, door de welvaart. Misschien is het wel de geest van de tijd.”

„Maar er komt onherroepelijk een andere tijd. En dan moet de VVD zichtbaar maken wat haar fundamenten en principes zijn en de filosofische achtergrond van haar keuzes transparant maken. Zodat mensen weer weten waarom ze liberaal stemmen, anders dan omwille van belastingverlaging en meer ruimte voor de auto.”

Wiegel vindt het „niet onbegrijpelijk” dat conservatieven zich tot de ChristenUnie hebben gewend. „Alhoewel sommige van hun kamerleden op tal van terreinen dichter bij GroenLinks staan dan bij de VVD, vind je in de ChristenUnie mensen die ergens voor staan. Zij voelen zich ergens door gedragen, weten zich gedreven door principes. Dat is iets wat mensen toch aanspreekt.”

Daarnaast kan Wiegel zich voorstellen dat er binnen de ChristenUnie ideeën leven die conservatieven aanspreken, zoals het mensbeeld en de daaruit voortvloeiende noodzaak dat mensen zich beperken en disciplineren. „Als liberaal ben ik minder pessimistisch. Als de maatschappij liberaler wordt, wordt dat tegelijkertijd een samenleving met meer vrijheid, verantwoordelijkheid en tolerantie.”

Staphorst
Maar Wiegel is wel bereid het liberale beginsel van de vrijheid nader te omschrijven om misverstanden te voorkomen. „Alleen mensen die bij zichzelf deugden hebben ontwikkeld zoals zelfbeperking en verantwoordelijkheidsgevoel, kunnen vrijheid aan. In andere gevallen wordt vrijheid een vrijbrief om alleen maar lekker te doen wat je zelf wilt. Ook een liberaal vindt dat vrijheid zijn automatische begrenzing heeft in verantwoordelijkheid en tolerantie. Ouders, scholen en overheid moeten die samenhang uitdragen, juist nu in een hedonistische tijd van onmiddellijke behoeftebevrediging.”

Als het CDA de „gerede” partner is van de VVD, maar beide partijen hebben samen geen meerderheid in de Kamer, zou de ChristenUnie dan kunnen aanschuiven? Wiegel heeft niet zo'n zin om uitvoerig over de Staphorster variant te speculeren. Eerst moet blijken dat het CDA bij de volgende verkiezingen weer groeit. En dan moet blijken of de VVD met het CDA een liberaler beleid kan voeren dan met de PvdA. Een coalitie van twee partijen is in het algemeen toch het beste, vindt hij. „Als De Hoop Scheffer de ChristenUnie op sleeptouw wil nemen, moet hij dat maar zeggen tijdens de onderhandelingen na de verkiezingen.”

Wel kan de ChristenUnie een belangrijke rol spelen bij de politieke omslag die zich volgens Wiegel moet gaan voltrekken, de herbronning van de politieke keuzes. „Juist de ChristenUnie kan duidelijk maken wat haar uitgangspunten en principiële fundamenten zijn.”

Premier Churchill
De vraag naar Wiegels eigen politieke ambities durf je nauwelijks te stellen, omdat die al twintig jaar gesteld wordt en Wiegel zichzelf op dit punt graag omhult met een nevel van geheimzinnigheid. Maar misschien gaat zich een parallel voordoen met de levensloop van zijn grote voorbeeld Churchill, die ook een aantal jaren politiek op non-actief stond en daarna weer terugkeerde.

„Een cabaretier heeft eens spottend gezegd: Zijn vrienden zeggen dat Wiegel net een Churchill is zonder sigaar. Zijn vijanden zeggen: Wiegel is een sigaar zonder Churchill. Bij mijn afscheid als minister van Binnenlandse Zaken heb ik van mijn medewerkers de grote Churchill-biografie van Gilbert gekregen. En als mijn vrouw en ik in september weer naar Engeland gaan, brengen we zoals gewoonlijk een bezoek aan zijn geboortehuis, Blenheim Palace, of het landhuis Chartwell dat hij zelf heeft laten bouwen. Voor 1940 heeft Churchill een aantal jaren langs de zijlijn gestaan. Toen werd hij ineens premier. Op zijn vijfenzestigste! Dus wie weet!”

Dit is het derde deel in een serie over christendom en conservatisme.