Binnenland | 14 maart 2000 |
Peper paarde intellect aan grilligheid, arrogantie en dédainSein me in als ik populair wordDoor A. de Jong Mensen krijgen geen grip op me. Dat kan irritant zijn, zei Peper ooit. En inderdaad, de nu afgetreden bewindsman laat zich niet zomaar in het hart kijken. Hij schermt zich af met een haag van humor, vaak neigend naar ironie en sarcasme, en met een muur van relatisme. Zijn humor is een bijzondere en spitste zich de laatste maanden toe op zijn eigen leed, declaratiegedrag en bourgondische leefwijze. Tot op de dag van gisteren bleef hij er met brede lach grappen over maken. Op weg naar het perscentrum waar hij zijn aftreden bekend ging maken: Heb ik mijn lidmaatschap van Nieuwspoort nu zelf betaald of kreeg ik het uit hoofde van mijn functie? Zijn relativerend vermogen lijkt ongekend. De burgemeester van zo ongeveer de grootste havenstad ter wereld: Kijk, je moet ergens je brood mee verdienen, je moet in het leven toch iets om handen hebben. De afgetreden minister van Binnenlandse Zaken: Ik heb er geen talent voor om slachtoffer te zijn. Ik ga even weg, een essay schrijven of zoiets. De koele analyticus Peper toonde ook gisteren weinig emotie. Maar wie is Peper de Dikhuidige nu echt? Rood nest In deze eenvoudige arbeidersomgeving was het een bijzonderheid dat de pientere Bram de hbs ging doen. Daar zaten maar drie of vier kinderen van arbeiders; ik viel er op door mijn platte uitspraak. Nog uitzonderlijker was zijn keuze voor de universiteit. Toen hij wegens één slecht cijfer niet in aanmerking kwam voor een beurs, sprokkelde hij met vakantiewerk het benodigde geld zelf bij elkaar. Een studie sociale geografie in Amsterdam werd gevolgd door een proefschrift dat hij na het verzamelen van het materiaal in drie maanden schreef en waarop hij cum laude promoveerde. Daarna werd Peper wetenschappelijk medewerker en later hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. Daar zag de socioloog J. J. A. van Doorn Pepers belangstelling voor de politiek gaandeweg ontluiken. Hij kwam uit een bescheiden milieu en was geïntrigeerd door wat er gebeurt op het niveau waar beslissingen vallen, waar mensen belangrijke dingen doen. Zijn bewondering voor de PvdA-kopstukken uit het kabinet-Den Uyl was groot. Peper vond het bijvoorbeeld geweldig, aldus Van Doorn, hoe Gruyters zich overal doorheen sloeg, met veel zelfvertrouwen en een grote mond. Die flair bezat hij niet. Ghostwriter Sindsdien is Peper een grootheid in zijn partij, zij het een altijd met incidenten omgeven grootheid. De minder prettige kanten aan het karakter van de burgemeester (burgervader is hij nooit geworden) traden steeds meer aan het licht. Met de gewone burger in Rotterdam wist hij niet echt contact te leggen, in zijn directe werkomgeving versleet hij de ene na de andere ambtenaar. Peper bleek behalve een formidabele denker, ook een persoon die veel dédain uit kon stralen, een selfmade man wie het omgaan met de macht nooit vanzelfsprekend afging, een salonsocialist ook, die wel geïnteresseerd was in de mensheid, maar daarom nog niet van mensen hield. Drank Toch is de reus, althans in politieke zin, geveld. Zijn persoonlijksheidskenmerken zijn daar mede debet aan. Als ik populair word, moet je me inseinen, me waarschuwen, zei de hoogleraar, burgemeester en minister vaak. Peper is vaak gewaarschuwd, maar nooit voor een 'dreigende' populariteit. Daar was geen aanleiding toe. |
![]() |