Auto

Fabrikant opent bij eeuwfeest nieuw Technocentre

De werkplaats van
Louis Renault

Door Arno Witvliet
Renault viert dit jaar zijn honderdste verjaardag. Het eeuwfeest gaat vanzelfsprekend gepaard met tal van festiviteiten. Zo is er een speciale tentoonstelling opgezet om de historie van het Franse merk uit de doeken te doen. Renault heeft echter het oog voor de realiteit niet verloren. Met het zicht op de toekomst opende de fabrikant recent het fonkelnieuwe Technocentre.

De geschiedenis van Renault start op 24 december 1898. Op die dag stuurde Louis Renault zijn inmiddels beroemde kleine Voiturette voor talloze ongelovig kijkende toeschouwers de steil naar boven lopende Rue Lepic in. Louis had de auto eigenhandig in zijn kleine werkplaats in Billancourt in elkaar gezet. Hij wist zich financieel gesteund door zijn broers, die als handelslieden inmiddels tot een zekere welstand waren gekomen. Louis bleek de grondlegger te zijn van wat later tot een immens Frans staatsbedrijf zou uitgroeien. De werkplaats van Louis is als bakermat van Renault voor de slopershamer bewaard gebleven.

Het stenen gebouwtje is niet veel groter dan een doorsnee tuinhuis en valt in het niet bij de omringende fabriekshallen. Ter nagedachtenis aan Louis en aan zijn levenswerk is op het terrein van Renault Billancourt een tentoonstelling ingericht, die overigens niet voor het grote publiek toegankelijk is. Deze brengt honderd jaar Renault op compacte wijze in beeld. Het hoogtepunt van de expositie heeft echter niet eens wielen. Het betreft een sterk uitvergroot interieur, dat volwassenen de verhouding laat ervaren waarin kleine kinderen de binnenzijde van een doorsnee middenklasser beleven. Het is een rare gewaarwording om achter een stuurwiel plaats te nemen en niet eens met je voeten bij de pedalen te kunnen. Bovendien blijkt het kinderzitje weer als gegoten te zitten.

Nieuwe technieken
1998 is niet alleen het jaar van het eeuwfeest, maar tevens het jaar van het Renault Technocentre. Historie en toekomst gaan derhalve hand in hand. Het Technocentre is de denktank van de onderneming. Binnen de muren van het in Saint-Quentin-en-Yveline gevestigde ontwikkelingscentrum wordt met man en macht gewerkt aan de totstandkoming van nieuwe technieken en modellen. Verschillende afdelingen werken gelijktijdig aan één project. De voordelen daarvan komen niet alleen tot uitdrukking in een kortere en goedkopere ontwikkelingstijd, maar tevens in een toegenomen betrokkenheid van werknemers.

De sfeer in het Technocentre ademt een grote mate van openheid. Er wordt in grote kantoortuinen gewerkt, waarin de direct leidinggevenden gewoon tussen hun mensen zitten. Het Technocentre bestaat uit een drietal delen. “L' Avancee” herbergt de voorbereidende taken en de design-afdeling. “La Ruche” (de Bijenkorf) is het kloppende hart van het Technocentre en biedt plaats aan projectgroepen, de experts van Voertuig Engineering en de afdeling Research. In het verlengde hiervan bevindt zich het “Centre de Réalisation des Prototypes” als het logische eindstation van de werkzaamheden die in La Ruche worden verricht. Hier wordt de technische vorm van de voertuigen definitief voor serieproductie vastgelegd.

Ontwerptijd
Het Technocentre is ontworpen volgens een concept dat bedoeld is om teamwork te bevorderen. 7500 specialisten uit alle vakgebieden zijn direct betrokken bij de ontwikkeling van zowel het productgamma als de productiemiddelen. Renault spreekt van een goed gekozen afstemming tussen productonderzoek en procesonderzoek, de integratie van vakmanschap en projectmanagement en de combinatie van talent en kennis van zaken op één werkplek.

Renault zegt hierdoor de ontwikkelingstijd naar 36 maanden in het jaar 2000 en uiteindelijk zelfs naar 24 maanden te kunnen terugbrengen. Ter vergelijking: op dit moment geldt voor de tweede generatie Clio nog veertig maanden. Ook laat de fabrikant weten minstens 1 miljard Franse franken te kunnen besparen op de ontwikkelingskosten voor auto's. Hij acht deze voordelen van dermate groot belang dat er liefst 5,5 miljard frank in het Technocentre werd geïnvesteerd.