Binnenland | 5 februari 2000 |
Extreem rechts aan de machtSlechts eenmaal eerder na de oorlog heeft in Europa vóór de FPÖ in Oostenrijk een extreem rechtse partij deelgenomen aan een regering. Dat was in Italië. Daar zat in 1994 gedurende ruim een halfjaar de Nationale Alliantie, onder Silvio Berlusconi, in een kabinet. Elders in Europa spelen zulke partijen nauwelijks een rol. Vrijwel zonder enige betekenis zijn zij in Nederland, Groot-Brittannië, Zweden, Finland en de vroeger fascistisch of door militaire dictaturen geregeerde EU-landen Spanje, Portugal en Griekenland. Sterkere extreem rechtse formaties komen voor in Duitsland, Frankrijk, Italië en Denemarken. Een overzicht: In Duitsland zitten extreem rechtsen in vier regionale parlementen (Bremen, Baden-Württemberg, Brandenburg en Saksen-Anhalt), maar niet in de Bondsdag. Bij de bondsdagverkiezingen van 1998 kwamen de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD), de Republikaner (REP) en de Deutsche Volksunion (DVU) in totaal op 3,3 procent. Alle hanteren Duits-nationale leuzen en zijn tegen buitenlanders. In Frankrijk wint het in 1972 opgerichte Front National (FN) van Jean-Marie Le Pen pas de afgelopen vijf jaar langzaam, maar gestaag aan populariteit. Bij de presidentsverkiezingen van 1995 haalde Le Pen 15,5 procent van de stemmen. De partij zit alleen in stads- of regionale parlementen, maar ook in het Europees Parlement. Italië telt een extreem rechtse partij, de Nationale Alliantie van Gianfranco Fini, en een regionaal-nationalistische, de Lega Nord van Umberto Bossi. Bij de verkiezingen van 1996 kreeg de Alliantie 16 procent van de stemmen, de Liga 10 procent. De Alliantie zat onder Silvio Berlusconi in 1994 ruim een halfjaar in de regering in Rome, evenals Lega Nord. In Denemarken trekt de afgelopen tijd met zijn leuzen tegen buitenlanders vooral de Deense Volkspartij van Pia Kjärsgaard veel stemmen. Volgens de jongste peiling zit zij op 15,7 procent van de stemmen. In België kwam het Vlaams Blok bij de vorige verkiezingen op 10 procent van de stemmen en vijftien afgevaardigden, ook al treedt de partij alleen op in Vlaanderen. Daar is het blok de op twee na sterkste partij. In haar bolwerk Antwerpen zit zij rond de 25 procent. Centraal thema is het tegengaan van de toestroom van buitenlanders. In EU-kandidaat-lid Polen maken de twee extreem rechtse partijen, de Nationaal-conservatieven (ROP) en de Confederatie voor een Onafhankelijk Polen, volgens de jongste peilingen geen enkele kans meer boven de kiesdrempel van 5 procent te komen. In Tsjechië lijkt de betekenis van rechtse partijen in de afgelopen jaren verminderd. De Republikeinen kwamen in 1998 niet meer boven de kiesdrempel. In Hongarije verleent de openlijk anti-Europese en antisemitische Hongaarse Waarheids- en Levenspartij (MIEP) gedoogsteun om de centrum-rechtse regering in het zadel te houden. (Bron: ANP) |