Auto

RD-autotest: Daihatsu Sirion ZTi

Een ondeugend en
deugdelijk mobieltje

Door Arno Witvliet
Je bent jong en je wilt wat. Daihatsu behoorde tot voor kort echter geenszins tot het leukste groepje van de klas en bleef derhalve buiten beeld bij de jonge en experimenteel ingestelde kopersgroep. Daar moest maar eens verandering in komen, zo oordeelden de hoge heren in Japan. Aldus geschiedde. De hoog op de wielen staande Terios bracht nieuw leven in de brouwerij. De kersverse en vrolijke Sirion doet eveneens een flinke duit in hetzelfde zakje.

De nieuwe Daihatsu Sirion weet onwillekeurig een glimlach op het gezicht te bewerkstelligen. Het enigszins maf ogende mobieltje vormt immers een olijke knipoog naar de in Japanse ontwerpstudio's heersende doctrine van kleurloosheid. Hoewel het gros van Daihatsu's modellen evenmin de grijsheid van de massa weet te ontstijgen, springt de Sirion er in positieve zin uit.

Het karretje onderscheidt zich door zijn originele vormgeving. De grote koplampen en het kleine derde zijruitje verschaffen de wagen een ondeugende uitstraling. Verder is het op z'n minst opvallend dat Daihatsu zonder blikken of blozen het modern gelijnde koetswerk verrijkt heeft met retrospectieve chromen stijlelementen.

Als klap op de vuurpijl heeft het Japanse merk een aantal kekke kleurstellingen voor zijn wonderbaby uitgedokterd. Mosterdgeel behoort tot de mogelijkheden en staat de Sirion onverwacht goed. De Royal Blue metallic gespoten testwagen gleed op opzichtige goudkleurige lichtmetalen velgen over 's lands wegen en trok dan ook opvallend veel bekijks. Kortom, de nieuwe Daihatsu Sirion is zonder meer een leuke en frisse nieuwkomer in het segment voor kleine auto's. Daihatsu zelf ziet de wagen als een 'rising star', getuige de naamgeving van hun nieuwste. De naam Sirion is immers een samentrekking van de sterren Sirius en Orion. Meer dan zevenhonderd vaderlanders zijn inmiddels voor de charmes van de Sirion gevallen. Vooralsnog lijkt de Japanner dan ook op een succesvolle toekomst af te stevenen.

Geen hardloper
De Daihatsu Sirion is weliswaar in velerlei gedaantes leverbaar, maar wordt enkel en alleen aangespoord door een 1,0 liter viercilinder twaalfkleps benzinemotor. Voor de gelegenheid heeft Daihatsu naar eigen zeggen een volledig nieuw motorblok het licht doen zien. Het aggregaat loopt als een naaimachientje zo mooi en levert een maximumvermogen van 40,5 kw/55 pk bij 5200 tpm. Het maximumkoppel van 88,3 Nm piekt bij 3600 tpm.

De driepitter draait graag toeren. Een en ander is ook wel nodig om de gang erin te houden, want een hardloper is de Sirion zeker niet. De sprint vanuit stilstand naar 100 km/h vergt 15,4 seconden en bij 145 km/h is de pijp helemaal leeg. Boven 120 km/h begint het motorlawaai verder ook een rol van betekenis te spelen, zodat de lust om het gaspedaal te vloeren en daarmee de verkeersregels met voeten te treden effectief wordt ingetoomd. Een en ander heeft natuurlijk bovendien gunstige effecten op de toch al spaarzame consumptie van brandstof. Daihatsu claimt een gemiddeld verbruik van 1 liter op 18,2 kilometer. Deze waarde kon door ondergetekende weliswaar niet gerealiseerd worden, maar een resultaat van 1 op 16,3 is desondanks een alleszins verdienstelijke score.

Tikkeltje venijnig
De nieuwe Daihatsu Sirion laat zich lang niet verkeerd over het asfalt dirigeren. Hoewel de bekrachtigde besturing best wat directer op stuuruitslagen zou mogen reageren, wordt de bestuurder voldoende op de hoogte gesteld van de kwaliteit van het wegdek. Verder reageert de Sirion in grenssituaties voorspelbaar, maar desondanks een tikkeltje venijnig. Wie met een behoorlijke vaart een curve in schiet, zal in eerste instantie een onderstuurreactie kunnen verwachten. Gas terugnemen is veelal voldoende om de Sirion in het gareel te houden. Wanneer het echt hard gaat, is menigeen geneigd het gaspedaal helemaal maar te laten voor wat het is. Met een venijnige overstuurreactie laat de Daihatsu weten dat wat meer kalmte en beheersing voor zowel mens als machine wenselijker zou zijn.

Verder garanderen vering en demping een prettige portie veercomfort, zonder dat het onderstel week en weinig informatief is. Al met al gedraagt de 810 kilogram wegende Japanner zich heel behoorlijk in het verkeer. Overhelneigingen blijven binnen de perken en wanneer de nood aan de man is, staat de Daihatsu snel genoeg stil. Wanneer voor de beproefde Sirion ZTi gekozen wordt, behoort abs zelfs tot de standaarduitrusting, evenals twee airbags en sidebags. De overige uitvoeringen hebben standaard twee airbags, maar moeten het zonder abs en sidebags stellen. De versnellingsbak verdient een voldoende. De pook laat zich netjes en trefzeker verplaatsen, maar ontmoet voor het mooi net even te veel weerstand.

Weinig beenruimte
De Daihatsu Sirion oogt ruimer dan hij in werkelijkheid is. De vijfdeurs carrosserie schept immers verwachtingen. De hoeveelheid beenruimte achterin is echter ronduit teleurstellend. Zeker wanneer een persoon van bovengemiddelde lengte voorin een beetje prettig wil zitten, blijft er tussen de rugleuning van de voorstoel en de zitting van de achterbank geen noemenswaardige afstand over. De hoofdruimte is door de horizontale daklijn echter zowel voorin als achterin ruimschoots toereikend.

Het meubilair is voldoende stevig, maar lijkt te veel op de naar onze begrippen ondermaatse Aziatische medemens te zijn afgestemd. Zo zijn de zittingen van de voorstoelen te kort om langbenige noorderlingen voldoende ondersteunende dienstverlening te kunnen bieden. De verstelmogelijkheden beperken zich tot de meest noodzakelijke voorzieningen.

De hoeveelheid meesleepbare bagage is echter wel weer aanzienlijk. De Sirion heeft immers 267 liter beladingsvolume voor haar inzittenden in petto en dat is in deze klasse simpelweg ruim bemeten. Het dashboard oogt in vergelijking met het origineel geproportioneerde koetswerk weliswaar fantasieloos, maar steekt keurig in elkaar en laat zich dankzij een overzichtelijke indeling goed bedienen. De achterruitenwisser wordt door middel van een knopje geactiveerd, terwijl dat eigenlijk via dezelfde bedieningshendel als de ruitenwissers van de voorruit behoort te geschieden. Verder geeft het interieur maar bar weinig reden tot klagen.

Twee airbags
Daihatsu heeft flink uitgepakt bij de aankleding van de Sirion. Zeker als 28 mille kostende ZTi mag de Sirion er zijn. Standaard is de auto dan voorzien van goede en aangename zaken als abs, airbags, sidebags, stuurbekrachtiging, elektrisch bedienbare ramen en spiegels, airconditioning, lichtmetalen velgen, metallic lak en nog veel meer.

De basis wordt echter gevormd door de 19.995 gulden kosten Sirion STi, die standaard reeds voorzien is van twee airbags, in delen neerklapbare achterbank, getint glas, metallic lak en in carrosseriekleur gespoten bumpers. Doorsparen voor een Sirion XTi verdient echter aanbeveling. Voor 2000 piek is deze variant onder meer voorzien van stuurbekrachtiging, elektrisch bedienbare buitenspiegels, wieldoppen, speakers en een toerenteller. De Sirion RTi vergt een investering van 23.595 gulden en is als subtopper onder andere nog uitgerust met centrale portiervergrendeling, elektrisch bediende ramen voor en achter, luxere bekleding van stoelen en portieren en een digitaal klokje.

Scherpe prijs
De Daihatsu Sirion is in velerlei opzichten een aantrekkelijke aanbieding. Zo blijkt de nieuwe Japanner niet alleen over een heel behoorlijk onderstel te beschikken, maar tevens door zijn achterdeuren en royaal bemeten laadruim uiterst gebruiksvriendelijk te zijn. Verder steekt de Sirion alleszins deugdelijk in elkaar en is de auto standaard royaal voorzien van allerhande nuttige en prettige uitrustingselementen.

Nuchtere rekenmeesters worden op hun wenken bediend door een scherpe prijsstelling en een sympathiek verbruikscijfer. Echt grote missers staan daar niet eens tegenover. Alleen de fraai snorrende driepitter is eigenlijk wat ondermaats voor deze auto. De grootste winst zit hem echter in het feit dat Daihatsu nu voor relatief weinig munten een leuke en opvallende wagen in de showroom heeft staan. En wie mosterdgeel met goudkleurige wielen nog te behoudend vindt, kan tegen meerprijs nog wat extra chroom op het olijke koetswerk laten aanbrengen. Een echte ster moet immers fonkelen.