Apart van vorm, royaal met ruimteDoor A. Witvliet Ooit was er in autoland een nummer drie die zich hevig inspande om de twee koplopers bij te kunnen benen. Wat het merk echter ook probeerde, van inlopen was nimmer sprake. Ford zwoegde en zweette en werd ten langen leste zelfs voorbijgestreefd door notabene een Fransoos. Ford speurde vasthoudend naar nieuwe kansen. Het merk is inmiddels terug in de race en bovendien vastbesloten om die derde positie op Renault te heroveren. Opel en Volkswagen zijn eveneens gewaarschuwd. Het kanon van Ford vlamt als nooit tevoren. Met de fonkelnieuwe Focus als wel heel bijzondere munitie. De fonkelnieuwe Ford Focus is ontegenzeggelijk een opvallende verschijning. De opvolger van de altijd anoniem gebleven Escort is visueel beschouwd een vertegenwoordiger van New Edge. Deze stijl van design kenmerkt zich door een scherpe lijnvoering gecombineerd met afgeronde vlakken en houdt nu al een paar jaar de ontwerpstudio's van Ford in haar greep. Tot voor kort openbaarde deze nieuwe invloed zich uitsluitend in de ontwerpen van auto's als de Fords Ka en Puma, wagens die vooral appelleerden aan de smaak van een dynamisch en nonconformistisch ingestelde kopersgroep. Het voortijdige verscheiden van de opvallende laatste generatie Scorpio lag immers nog vers in het geheugen en maakte pijnlijk duidelijk dat drastische veranderingen in bepaalde segmenten op weerstand stuiten. Het getuigt dan ook van moed dat Ford voor een radicale ommekeer heeft gekozen in een zeer belangrijk maar tegelijkertijd aartsconservatief segment. De Focus moet het immers niet alleen opnemen tegen kassakrakers als de Opel Astra, de Volkswagen Golf en de Renault Mégane, maar wordt tevens geacht een substantiële bijdrage te leveren aan Fords totale omzet. De gloednieuwe Focus moet simpelweg een succes worden teneinde Fords aansluiting bij de top veilig te stellen. Ford heeft gemeend dat eigenzinnigheid uiteindelijk meer potentieel heeft dan het bewandelen van platgetreden paden. Alleen daarom al verdient de Focus een buitengewoon hartelijk onthaal in de strijd om de consumentenvoorkeur. Luiheid Ford levert de Focus met een viertal moderne zestienkleps benzinemotoren, die gezamenlijk de Zetec-SE motorenfamilie vormen. De cilinderinhouden variëren van 1,4 tot 2,0 liter. Daarnaast levert Ford een direct ingespoten, 66 kW/90 pk leverende 1,8 liter turbodieselmotor. De testwagen werd aangespoord door een 1,6 liter viercilinder, die bij 6000 tpm maximaal 74 kW/100 pk weet op te wekken. Het maximumkoppel van 145 Nm wordt 2000 tpm eerder via de voorwielen op het wegdek gebracht. De Ford Focus is met deze krachtbron onder de motorkap in staat om in 10,9 seconden vanuit stilstand een snelheid van 100 km/h te realiseren. Voorts behoort een topsnelheid van 184 km/h tot de fysieke mogelijkheden. De krachtbron maakt indruk door de rust waarmee hij zijn inspanningen begeleidt. De hoeveelheid motorgeluid blijft binnen aangename perken en de wijze waarop de machinerie over de gehele linie haar rondjes draait laat zich als fraai karakteriseren. Desondanks voelt de welgemanierde krachtbron niet bijster energiek aan. Vooral bij versnellen vanaf pakweg 2000 tpm toont de zestienklepper zich niet erg enthousiast. Pas wanneer de wijzer van de toerenteller voorbij de 4000 tpm geklommen is, beginnen de spieren lekker los te komen. Het gevolg van deze laagtoerige luiheid is dat er bij tussenacceleraties relatief veel geschakeld moet worden om de vaart in de Focus te houden. De oorzaak van deze motorkarakteristiek moet gezocht worden in de lange overbrengingsverhouding van de vierde en vijfde versnelling. De vermeende voordelen voor het brandstofverbruik worden door de praktijk weerlegd. Een gemiddelde consumptie van 1 op 10,9 maakt in deze klasse immers niet veel indruk. Stabiel Het weggedrag van de Ford Focus daarentegen is een hoogst aangename verrassing. Ford toonde zich eerder met de Ka en de Puma reeds bijzonder bekwaam in het ontwikkelen en afstemmen van onderstellen. Die vaardigheid komt ook in de Focus uitstekend tot uitdrukking. De kakelverse Ford stuurt immers messcherp en voorziet bovendien in een goedgekozen dosis gevoel. Bovendien blijkt het onderstel zich met verve van zijn taken te kwijten. De Focus is mooi stabiel en vertoont in bochten nauwelijks overhelneigingen. Onderstuur blijft lang achterwege, waardoor de Ford prachtig strak de curve door gejaagd kan worden. Van nervositeit is nimmer sprake, ook niet wanneer de Focus zijn fysieke begrenzing bereikt. Terwijl de auto zich goed controleerbaar naar de buitenkant van de bocht beweegt, schrobben de wielen het teveel aan snelheid op het asfalt weg. De rechtuitstabiliteit verstoort al evenmin een evenwichtig beeld. Bovendien wordt de Focus niet geplaagd door hinderlijke carrosseriebewegingen als het kwispelen met de achterkant bij uitwijkmanoevres. De transmissie doorstaat de toets der kritiek eveneens met glans. Dat mag ook wel, want de strak schakelende pook dient in deze Focus bovengemiddeld vaak ter hand genomen te worden. De opvolger van de Escort remt verder naar behoren. Een abs-remsysteem behoort tot de standaarduitrusting, evenals een tweetal airbags. Veel ruimte Het interieur van de Focus is al net zo wonderlijk vormgegeven als de buitenzijde. Dat is overigens niet meer dan normaal. Een opvallend uiterlijk harmonieert immers niet met een zich weinig onderscheidend interieur. Andersom trouwens ook niet. Ondanks het ontbreken van rechtlijnigheid laat het dashboard van de Focus zich overzichtelijk bedienen. Het geheel is keurig afgewerkt en de bedieningsorganen bevinden zich op logisch gekozen posities. Het interieur maakt vooral goede sier met een voor deze klasse royale hoeveelheid binnenruimte. De nieuwe Opel Astra viel destijds op dit onderdeel al in positieve zin op en moet deze voordeelpositie nu delen met de Ford Focus. Binnenruimte is in deze klasse meestal niet het sterkste punt. Vooral de achterpassagiers moeten het nogal eens ontgelden. In de Focus kunnen zij echter een behoorlijk acceptabel onderkomen voor benen en hoofd verwachten. Voorpassagiers hebben al evenmin te klagen. Voor hen heeft de Focus Trend een paar goed stevige en goed vormgegeven sportstoelen in petto, waarvan het bestuurdersexemplaar bovendien in hoogte te verstellen is. Het draaischijfje waarmee deze verticale beweging bewerkstelligd kan worden is weliswaar ronduit ouderwets, maar het functioneert naar behoren. De passagiersstoel ontbeert een dergelijke voorziening. Lange voorinzittenden zullen de afwezigheid daarvan betreuren. Ten opzichte van de bestuurder zitten zij voor het gevoel simpelweg te hoog. De bagageruimte scoort met een volume van 350 liter gemiddeld. De Astra slikt 20 liter meer, terwijl de Golf 20 liter minder royaal bepakt kan worden. Modellen Ford heeft het modellenprogramma van de Focus overzichtelijk ingedeeld. De prijslijst opent met een bedrag van 32.495 gulden voor zowel de Focus Trend als Ambiente met de 55 kW/75 pk leverende 1,4 liter zestienklepper onder de kap. De koper dient derhalve te kiezen tussen sportief dan wel comfortabel. Beide uitvoeringen zijn standaard voorzien van zaken als abs, airbags, vier hoofdsteunen, centrale portiervergrendeling, getint glas en elektrisch bedienbare voorramen. De Trend is daarnaast standaard uitgerust met sportstoelen, tweetonige claxon, lederen stuurwiel en een sportief afgestemd onderstel. Het maakt financieel niet uit of de klant nu een driedeurs, een vijfdeurs of een stationwagen bestelt. De Trend is met deze krachtbron overigens niet als stationwagon leverbaar, terwijl de Ambiente nimmer als driedeurs de showroom zal verlaten. Voor 2000 piek extra verkrijg je een door de beproefde 1,6 liter krachtbron aangespoorde Focus Trend of Ambiente. Voor hetzelfde bedrag levert Ford tevens de Focus 1.4 16v Ghia, die desgewenst als Focus sedan op de weg verschijnt. Deze versie legt de nadruk op luxe en voorziet dan ook in zaken als elektrisch bedienbare en verwarmde buitenspiegels, middenarmsteun achter, bagagenet in de laadruimte, kaartleeslampjes, wortelnotenhouten dashboarddecoratie en chromen accenten op de carrosserie. Een grotere krachtbron kost steeds 2000 gulden meer, zodat voor het topmodel de Focus 2.0 16v Ghia een prijs van 40.495 gulden gereserveerd dient te worden. Afwerking in orde De Ford Focus is zonder twijfel een welkome aanwinst in het strijdperk der middenklasse. De auto maakt niet alleen goede sier met een zich onderscheidende vormgeving, maar blijkt ook onderhuids een aantrekkelijke dosis kwaliteiten te bundelen. Zo beschikt de Focus over een royale hoeveelheid binnenruimte en is de afwerking van een en ander dik in orde. De zestienkleps viercilinder maakt indruk door zijn fraaie loop en de onderstelkwaliteiten van de nieuweling zijn simpelweg top. Het enige echt hinderlijke nadeel van de Focus is het gebrek aan energie in de lage toerenregionen, wat nog versterkt wordt door de gekozen overbrengingsverhoudingen van de versnellingsbak. Doorsparen voor een 1,8 dan wel 2,0 liter biedt ongetwijfeld soelaas. Rest enkel de vraag of de consument het vooruitstrevende voorkomen van de Focus weet te waarderen. De Focus heeft mijn fiat in ieder geval. Of de beoogde kopersgroep hem pruimt, zal pas na verloop van tijd blijken. |