Begroting 1999

Oud-GPV-leider
Verbrugh wil
vooruitkijken

Wat was voor u de indrukwekkendste Prinsjesdag? Wat verdriette u het meest? Hebt u wel eens humoristische dingen beleefd op de derde dinsdag in september? Wat betekent deze dag nu voor u? En als u minister-president was, wat zou u dan anders doen in de Troonrede?

De vragen zijn aan oud-GPV-parlementariër dr. A. J. Verbrugh, die van 1971 tot 1981 in de Tweede Kamer zat, niet besteed. „Ik heb geen enkele behoefte aan een dergelijke terugblik op de Prinsjesdagen. Het verleden is geweest, ik kijk liever naar de toekomst.

Ik ben dankbaar dat ik nog veel zaken kan volgen, ik lees nog diverse dagbladen, waaronder het Reformatorisch Dagblad. Ik heb in de afgelopen weken mijn commentaar gegeven op de regeringsverklaring van het tweede kabinet-Kok. En na de presentatie van de Miljoenennota voor 1999 en de Troonrede ben ik bereid mijn commentaar daarop te geven”.

Maar terugkijken wil Verbrugh, die samen met de SGP'er ds. H. G. Abma een initiatiefwetsvoorstel indiende om abortus-provocatus in ons land strafbaar te stellen, niet. „Ik heb een bijbelse lijfspreuk: „Maar één ding doe ik: vergetende hetgeen achter mij ligt, en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om den prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus”. Het is Filippenzen 3 vers 14. Ik citeerde het in de Nieuwe Vertaling. U kunt het opzoeken in de Statenvertaling en dan in uw courant plaatsen”.