Binnenland 8 februari 2000

„Nabestaanden na plaatsing geen eigenaar”

Proefproces over
eigendom grafsteen

Van onze binnenlandredactie
UTRECHT – Het aartsbisdom Utrecht, enkele nabestaanden en de Utrechtse rooms-katholieke begraafplaats Sint Barbara zijn een proefproces begonnen over de vraag wie de eigenaar is van de grafsteen op een graf: de nabestaanden van een overledene of de eigenaar van de begraafplaats.

Aanleiding voor het aanspannen van een proces is een uitspraak van de rechtbank van Breda in 1993. Die wees de eigendom toe aan de eigenaar van de begraafplaats. Dat gebeurde nadat een meisje door een omvallende grafsteen gewond was geraakt. De eigenaar van de begraafplaats moest van de rechter de doktersrekening betalen.

„Dat zou betekenen dat nabestaanden onmiddellijk na plaatsing van een grafsteen de eigendom ervan verliezen”, aldus het aartsbisdom. „Ook zijn begraafplaatsen als eigenaar automatisch aansprakelijk voor eventuele schade.” De rechtbank paste in dit oordeel de natrekkingsregel toe. Die bepaalt dat de eigenaar van een onroerend goed tevens eigenaar is van zaken „die duurzaam met de grond zijn verenigd.”

Lijkbezorging
In de Wet op de lijkbezorging staat niets over de vraag wie de eigenaar is van een grafsteen. Ook bij de behandeling van deze wet in de Tweede Kamer is de vraag nooit aan de orde gekomen. Om duidelijkheid te krijgen is op initiatief van het aartsbisdom Utrecht een proefprocedure aanhangig gemaakt bij het gerechtshof van Amsterdam.

De bezitter van begraafplaats Sint Barbara staat op het standpunt dat hij geen eigenaar is. Het aartsbisdom en enkele nabestaanden zijn bereid in het proefproces de stelling te verdedigen dat de natrekkingsregel wel van toepassing is.

De uitspraak van de Bredase rechtbank is lang onopgemerkt gebleven, maar kan grote gevolgen hebben, aldus mr. J. Klok, directeur financiën en bouwzaken van het aartsbisdom. Als de visie van de rechter wordt gevolgd, zijn beheerders van begraafplaatsen verantwoordelijk voor het onderhoud van grafmonumenten. Ze zullen hun tarieven dan moeten verhogen.

Als de rechter geen duidelijkheid biedt, moeten regering en parlement dat volgens Klok doen. De wetgever heeft eerder bijvoorbeeld bepaald dat aardgasleidingen niet het eigendom zijn van grondeigenaars bij wie ze in de grond zitten.