Wildspiegels

Weg-, terrein- en wildbeheerders plaatsen al tientallen jaren spiegels of reflectoren op plaatsen waar veel zoogdieren de weg oversteken. Om aanrijdingen te voorkomen. Een dergelijke voorziening heeft echter vrijwel geen nut. Het is absoluut niet bewezen dat met de plaatsing van metalen spiegels of reflectoren het aantal aanrijdingen met wild vermindert. Eveneens is nimmer aangetoond dat wildspiegels een bijdrage leveren aan de verbetering van de veiligheid van weggebruikers en dieren. Dat concluderen dr. J. de Molenaar en ir. R. Henkens van onderzoeksinstituut IBN-Dlo in Wageningen op basis van een studie naar de effectiviteit van wildspiegels. Het onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat vloeit voort uit een breed opgezette studie naar de algemene werking van licht op de natuur. Volgens De Molenaar en Henkens is het de vraag of het wild het weerkaatste wit of rood licht kan waarnemen. „De weerkaatsing van licht door de reflectoren is overigens minimaal, onder meer doordat ze te ver uit elkaar staan. En zelfs als de spiegels daadwerkelijk effect zouden hebben, dan is er nog het praktische probleem van het onderhoud. Veel wildspiegels zien zo zwart dat van een spiegelend effect geen sprake kan zijn.” In zijn algemeenheid zijn wildrasters langs de weg de meest effectieve maatregel om aanrijdingen te voorkomen. Als aanvullende maatregel kunnen de afgeschermde gebieden worden voorzien van wilddoorlaatposten met elektronische detectieapparatuur, die het verkeer waarschuwt als er wild nadert of aan het oversteken is.