Auto | 5 november 1999 |
GaragetestHet tijdschrift AutoWeek testte voor de twaalfde keer in successie een aantal garagebedrijven. Dit keer niet de garages van een bepaald merk, maar voor het eerst werden de universele Bovag-garages onder de loep genomen. Dit keer werd een Peugeot 1.1i Accent van december 1994 tienmaal geprepareerd voor een 10.000-kilometerbeurt. De auto werd vervolgens aangeboden bij de zogenaamde ABA (Auto Bedrijven Associatie), de niet-merkgebonden dealers. Telkens werden twaalf controlepunten aangepast, waarvan er volgens de opgave van de grote beurt tien zouden moeten zijn verholpen en twee opgemerkt. Ten slotte stelde de redactie vast of er na de beurt ook een proefrit was gemaakt. De garagetest leverde grote verschillen op, zowel in prijs als prestatie. De universele garages van de Bovag missen gemiddeld 5,2 punt. Er was zelfs een garage die wist te melden dat de auto geheel in orde was, nota bene, nadat er een proefrit van zeven kilometer mee was gemaakt! En dat terwijl de bandenspanning niet deugde, remschijven versleten waren en de uitlaat duidelijk hoorbaar was. Ook wat betreft kosten bleken de ABA-leden zeker niet beter dan de merkgebonden dealers. AutoWeek betaalde gemiddeld 236, 42 gulden. Tot slot viel op dat het serviceniveau beduidend lager was dan dat van de dealerbedrijven: geen koffie, geen wegbrengservice, geen gewassen auto terug en soms een summier gespecificeerde rekening. Wel vrijwel overal een vriendelijk ontvangst. De Bovag reageert overigens dat er inmiddels gewerkt wordt aan een programma ter verbetering van de kwaliteit. |