Binnenland 24 augustus 2000

Nieuw: Dossier bordeelverbod

„Soms ontkom je er niet
aan vuile handen te maken”

Door B. L. P. Tramper
URK – Opstappen om de nieuwe Bordeelwet biedt voor RPF-burgemeester D. G. Schutte van Urk geen uitweg. „Wij moeten onze creativiteit aan de dag leggen om het kwaad zoveel mogelijk te weren.”

De wet brengt christelijke gemeentebestuurders in een lastig parket: Zij mogen per 1 oktober de vestiging van een seksinrichting niet langer om religieuze redenen weigeren. Volgen zij die lijn, dan komen ze in conflict met hun geweten. Wijken ze ervan af, dan handelen ze in strijd met hun belofte van trouw aan 's lands wetten.

Alle leden van de Urker gemeenteraad zouden de wet van minister Korthals (Justitie) het liefst verfrommelen. Niemand voelt zich geroepen loyaal mee te werken aan legalisering van prostitutie. „Wij moeten er niet aan denken dat er op het industrieterrein of in het centrum een bordeel komt”, zegt Schutte, sinds een jaar burgemeester van de vissersplaats.

De voltallige gemeenteraad heeft het college dan ook opgedragen op zoek te gaan naar een adequaat antwoord op het rijksbeleid. Geen gemakkelijke taak, aldus Schutte. Waarschijnlijk volgende maand zal hij met een definitief voorstel naar buiten komen. Welke kant dat opgaat, houdt de burgemeester nog voor zichzelf.

De burgemeester laat al wel doorschemeren huiverig te zijn voor de keuze om alle bestemmingsplannen dicht te timmeren. „Dan zal een ondernemer de zaak voor de rechtbank brengen. Ik sluit niet uit dat we dan alsnog worden gedwongen een vergunning af te geven. De minister zei immers dat het onacceptabel is als gemeenten zijn beleid terugdraaien.”

SGP-fractievoorzitter M. van Rooijen in Katwijk, die vanwege het bordeelbeleid opstapt, heeft wel gepleit voor deze optie. Volgens hem moeten christenpolitici tot het uiterste gaan.

„Maar dan rijst wel levensgroot het risico dat een bordeelhouder via de rechtbank een vergunning afdwingt voor een plek die voor de bevolking heel belabberd is: midden in het dorp, misschien wel in een horecabedrijf, dicht bij een kerk.”

Laat u zich dan niet, in de woorden van Van Rooijen, te veel leiden door vrees in plaats van geloof?

„Ik denk dat wij voor de afweging staan hoe we zo min mogelijk ellende in huis kunnen halen. Dat is de verantwoordelijkheid die je in het openbaar bestuur draagt. Ik ben nu op zoek naar een regeling waarmee ik formeel een opening biedt en voldoe aan het landelijk beleid, maar waarmee ik het de bordeelhouders praktisch zo lastig mogelijk maak. Als ik daarin slaag, houd ik meer kwaad buiten de deur dan wanneer ik niets doe. Ik vind niet dat ik daarmee het geloof overboord zet.”

Stel dat uw streven niet lukt en een bordeelhouder zet zijn zinnen op Urk, kunt u dan verantwoordelijkheid dragen voor een beleid dat u met hart en ziel afwijst?

„Kom je dan niet op hetzelfde vlak terecht als de Zondagswet? Ik zie het als een opdracht om het kwaad maximaal te verhinderen en voor dat doel behoor je bestuurlijke talenten optimaal aan te boren. Als ik me inzet, zowel biddend als werkend, om terug te dringen wat ik principieel afwijs, dan kan ik de zaak naar eer en geweten van me afleggen.”

Maar hoe u ook uw best doet om het kwaad te verminderen, toch zet u wel een handtekening onder de vergunning voor een bordeel.

„Ja. Dat doe ik ook onder een vergunning voor een kansspeelautomaat, terwijl ik toch een gokbeleid voorsta dat zo min mogelijk automaten toelaat. Als je de verantwoordelijkheid niet wilt of kunt dragen om zo goed mogelijk bij te sturen en zoveel mogelijk invloed uit te oefenen, dan moet je niet in het openbaar bestuur gaan.”

U wordt tegen wil en dank van hoger hand gedwongen?

„Je wordt met de rug tegen de muur gezet. En dan kun je twee dingen doen: niks doen, met alle uitwassen en risico's van dien, óf handelen om erger te voorkomen. Dat is een bestuurlijke afweging.”

Om het zwart-wit te stellen: U wilt met heel uw geweten trouw zijn aan Gods wet; tegelijk moet u trouw zijn aan de wetten van het land. Dat laat zich eenvoudigweg toch niet verenigen op het moment dat u uw fiat geeft voor prostitutie?

„Maar laten we wel zijn: als we zo omgaan met alle zaken in de wetgeving waarmee we het principieel oneens zijn –en dat zijn er nogal wat, je kunt er een krant mee vullen– dan waren er in Nederland geen vertegenwoordigers van christelijke partijen meer. Ik kan in directe zin geen verantwoordelijkheid dragen voor wat landelijk is besloten. In de uitvoering probeer ik erger te voorkomen, gemotiveeerd vanuit Gods Woord. Dat zie ik als mijn verantwoordelijkheid.”

Kan een bestuurder tegen de komst van een bordeel stemmen?

„Uiteindelijk heb je trouw gezworen aan de wetten. Aan die eed mag je niet zomaar voorbijgaan. Persoonlijk sta ik op het standpunt dat je zoveel mogelijk invloed moet uitoefenen op de samenleving waarin je staat. En dan kom ik tot de afweging dat je soms je handen wel eens een klein beetje vuil moet maken om erger te voorkomen. Dat is iets anders dan dat je ermee instemt. Maar naar mijn overtuiging maak je je handen vuiler als je niets regelt en er daardoor op een ongunstige locatie een bordeel verrijst.”

Dit is het derde deel in een vierdelige serie. Morgen SGP-voorman Van der Vlies.

Zie ook:
College wenst geen bordelen in H-I-Ambacht

„Alphen heeft geen visie op prostitutiebeleid”


Geef uw mening!