Grenzen aan bebouwing

Het duo Pronk (milieuminister, PvdA) en Remkes (staatssecretaris Volkshuisvesting, VVD) bruist van energie en ambitie. Een reeks wetsvoorstellen wordt voorbereid. Tegelijk wordt er hard gewerkt aan de handhaving van het bestaande beleid. Om de milieuwetten beter te controleren komt er volgend jaar een Milieu-, Inlichtingen- en Opsporingsteam (MIOT).

Minister Pronk gebruikte zijn begrotingspersconferentie voor een reactie op het RIVM-rapport Milieubalans 1999. Hij vindt het prachtig dat er zich een ontkoppeling tussen de groei van de economie en de negatieve gevolgen voor het milieu lijkt af te tekenen. Terwijl de economie bloeit, neemt de uitstoot van diverse broeikasgassen af. Pronk moest dat als „scepticus” erkennen.

Er is één belangrijke uitzondering: De uitstoot van kooldioxide (CO₂) is niet ontkoppeld. De bewindsman durft dan ook niet te stellen dat we op de goede weg zijn. Het resultaat is hem te „eenmalig en incidenteel.” De groei van de economie en de toenemende consumptie van de Nederlanders baart de milieuminister zorgen. „Dat geeft een milieudruk die moeilijk te beheersen is.”

Klimaatbeleid
Voor het kabinet is dat een reden om strak vast te houden aan de afspraken de CO₂-uitstoot terug te dringen. Dat wordt een enorme opgave. In 1998 lag de uitstoot van dat broeikasgas circa 11 procent hoger dan in 1990. Dat laatste jaar geldt als ijkpunt. In de periode 2008-2012 moet de CO₂-emissie 6 procent lager zijn. Zo is dat op de grote klimaatconferentie in Kyoto afgesproken.

Rond de jaarwisseling komt Pronk met het tweede deel van de ”Uitvoeringsnota Klimaatbeleid”. Dat deel gaat in op de mogelijkheden in het buitenland te investeren om de milieudruk te verminderen en zo de gemaakte afspraken na te komen.

De Catshuis-bezinningssessie van begin juli heeft minister Pronk eens te meer aangezet tot actie. „We moeten investeren in de kwaliteit van de samenleving.” Hij wil „mikken op vooruitgang.” De veelgebruikte term ”leefbaar Nederland” is hem te min. Pronk en zijn staatssecretaris laten zich leiden door het motto ”Van meer naar beter”. Dat houdt in dat er keuzes moeten worden gemaakt. Die opstelling moet terug te vinden zijn in de begin volgend jaar uit te brengen Vijfde nota ruimtelijke ordening.

Nederland moet aantrekkelijk, duurzaam en divers worden, vindt Pronk. Die gedachte is anders dan ruimtelijk almaar een beetje inschikken. Anders gezegd: de overheid moet paal en perk durven stellen. Meer overheidsingrijpen is te verwachten als het op de ruimtelijke indeling gaat. Maar het gaat Pronk te ver een beeld te creëren van „Jan de sloper tegenover Johan de bouwer.”

Kwaliteitsslag
Die bouwer, staatssecretaris Remkes, neemt zich voor over enkele maanden de Vinex-afspraken aan te passen. In overleg met alle „spelers” op die bouwmarkt wil hij een „kwaliteitsslag” maken. Remkes wil luisteren naar de kritiek die is uitgestort over deze nieuwbouwwijken. Er moeten meer vrijstaande en halfvrijstaande woningen komen, alsook meer vrije kavels, zei de bewindsman.

In 2000 trekt het kabinet weer 3,3 miljard uit voor huursubsidie. „Daar wordt niet op beknibbeld, omdat het een kerninstrument is het wonen betaalbaar te houden”, aldus Remkes. De jaarlijkse huurverhoging wil de bewindsman aan banden leggen, maar hij wil zich niet binden aan het inflatiecijfer.