Auto | 17 december 1999 |
Drieliter Lupo heeft fijn dieseltjeDoor Arno Witvliet Het opperhoofd van het immense Volkswagen-concern, Ferdinand Piëch, kondigde begin jaren negentig reeds aan dat het voor de eeuwwisseling mogelijk moest zijn om een auto in serie te produceren die een gemiddelde brandstofconsumptie van 1 op 33 weet te realiseren. Zijn boodschap klonk eerder ongeloofwaardig dan realistisch. Niet omdat het ondenkbaar was dat er ooit een auto 1 op 33 zou rijden, maar vooral vanwege de termijn waarbinnen Piëch een en ander gerealiseerd zag worden. De man kreeg echter gelijk. Het moet hem bovendien bijzonder plezieren dat juist zijn concern het onmogelijke mogelijk maakte. Het zal nauwelijks verbazen dat Volkswagen in zijn streven de drieliter auto te scheppen zijn kleinste model als uitgangspunt nam. Massa is in dit verband immers een zaak van gewicht. De standaard Lupo werd echter nog te zwaar bevonden. Deur- en stoelframes, motorkap, voorschermen, remklauwen en -trommels zijn uit aluminium opgetrokken. Dat bracht een aanzienlijke gewichtsbesparing met zich mee. In zijn perfectionisme paste Volkswagen zelfs magnesium toe voor het binnenwerk van de achterklep alsmede voor het stuurwiel. Helemaal compleet brengt de Lupo 3L TDI nu 803 kilogram op de schaal hetgeen 150 kilogram lichter is dan de Lupo 1.7 SDI en nog altijd 65 kilogram lichter dan de instapper van de reeks. Versnellingsbak Het is echter betreurenswaardig dat zo'n plezant machientje gekoppeld is aan een sequentiële versnellingsbak. Niet zozeer vanwege de techniek, maar vooral vanwege de werking van de techniek. Het systeem kenmerkt zich door vijf voorwaartse verzetten en een automaat die gekoppeld is aan een zogenaamde ECO-stand. Deze stand zorgt ervoor dat er reeds bij 2000 tpm wordt opgeschakeld en neemt verder de bediening van de koppeling over wanneer gas wordt losgelaten, zodat de wagen niet op de motor afremt en derhalve geen kostbare snelheid verliest. Bovendien doet het mechaniek de krachtbron stilvallen wanneer de wagen langer dan vier seconden stilstaat. Wanneer je het leest, lijkt het allemaal fantastisch, maar in de praktijk erger je je groen en geel. Zo schakelt de transmissie zo snel op en duren de pauzes bij verzetwisselingen dermate lang dat je tempo in het drukke stadsverkeer kunstmatig op een niveau gehouden wordt dat onzekere dametjes op leeftijd niet misstaat. Claxonnerende dan wel meewarig met het hoofd schuddende medeweggebruikers zijn daarbij je deel. Zelfs zuinigheid heeft kennelijk een prijs. Flink prijskaartje Volkswagen zette met de Lupo 3L TDI zonder meer een wereldprestatie neer. Vooral het nieuw ontwikkelde dieseltje verdient in dat verband een pluim. Desalniettemin blijkt op diverse fronten dat Volkswagen zich in de nodige bochten heeft moeten wringen om de drieliter auto op de markt te zetten. De transmissie en de bandenkeuze doen immers onmiskenbaar afbreuk aan het rijplezier. Ook van de consument wordt het nodige verwacht. Hij dient niet alleen genoegen te nemen met een 'mindere' Lupo maar tevens diep in de buidel te tasten. Het prijskaartje van de Lupo 3L TDI vermeldt immers een bedrag van 33.650 gulden. Zo lang de staat der Nederlanden niet met een aantrekkelijke ecosubsidie over de brug komt, geldt dan ook dat een Lupo 1.7 SDI als de betere keus aangemerkt dient te worden. Wie op eigen kracht een Lupo 3L TDI wil terugverdienen, moet immers wel heel veel kilometers stukrijden. |