Twijfel over schotresten
in Bacchus-zaak

Zijn advocaat mr. P. Bovens verzocht gisteren met succes hierover tijdens het proces in hoger beroep een deskundige van het gerechtelijk laboratorium nader te ondervragen.

Er zijn namelijk geen schotresten –zoals kruitresten en metaalsplinters– gevonden bij de man die door de rechtbank in Dordrecht afgelopen zomer tot zestien jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Hij kreeg zijn straf voor het doodschieten van Marianne Roza (18) en Froukje Schuitmaker (17) en een poging tot het doodschieten van de toen 18-jarige Inge van Boxtel.

Volgens de rechtbank is toch komen vast te staan dat Fuad O. op 10 januari vorig jaar de schoten op de deur van muziekcafé Bacchus in Gorinchem heeft gelost. De meisjes bevonden zich op dat moment achter de deur in de garderobe en werden geraakt. Alleen Inge van Boxtel overleefde het salvo.

Ook de broer van Fuad O., Zaim, werd in augustus door de rechtbank in Dordrecht veroordeeld tot zestien jaar cel. Osman O., zwager van de broers, kreeg negen maanden gevangenisstraf voor openlijke geweldpleging. Het OM had eerder tegen alledrie de mannen twintig jaar cel geëist.

Bovens heeft gisteren aangegeven uit te zijn op een reconstructie van het schietincident. Hij wil weten of er schotresten achterblijven. Voor die reconstructie moeten hetzelfde vuurwapen, dezelfde munitie en dezelfde kleding worden gebruikt. Als deze test zou uitwijzen dat er wél sporen achterblijven, dan rijzen er in de ogen van de raadsman minimaal twijfels of zijn cliënt wel de daadwerkelijke schutter is geweest. Een getuigenis van de deskundige van het gerechtelijk laboratorium moet duidelijk maken of de verlangde reconstructie betrouwbaar is en nut heeft. Daarna wordt afgewogen of de test wordt gedaan.

Verontwaardiging
De schietpartij veroorzaakte in het hele land een golf van verontwaardiging. Het hoger beroep in de Bacchus-zaak wordt op 13 en 14 maart behandeld voor het gerechtshof in Den Haag.