Saaimans in zomerkostuumDoor Arno Witvliet Ik woon in een grauwe straat in een voor de tijd van het jaar grauwe stad. De regen slaat mistroostig stemmend tegen de ramen. Beneden in de straat schijnt echter de zon. Te midden van alle saaie grijze, witte en donkerblauwe auto's die er doorgaans geparkeerd staan, heeft zich zomaar een fel geel voertuigje verschanst. Klein maar uitbundig. De nieuwe Honda Logo. Een zonnetje uit Japan wiens toekomst er bij nadere beschouwing minder zonnig uitziet dan de auto doet vermoeden.
Honda heeft het moeilijk. Terwijl wij Nederlanders vorig jaar aanzienlijk meer nieuwe auto's kochten dan een jaar eerder, lieten we Honda een kwijnend bestaan leiden. Het Japanse merk wist onze toegenomen collectieve kooplust niet in zijn voordeel uit te buiten zodat de teruggelopen verkopen dubbel zo moeilijk te verteren waren. De Japanse bazen van Honda lieten daarop het hoofd van Bert Waterman rollen, die als directeur van Honda Nederland verantwoordelijk gehouden werd voor de belabberde verkoopcijfers. Na een conflict over de prijsstelling van de nieuwe Honda Logo zou hem definitief de genadeslag zijn uitgedeeld. Waterman zelf wijt de oorzaak van zijn vertrek aan de door zijn Japanse superieuren voor Nederland uitgestippelde prijspolitiek. Als vooruitgeschoven post hier te lande zag hij als geen ander dat Honda langzaam maar zeker zichzelf de nek omdraaide door zijn producten simpelweg te duur in de markt te zetten. Zijn verzet daartegen werd echter niet langer serieus genomen en zelfs met een ontslag bezegeld. De tragiek van Waterman is echter dat hij gelijk had maar het niet heeft gekregen. Zo is de huidige generatie Honda Accord immers een uitstekende auto, die zich echter gehinderd weet door een relatief hoge aanschafprijs. De Honda Logo krijgt het op de Nederlandse markt naar alle waarschijnlijkheid helemaal moeilijk. Deze auto steekt in tegenstelling tot de Accord niet eens boven de middenmoot uit en is bovendien zwaar overprijsd. Uit het navolgende zal blijken waarom. Herkenbaar De Honda Logo is een auto die op het eerste gezicht ongetwijfeld evenmin vrienden als vijanden zal maken. De auto is ontzettend neutraal vormgegeven en zal simpelweg voor vrijwel niemand een steen des aanstoots vormen. Of het zou de kleur moeten zijn. Tot mijn grote vreugde vaardigde de importeur een Racing Yellow gespoten Logo af voor deze test. In tegenstelling tot het conservatief gestileerde koetswerk maakt deze kleur van de Logo een niet te onderschatten blikvanger. Niet voor niets maakt Honda in zijn communicatie rondom de Logo gebruik van deze knalgele carrosseriekleur. De Logo beweegt zich in deze kleurstelling immers als een olijkerd in de sombere en kleurloze massa. Dat is in de auto te prijzen. Een leuke kleur maakt je immers blij. Hoewel de Logo verder een nietszeggend koetsje heeft, is de auto desalniettemin als Honda herkenbaar. Zeker de voorzijde kan in dat licht bezien als geslaagd beschouwd worden. De chromen omranding van de grille voegt daar zelfs een zekere grandeur aan toe. Stevig verbruik De kakelverse Honda Logo is slechts leverbaar met één enkele krachtbron onder de motorkap. Het karretje wordt dan ook te allen tijde via de voorwielen aangedreven door een benzinegestookte 1,3 liter viercilinder achtklepper. Deze krachtbron levert een maximumvermogen van 48 kW/65 pk bij 5000 tpm en een maximumkoppel van 108 Nm bij 2500 tpm. Hoewel het maximumvermogen voor deze cilinderinhoud aan de bescheiden kant is, maakt de machine goede sier met de beschikbaarheid van het maximumkoppel in de lage toerenregionen, waardoor de knop van de versnellingspook relatief weinig ter hand genomen hoeft te worden. De prestaties van de Honda Logo zijn vergelijkbaar met zijn segmentkornuiten. De Japanner sprint in 14,5 seconden vanuit stilstand naar een snelheid van 100 km/h en houdt het bij een topsnelheid van 152 km/h voor gezien. De krachtbron laat de inzittenden echter goed merken waar de werkzaamheden tijdens de rit verricht worden. Zeker bij legale kruissnelheden op de snelweg en daarboven laat de motor goed van zich horen. De Logo slobberde als genoegdoening gemiddeld elke 11,9 kilometer een liter benzine naar binnen. In deze klasse geldt een dergelijk verbruikscijfer als behoorlijk stevig, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze redacteur de Logo ook behoorlijk hard heeft laten werken. Gevoelloos Het weggedrag van de Honda Logo levert evenmin opzienbarende gezichtspunten op. De auto ligt heel behoorlijk op de weg, weet heel redelijk raad met oneffenheden in het wegdek en gaat bovendien fatsoenlijk de hoek om. Uitbundige bewoordingen zijn op het onderstel van de Logo echter niet van toepassing. Het belangrijkste manco van de Logo is wel de afwezigheid van gevoel. De auto maakt een vlakke en gevoelloze indruk. Dat is ontzettend jammer, temeer daar Honda juist een reputatie geniet als constructeur van actieve en communicatieve auto's. Zo niet de Logo. De wagen helt in bochten nadrukkelijk over en schrobt het teveel aan snelheid met een goed te corrigeren dosis onderstuur uit de wielen. Standaard is de auto voorzien van stuurbekrachtiging zodat parkeren een fluitje van een cent is. Ook de versnellingsbak kan de toets der kritiek goed doorstaan. De remmen oogsten minder waardering. Bij stevig remmen blokkeren de wielen naar mijn smaak te snel. Een veiligheidsvoorziening als abs is helaas niet leverbaar. Een bestuurdersairbag behoort daarentegen tot de standaarduitrusting. Een passagiersairbag kan echter niet eens geleverd worden tegen meerprijs. Geen kraakjes Het interieur van de Honda Logo is al net zo fantasieloos als de buitenzijde. Strakke en weinig creatieve vlakken wisselen elkaar af. Het geheel is bovendien nog eens opgetrokken met behulp van een goedkoop uitziende kunststof. De afwerking is echter boven alle twijfel verheven, want rammeltjes, kraakjes en piepjes zijn niet waar te nemen. Terwijl de buitenzijde door de kekke lakkleur nog een glimlach op het gelaat weet te toveren, lijkt saaimans voor de stoffering van de binnenzijde de vrije hand te hebben gekregen. Geen vrolijke en kleurige motiefjes in de stoelbekleding of andere olijke details. Het enige dat fris kleurt, is de blikken beplating van de portieren, dat echter eerder vanuit kostenoverwegingen dan vanuit een smaakvol idee onbekleed is gebleven. Een pluspunt is echter de hoeveelheid binnenruimte. Zowel voorin als achterin is er een royale hoeveelheid hoofdruimte terwijl volwassen voorin prima uit de benen kunnen. De kwaliteit van de voorstoelen waarvan het bestuurdersexemplaar bovendien uitstekend te verstellen is, dragen een forse steen aan het welbevinden bij. Achterin is de Logo minder ruimhartig, zodat enkel kinderen zich op de achterbank prettig voelen. De bagageruimte is met een inhoud van 228 liter echter weer van een bescheiden volume. Dealers blij De Logo is er met slechts één motor onder de kap en in slechts één uitvoering. Het leveringsprogramma is derhalve zeer overzichtelijk. Standaard is de auto voorzien van getint glas, in kleur gespoten bumpers en spiegels, luidsprekers, bestuurdersairbag, stuurbekrachtiging en een in hoogte verstelbaar stuurwiel. Al met al geen uitrustingsniveau waarvoor de Logo zich in deze klasse behoeft te schamen. Het aantal opties is beperkt tot een continue variabele transmissie (2500 gulden), airconditioning (2490 gulden) en het zogenaamde Power Pack (2000 gulden), dat voorziet in centrale portiervergrendeling met afstandsbediening en elektrisch bedienbare ramen en buitenspiegels. De grote vraag is of de Logo net zoveel zon in de verkopen van Honda zal brengen als het knalgele testexemplaar in mijn grauwe straat dat deed. Eerlijk gezegd ben ik bang van niet. De Honda Logo is immers niet in staat om de gevestigde orde serieus partij te geven, terwijl zijn prijsstelling van 25.990 gulden dat wel doet vermoeden. De dealers zijn volgens een zegsvrouw van Honda erg blij met de Logo, daar de auto de leegte onder de Civic opvult, zodat Honda nu ook in dat segment een vuist kan maken. Ik denk ook dat het daarbij zal blijven. Met de Logo balt Honda inderdaad een vuist zonder daarbij daadwerkelijk zijn concurrenten gevoelige klappen te kunnen uitdelen. Daartoe is de Logo én niet goed genoeg én gewoon te duur. De auto is namelijk net zo duur als de toppers in het segment, zonder dat daar een goede reden voor is. Eigenlijk hebben ze bij Honda zelf ook niet echt een hoge pet op van de Logo. Een geplande afzet van achthonderd eenheden voor dit jaar kan immers niet bepaald als een serieuze en ambitieuze doelstelling worden uitgelegd. Het zou goed zijn als Honda eens zijn licht opstak bij de concurrentie. Daar ziet het er vooralsnog stukken zonniger uit. |