Binnenland1 februari 2000

„Nederland moet voorop tegen Haider”

Van Aartsen en CDA
zetten druk op ÖVP

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken heeft gisteren met zijn Oostenrijkse ambtgenoot Schüssel gebeld om hem de zorg van de Nederlandse regering over de coalitiebesprekingen met de FPÖ kenbaar te maken. Schüssel is leider van de conservatieve ÖVP, die in onderhandeling is met de FPÖ.

In het NOS-journaal zei Van Aartsen dat de Nederlandse regering en ook de Nederlandse samenleving „werkelijk zeer, zeer bezorgd zijn” dat de FPÖ van Jörg Haider in de regering komt. Het rechts-extremisme van Haider past niet binnen de waarden van de Europese Unie, aldus Van Aartsen.

Het CDA wil samen met andere christen-democratische partijen in Europa de Oostenrijkse zusterpartij ÖVP onder druk zetten om de onderhandelingen met de FPÖ af te breken. Het CDA wil bovendien dat er tijdens de informele top van de Europese christen-democraten op 4 en 5 februari in Madrid een duidelijk afkeurende boodschap naar ÖVP-voorzitter Schüssel gaat. CDA-fractievoorzitter De Hoop Scheffer zal vrijdag op de top in Madrid aanwezig zijn. Hij zou aanvankelijk niet naar de informele top gaan, die voorafgaat aan een officiële EVP-top op 10 februari, maar heeft met het oog op de ontwikkelingen in Oostenrijk zijn plannen gewijzigd.

Volgens D66-leider De Graaf moet Nederland vooroplopen in het afwijzen van mogelijke regeringsdeelname van de FPÖ. Hij schreef dat gisteren in een ingezonden artikel in NRC Handelsblad. De Graaf vreest dat Nederlandse bureaucraten zich „geen voorstelling kunnen maken van het gevaar van een zich krachtig manifesterend rechts-extremisme.”

Neutraliteitspolitiek
Uit het artikel blijkt duidelijk hoe De Graaf zich heeft geërgerd aan de in zijn ogen veel te voorzichtige Nederlandse reactie op de ontwikkelingen in Oostenrijk. Hij vraagt zich af of er op het ministerie van Buitenlandse Zaken sprake was van „een reflex die stamt uit de aloude neutraliteitspolitiek” of van „overdreven beleefdheid jegens een bevriende Europese partner”, toen een woordvoerder daar aanvankelijk reageerde dat het niet aangaat om een oordeel te geven over regeringsonderhandelingen elders in de wereld.

Volgens de D66-voorman in de Tweede Kamer biedt het EU-verdrag van Amsterdam genoeg ruimte om actie te ondernemen, zowel in handels- als diplomatieke betrekkingen, zowel nationaal als Europees. „Nederland mag daarbij vooroplopen.”