Zuinige, luidruchtige JapannerDoor Arno Witvliet Voorheen was de Mazda 323F de sportieve loot aan de ietwat suffe drietweedrie-stam. Totdat opeens de Mazda 323 FastBreak zijn opwachting maakte. Veelzijdigheid en gebruiksvriendelijkheid bleken dynamiek en sportiviteit naar de achtergrond te hebben verdrongen. Bovendien presenteerde Mazda een nieuwe, direct ingespoten turbodiesel, die het Fast in de Break diende waar te maken. De Mazda 323 FastBreak als kind van zijn tijd.
Spannend is de Mazda 323 FastBreak op het eerste gezicht zeker niet. Ook deze creatie op wielen is jammergenoeg een rijdend voorbeeld van de Japanse school. Keer op keer dient immers vastgesteld te worden dat de ontwerpstudio's van de Japanse autofabrikanten er zelden of nooit in slagen auto's te ontwerpen die de harten van de liefhebbers sneller doen kloppen. Mazda heeft weliswaar een aantal jaren geleden geprobeerd om met de grappige 121 het bolhoedje de sleur van saaiheid te doorbreken, maar kwam daar wegens gebrek aan succes noodgedwongen van terug. Sindsdien bewandelt Mazda net als voorheen en net als rest van de Japanse fabrikanten de platgetreden paden der monomorfie. De 323 FastBreak is dan ook mooi noch lelijk. De neutrale vormgeving zal weinigen een gruwel zijn, maar evenmin bij velen enthousiasme kunnen bewerkstelligen. De Japanner is simpelweg een keurige auto, waarmee je fatsoenlijk mee voor de dag kunt komen. Het is jammer dat de 323 FastBreak een wat kleurloze indruk maakt. Hij is namelijk minder doorsnee dan zijn uiterlijk doet vermoeden. Mazda heeft de F een nieuwe invulling gegeven. Begin jaren '90 was de 323 F nog de sportieve variant van de serie waarvan de eerste generatie zelfs met karakteristieke opklapbare koplampen door het leven ging. De rijders van toen die zich met een 323 F wilden onderscheiden, zijn nu de kopers van een 323 FastBreak. De nieuweling past voortreffelijk bij een volgende levensfase waarin de vervoersbehoefte door een gezin met kinderen wordt bepaald. De burgerlijkheid van een Opel Astra Stationwagen of iets soortgelijks is aan deze kopersgroep nog altijd niet besteed. De Mazda 323 FastBreak houdt het midden tussen een sportieve hatchback en een praktische stationwagen en combineert de deugden van de een met de vreugden van de ander, zonder echter een van beide te overtreffen. Feitelijk is de 323 FastBreak dan ook vlees noch vis, maar het geserveerde blijkt desalniettemin prima te smaken. Niet stil Onder de kap huist een nieuw ontwikkelde 2,0 liter direct ingespoten turbodieselmotor. Het aggregaat levert bij 4000 tpm een maximumvermogen van 66 kW/90 pk en weet tussen 1800 en 2600 tpm een maximumkoppel van 220 Nm aan de voorwielen af te geven. Voor een 1180 kilogram wegende middenklasser zijn dat prima waarden, die resulteren in eveneens prima prestaties. Zo weet de Mazda in 12,2 seconden vanuit stilstand naar een snelheid van 100 km/h te speren en laat de wagen het er volgens zijn makers niet eerder dan bij 178 km/h bij zitten. De praktijk leert dat de 323 FastBreak 2.0 DiTD inderdaad goed van zijn plaats wil komen. Vooral tussen 1500 en 3000 tpm hangt de machine lekker aan het gas en wordt een forse neerwaartse beweging van het gaspedaal vertaald in een prettige acceleratie. Beneden 1500 tpm is de beer in de machine nog niet helemaal wakker en voelt de wagen aanmerkelijk minder levendig aan. Verder is het jammer dat de motor niet tot de stilste in zijn soort behoort. Vooral wanneer de motor nog niet op bedrijfstemperatuur is en bij stevig optrekken laat de krachtbron zich nadrukkelijk horen. Een en ander verstoort de comfortbeleving. Zeker wanneer bedacht wordt dat juist deze diesel de schare kilometervreters die veelvuldig en vaak lang achter het stuur doorbrengt, dient te behagen. Het brandstofverbruik is daarentegen aangenaam. Gemiddeld verstookte de dieselmotor elke 15,9 kilometer een liter dieselolie en dat mag met recht bescheiden genoemd worden. Stevig geveerd Hoewel de 323 FastBreak op het eerste gezicht een weinig opvallende indruk maakt, verdwijnt dat idee op de weg als sneeuw voor de zon. De Japanner blijkt een verdraaid lekker rijdende wagen te zijn. De auto is behoorlijk stevig geveerd, maar niet zodanig dat van oncomfortabel stug gesproken kan worden. Het onderstel is daarentegen mooi communicatief en leent zich derhalve uitstekend voor een lekker bochtje hier en voor een fraai trajectje daar. De Japanner laat zich lekker strak en met veel gevoel besturen. De stuurbekrachtiger blijft daarbij zodanig op de achtergrond dat menigeen het rondhoepelen in de Mazda zelfs als een tikkeltje te zwaar zal beoordelen. Bochten neemt de auto prima. Onderstuur blijft erg lang afwezig en openbaart zich enkel bij extreme snelheden. Wanneer deze reactie de kop opsteekt, is gas terugnemen voldoende om de auto weer in het gareel te krijgen. Remmen is echter uit den boze. De Mazda reageert dan met heftig overstuur, dat stukken minder eenvoudig te corrigeren is dan het optredende onderstuur. Over de bediening van schakeling en koppeling valt eveneens weinig te klagen. De vijfversnellingsbak functioneert zonder meer goed. De koppeling vraagt even gewenning, daar het aangrijpingspunt nogal laag ligt, zodat het samenspel in het begin enige aandacht vraagt. Kwestie van wennen. Stevig én saai Het interieur van de Mazda is al net zo weinig inspirerend als de buitenzijde. Het geheel steekt stevig in elkaar, maar stemt nu niet bepaald vrolijk. Saaie maar degelijke grijze kunststoffen voeren de boventoon en worden ondersteund door even saaie stoelbekleding. Het geheel is desalniettemin overzichtelijk ingedeeld en laat zich navenant eenvoudig bedienen. Het meubilair is van goede kwaliteit. Zo zijn de voorstoelen lekker groot en bovendien stevig vormgegeven. Ze voorzien niet alleen in een goede dosis ondersteuning maar zijn tevens goed te verstellen. Het bestuurdersexemplaar is in hoogte en hoek verstelbaar, zodat in combinatie met het in hoogte en lengte verstelbare stuurwiel een goede zitpositie gevonden kan worden. Ruimte voor hoofd en benen is er voorin in ruime mate voorhanden. Achterin is het wat minder royaal, maar opvallend genoeg beschikt de Mazda 323 FastBreak over een verstelbare achterbank, waardoor er een keuze voor beenruimte dan wel bagageruimte gemaakt dient te worden. Een andere slimme vondst is de opklapbare leuning van de passagiersstoel. Zo kan er een tafeltje gecreëerd worden, maar belangrijker is wellicht de ontstane mogelijkheid om lange spullen te vervoeren. Met een inhoud van 355 liter is de bagageruimte echter niet meer dan gemiddeld van inhoud. Vier uitvoeringen Mazda levert de 323 FastBreak met drie benzinemotoren en twee diesels. De kleinst bemeten benzinedrinker met een cilinderinhoud van 1,3 liter. Naast een benzinemotor met een inhoud van 1,5 liter levert Mazda de 323 FastBreak verder met een 1,8 liter benzinemotor. De dieselmotoren hebben beide een cilinderinhoud van 2,0 liter. De minst krachtige van de twee levert een maximumvermogen van 52 kW/72 pk en onderscheidt zich ten opzichte van de beproefde 2.0 DiTD door indirecte inspuiting. De fabrikant levert de 323 FastBreak in vier uitvoeringen. De LX opent de serie met voorzieningen als centrale vergrendeling, getint glas, stuurbekrachtiging, in hoogte verstelbaar stuurwiel, in hoogte verstelbare bestuurdersstoel, hoofdsteunen voor en achter, in ongelijke delen neerklapbare achterbank en stuurbekrachtiging. Niveau GLX voegt daaraan onder meer mistlampen voor, elektrisch bedienbare voorramen en buitenspiegels, afstandsbediening op de centrale portiervergrendeling, toerenteller, buitentemperatuurmeter en airconditioning toe. De 323 FastBreaks LS en GLS zijn gelijk aan respectievelijk LX en GLX, maar zijn bovendien uitgerust met abs, een passagiersairbag en sidebags. Mazda levert de FastBreak 2.0 DiTD echter enkel als GLX en GLS, die vanaf 39.895 en 41.395 gulden de showroom verlaten. Extra veiligheid vergt derhalve een investering van 1500 piek en is dus een aanrader bij uitstek. Leuke auto De FastBreak is een leuke auto, die er jammergenoeg niet dienovereenkomstig uitziet. De wagen verdient echter absoluut een plaatsje onder de zon. De sympathieke Japanner rijdt immers uitstekend, steekt verder goed in elkaar en is bovendien simpelweg een praktische auto. Toegegeven, een stationwagen biedt wat betreft volume meer mogelijkheden, maar is dan ook meteen een stuk doelmatiger vormgegeven. Het belangrijkste minpunt wordt gevormd door de tamelijk luidruchtige motor, die echter tegelijk beloont met een spaarzaam brandstofverbruik. In tijden waarin een sportieve rijstijl door de toegenomen verkeersdrukte steeds minder vaak te beoefenen valt en waarin multifunctionaliteit en milieubewustzijn belangrijke waarden zijn, passen wagens als de zuinige en praktische 323 FastBreak 2.0 DiTD. De Japanner is derhalve inderdaad een kind van zijn tijd. |