Minister test hybride
personenauto

De Toyota Prius is nog niet in Europa aangekomen of minister De Boer heeft al laten weten dat ze deze wagen als dienstauto wel ziet zitten. Voor twee weken althans. Medio april laat de milieuminister zich kortelings in de eerste in serie geproduceerde hybride personenwagen ter wereld rondrijden.

Wat je beloofd hebt, moet je doen. Dit aloude principe moet minister De Boer van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu door het hoofd hebben gespookt, toen ze besloot een proefrit in de Toyota Prius te zullen maken. Nog niet eens zo heel lang geleden liet de milieuminister weten dat haar volgende dienstsjees een hybride auto moest zijn. Dat leek gemakkelijker gezegd dan waargemaakt. De parlementsverkiezingen staan gepland op 6 mei en het ziet er niet naar uit dat er voor die tijd een hybride personenwagen op de Nederlandse markt zal verschijnen. Bovendien is het hoogst onzeker of mevrouw Margreeth de Boer voor een tweede termijn tot het ambt van minister geroepen zal worden. Op de valreep lijkt ze haar toezegging echter toch nog waar te kunnen maken.

Achterbank
De Toyota Prius is medio april officieel nog niet leverbaar, maar een aantal van deze slimme karretjes maakt voortijdig een oversteek naar het Europese vasteland. Een daarvan wordt door de importeur twee weken aan de minister afgestaan. Mevrouw De Boer knoopt wel een heel kortstondige relatie met de Prius aan, maar het initiatief verdient toch respect. De achterbank van een Mercedes-Benz E-klasse, de wagen waarin de bewindsvrouw zich momenteel laat rijden, is zonder twijfel gerieflijker dan de achterbank van de compacte Prius.

Beleid is echter beleid en goed voorbeeld doet goed volgen. De minister juicht de komst en het gebruik van elektrische auto's toe en wil dat zelfs met fiscale maatregelen stimuleren. Zo worden elektrische auto's vrijgesteld van de belasting personenauto's en motorrijwielen (bpm) en de motorrijtuigenbelasting (mrb). Bij de introductie op de Nederlandse markt zal de Toyota Prius geheel van bpm worden vrijgesteld. Geen wonder dat mevrouw De Boer de eigenschappen van het door haar zo bewonderde concept aan den lijve wil ondervinden.

Twee motoren
De Prius wordt als eerste hybride auto in serie geproduceerd en is sinds december 1997 in Japan te koop. De wagen is in eigen land buitengewoon succesvol. De oorspronkelijke doelstelling was duizend auto's per maand te produceren, maar er worden elke maand liefst vijfduizend Priussen besteld. De Prius is amper groter dan de Toyota Corolla en meet een lengte van 4275 mm, een breedte van 1695 mm en een hoogte van 1490 mm. De wielbasis bedraagt 2550 mm. De wagen onderscheidt zich door zijn hybride aandrijving.

Een benzinemotor en een elektromotor combineren de aandrijving van de Prius. De twee vullen elkaar aan om bijvoorbeeld sneller te kunnen accelereren. Bij het afremmen schakelt de benzinemotor uit en wordt de remenergie in elektrische energie omgezet. De benzinegestookte krachtbron telt vier cilinders met een gezamenlijke inhoud van 1,5 liter en ademt door vier kleppen per cilinder. De krachtbron levert een maximumvermogen van 58 kW bij 4000 tpm. De elektromotor schopt het tot 30 kW tussen 940 en 2000 tpm.

Er zijn veertig nikkelmetaal hybride accu's aan boord. De beide motoren zijn gekoppeld aan de Toyota Hybrid System continue variabele transmissie. Het brandstofverbruik is volgens Toyota gemiddeld 1 liter op 28 kilometer. Bovendien resulteren het frequente gebruik van de elektromotor en de extra schone verbranding van de benzinemotor in een uitstoot van CO, HC en Nox die ongeveer eentiende van de huidige Japanse milieueisen bedraagt. De Prius is dan ook een wagen waar minister De Boer haar vingers bij aflikt. Op papier althans.