Koningin Beatrix 60 jaar 23 januari 1998

Koningin Beatrix is tot nationaal geweten uitgegroeid

Majesteit, en geen mevrouw

Door Bea Versteeg
Ze houdt van kunst en regeren. Op 31 januari hoopt koningin Beatrix 60 jaar te worden. Veel van haar leeftijdgenoten gaan bij het bereiken van de zes kruisjes met de vut of prepensioen. Het Nederlandse staatshoofd piekert daar niet over. Als het haar gegeven is, wil zij nog lang over ons regeren.

„Ik krijg er gewoon kippenvel van”, huivert een jonge Nederlandse in Warschau. De bron van haar rillingen is niet de kou. Buiten is het op dat moment 30 graden. De studente heeft zojuist oog in oog gestaan met het Nederlandse staatshoofd. „Ze is toch wel echt een koningin”.

Een ontmoeting met koningin Beatrix laat niemand onverschillig. Waar zij komt, beroert een rimpeling van ontzag en sentiment de menigte. De Vorstin hoeft er weinig voor te doen. Een minzame glimlach, die zij naar believen gebruikt, doet het werk. De meest geharde cynicus lacht, ondanks zichzelf, op zo'n moment schaapachtig terug.

Mystiek
Het geheim van het effect van haar optreden op het publiek ligt in de mystiek die het koningschap omgeeft. „Haar mysterie geeft haar levenskracht. Magie moet je niet aan het daglicht blootstellen”, wist de Engelse historicus Walther Bagehot een eeuw geleden al.

Monarchen lijken net gewone mensen, maar zijn het toch niet. Niemand is zich daar zo goed van bewust als koningin Beatrix. „Hoe gewoon ik mijzelf ook voel, er zal altijd iets zijn waardoor de anderen je nooit als volledig gewoon zien. Het is niet altijd mogelijk in onze functie gewoon te zijn”, merkte ze een tien jaar geleden op. Zij streeft er ook niet naar om gewoon te zijn. Ze weet dat ze nooit op gelijke voet met de meeste van haar onderdanen zal zijn.

Koningin Beatrix heeft bij haar aantreden, bijna achttien jaar geleden, resoluut gebroken met de gewoonheidscultus die haar moeder omgaf. „Zegt u maar mevrouw”, is sinds 30 april 1980 „Majesteit”. De Engelsen noemen Nederland graag de fietsmonarchie. De werkelijkheid is, dat wij ons staatshoofd al jaren niet meer op de pedalen in actie hebben gezien.

Moderne manager
De regeerstijl van de bijna jarige is een mengvorm van die van haar twee voorgangsters, Wilhelmina en Juliana. De pracht en praal van de negentiende eeuw combineert ze met moderne snufjes. Ze introduceerde de koninklijke bus, schafte het defilé af, maar voerde de grootse ontvangst van nieuwe ambassadeurs weer in.

Deze Koningin heeft geen roeping maar een baan. „Een taak waar niemand om vraagt”. Zij runt haar hofhouding als een moderne manager. Ze is de president-directeur van de BV Nederland. Beeldvorming en het privé-leven worden zorgvuldig bewaakt.

Als er een negatief beeld dreigt te ontstaan, grijpt zij in of laat ze dat doen. Roddelbladen kunnen niet alles over haar en de haren schrijven. Mort de pers, zoals in 1988, over een te afstandelijke Vorstin, dan geeft zij een interview. Wordt haar opvolger als een grote onbekende omschreven, dan mag hij een uur lang bij Paul Witteman op de divan. Sindsdien weten wij dat prins Willem-Alexander klaar is voor de troon, maar niet staat te trappelen om zijn moeder op te volgen.

Onzin
De momenten dat de Koningin gretig op vragen van journalisten ingaat, zijn zeldzaam. In Zuid-Afrika was ze maar al te blij om haar mening over de kwestie-Roëll te kunnen geven. „To good to be checked”, oftewel: „Onzin”, klonk het uit de koninklijke keel.

Geen blad voor de mond nam ze in Athene. Daar deed ze de vermeende weerzin van haar familieleden tegen de koninginnedagviering af als „belachelijk”. Hoewel uit dergelijke gesprekjes niet geciteerd mag worden, weet koningin Beatrix maar al te goed dat haar woorden de volgende dag in elke Nederlandse krant te vinden zijn.

Het mediagebruik ten eigen bate is beperkt. Geen Nederlandse krant of omroep zal van koningin Beatrix een telefoontje krijgen dat zij via hen publiekelijk wil uithuilen. De tv-interviews van de Britse prins Charles of nu wijlen prinses Diana zijn haar een gruwel. Van het bespelen van de publieke opinie op zo'n manier wil zij niets weten.

In haar afwijzing daarvan gaat zij soms heel ver. In Egypte hebben koningin Beatrix en prins Claus even gesproken met twee jonge Nederlanders. Zij waren, zij het op afstand, getuige geweest van de bloedige aanslag in Luxor. Het gesprek vond plaats in de marge van de ontmoeting met de Nederlandse gemeenschap. De aanwezige fotografen hoopten op een plaatje van het tweetal met het koninklijk paar. Niets daarvan, achter gesloten deuren is er gepraat.

De foto zou ongetwijfeld op de voorpagina's zijn beland. Op dit soort sentimentele populariteit zit koningin Beatrix niet te wachten. Zij wil gerespecteerd en gewaardeerd te worden. Niet omdat ze een moeder van ons allemaal is, maar omdat wij vinden dat ze het goed doet.

Perfectionisme
Haar perfectionisme is haar handelskenmerk geworden. Het streven naar een haast onfeilbare uitvoering van haar taak moet de onzekerheid maskeren die er diep in haar leeft. De vraag „Doe ik het goed? Kan het beter?” is de leidraad van haar bestaan.

Niet alleen van zichzelf maar ook van haar medewerkers vergt ze het uiterste. „Ze is een perfectioniste, maar rechtvaardig”. Niet op elke fout van een medewerker staat een vorstelijke reprimande. Ze kan zelfs in lachen uitbarsten als er iets misgaat, zoals tijdens een rondgang op een tentoonstelling in Griekenland. Ze liep toen bijna letterlijk in de armen van enkele hovelingen en journalisten. De laatsten wilden juist de weg vrijmaken voor haar, maar zij koos precies hun weg.

Haar gesprekspartners verrast ze keer op keer met haar kennis ter zake. Om goed beslagen ten ijs te komen, verdiept ze zich in de ins en outs van de te bezoeken of bespreken onderwerpen. De details daarvan krijgt koningin Beatrix op handzame A-viertjes van haar medewerkers aangereikt.

Wie haar tijdens themadiscussies -onderdeel van elk staats- en streekbezoek- gadeslaat, stelt vast dat zij het ook heel goed zou doen als journalist. De vragen die zij opwerpt, zou een persvertegenwoordiger kunnen bedenken. Evenmin als een journalist, laat koningin Beatrix zich niet met een kluitje in het riet sturen. Als ze iets per se wil weten, vraagt ze door tot ze het bevredigende antwoord weet. Ze doet dat op zo'n manier, dat geen van haar gesprekspartners zich er aan stoort. Hollandse botheid zal geen enkele buitenlander haar verwijten.

Inhoudelijke kant
De meeste bevrediging vindt koningin Beatrix in de inhoudelijke kant van haar taak. Van het recht om te waarschuwen, te bemoedigen en geïnformeerd te worden maakt ze gretig gebruik. Het wekelijks onderhoud met de premier, op maandag, is geen sociaal gebabbel. Bij de thee of iets sterkers worden de brandende kwesties van het land, de wereld en soms haar familie doorgenomen.

Tijdens deze gesprekken en die met andere bewindslieden verkent Beatrix haar grenzen. Gaandeweg haar regering is de koninklijke invloed groter geworden. Oud-premier Lubbers gaf haar daar ruim de gelegenheid toe. Met de ministeriële verantwoordelijkheid moet „je niet angsthazig omgaan”, vond Lubbers. De ruimte die hij haar gaf, nam zij.

Tussen de Koningin en haar tweede premier klikte het goed. De twee generatiegenoten zaten vaak, zij het niet altijd, op dezelfde lijn. De CDA'er ging in de laatste jaren van zijn premierschap na een lange dag nog wel eens bij koningin Beatrix langs voor een borrel. Met premier Kok kan het staatshoofd ook goed door de deur.

Zowel Lubbers als Kok heeft zich gehouden aan de spelregels van de constitutionele monarchie, waarbij de koning onschendbaar is en de minister verantwoordelijk. Het behoort tot de taak van de bewindslieden om de eenheid van de regering te bewaren en te bewaken. Het systeem functioneert slechts als iedereen zich eraan houdt. De professional Beatrix verwacht eenzelfde instelling van haar medespelers in het kabinet.

Als de erecode wordt geschonden, zijn de poppen aan het dansen. De kwestie-Roëll en de opening van de ambassade in Jordanië op haar verzoek zijn daar goede voorbeelden van. De verantwoordelijke minister, Van Mierlo van buitenlandse zaken, had zijn zaakjes duidelijk niet goed voor elkaar. De Koningin raakte in opspraak en de minister ontkende heftig de vorstelijke inmenging.

Eenheid
De ophef heeft het imago van de monarchie niet geschaad. Integendeel. De stemming pro koninkrijk ligt ruim boven de 90 procent. Een meerderheid van de Nederlanders wenst dat de Koningin meer invloed heeft. Zij is voor hen het symbool van eenheid nu de andere, de Nederlandse identiteit en de godsdienst, aan betekenis hebben ingeboet. In de jaren waarin de kerkelijke binding van de Nederlanders tot onder de 50 procent is gedaald, is de steun voor de monarchie tot boven de 90 procent gestegen.

De kersttoespraken maar ook de herdenkingsrede op 5 mei 1995 krijgen voor de inwoners van de lage landen een morele lading. Zij luisteren naar een staatshoofd dat zich tot een nationaal geweten heeft ontwikkeld. Zij vult de leegte die de politiek heeft laten ontstaan.

Opvallend thema in de redes is -uitermate calvinistisch- het feilen van het ondermaanse. De Vorstin spreekt over de duisternis van onze wereld, de krachten van het kwaad, de donkerte van het bestaan, inhaligheid, banaal vermaak en over een wereld vol zelfzucht en gevoelens van haat. In haar 5-meirede ging het over een maatschappij in ontbinding. In de laatste kersttoespraak repte ze van verarming van onze samenleving.

Zonder hoop is zij evenwel niet. Gemeenschapszin is de remedie tegen de maatschappij in ontbinding. Als wij kiezen tegen alles wat onze democratie verzwakt en het gemeenschapsgevoel verschraalt, komt het weer goed.

De toespraken verraden naast een onverhuld geloof („Jezus leert ons anders naar mensen en dingen kijken en de hand te reiken aan wie mededogen behoeft”) een vast vertrouwen in de mens. „Voor ieder mens geldt dat echte vrijheid pas mogelijk is na innerlijke bevrijding. Dan komt er ruimte voor verdraagzaamheid, dan kan een mens zich vrij voelen omdat zijn kracht vanuit het eigen hart komt”.

De vorstelijke zorg en troost worden door de bevolking zonder morren geslikt. Dat zij nimmer een blik krijgen op de persoon achter Beatrix, zal hen niet deren. Hun Koningin is iemand die respect afdwingt - en niet alleen binnen de eigen landsgrenzen. Ook in het buitenland wordt zij gewaardeerd. Voor haar inzet voor één Europa kreeg ze de prestigieuze Karlspreis in 1996. Op de begrafenis van de Israëlische premier Rabin zat ze naast president Clinton. Bij de rouwplechtigheid voor de Franse president Mitterrand mocht ze op de eerste rij plaatsnemen.

Hechte relatie
De relatie tussen Beatrix en Nederland is in de afgelopen jaren een bijzonder hechte geworden. De incidenten die er zijn geweest, hebben geen diepe deuken veroorzaakt. Alle waardering die er nu bestaat ten spijt, hoeft er maar iets te gebeuren, of daar komt een eind aan. De troebelen in het Britse koningshuis zijn daar het beste bewijs voor.

De Koningin zal alles doen wat in haar vermogen ligt om dat te voorkomen. Niet voor niets heeft zij in de afgelopen jaren koningin Elizabeth verzocht orde op zaken te stellen. De perikelen in het huis van Windsor schaden de monarchie in het algemeen te veel, maande Beatrix haar collega.

Hoewel in de meeste langdurige relaties de sleet komt, is daar van de kant van de Koningin jegens Nederland geen sprake van. Als het haar gegeven is, wil zij nog lang over ons regeren. Als Majesteit wel te verstaan. De privé-persoon zal verborgen blijven. Omdat zij heel goed weet dat het de charme én het gevaar van de monarchie is dat het een systeem is waarbij menselijke feilbaarheid en staatsmacht abnormaal dicht bij elkaar liggen.