Zevende artikel houdt verdere vooruitblik inDe troost van het laatste heilsfeitDoor S. C. Bax De Heidelberger Catechismus spreekt heel nadrukkelijk over de troost van het laatste heilsfeit. In onderscheid met andere geloofsartikelen wordt niet gevraagd naar het nut. Het geloofsartikel vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden houdt tegelijk een oneindig verdere vooruitblik in, zegt ds. K. Visser, christelijk gereformeerd predikant te Werkendam. Tegelijk is hier sprake van een bijna niet te verstaan 'heilig vermaak' over het oordeel dat uitgesproken wordt over Gods vijanden en de vijanden van Gods kinderen. Ik zie in het zevende geloofsartikel een regelrechte vraag aan het adres van elk mens: ten diepste komt in de belijdenis van de wederkomst de indringende persoonlijke vraag aan de orde hoe het geestelijk met ons gesteld is. Hoe kijken we uit naar de wederkomst en het oordeel? Het antwoord kan zijn dat we er verlangend naar uitzien en de wederkomst als een troost ervaren. Maar het is ook mogelijk dat we alleen maar voor die dag te vrezen hebben. In ieder geval komt bij de wederkomst de ware geloofsgestalte naar voren. Gericht De wederkomst houdt vooral ook het gericht in zich. Dan spreekt het oordeelsgericht daarvan dat de ware gelovige in het verleden dit ervaren heeft. Dat krijgt vervolgens betekenis in het heden, met het oog op de eeuwige toekomst. De gerichtsdag in het verleden is dan Golgotha, waar Gods Zoon de eeuwige straf droeg. Dat wordt vervolgens verbonden met het gericht tijdens de wederkomst waarvan sprake is in artikel zeven. Vanuit dit artikel zie ik de vraag opkomen of we persoonlijk al met het gericht van doen hebben gekregen. Op de preekstoel zei ik eens in dit verband dat we er persoonlijk kennis van moeten hebben. We moeten immers weten van het gedagvaard zijn voor het recht van de Heere God. Wij kunnen van en uit onszelf niet bestaan voor een rechtvaardig God. De vloek ligt op ons. Dat oordeel zal plaatshebben als Hij terugkomt en wij niet zijn gerechtvaardigd. Het zal verschrikkelijk zijn een voor ons onbekende Christus te ontmoeten. Want als we Hem niet hier hebben leren kennen, zullen we omkomen in het gericht. Op deze grote dag der dagen komt het verschil tussen eeuwig wel of eeuwig wee openbaar. Troost Daarom vraagt de Heidelberger naar de troost van dit geloofsartikel. We moeten aan deze zijde van het graf verzoend zijn. We krijgen te maken met het recht Gods en elk mens probeert daar onderuit te komen. Het is een echte zegen als de Heere een zondaar laat vastlopen door hem of haar te laten beseffen dat wij niet zelf voor onze zonden kunnen betalen. Dan zullen we het rechtvaardige vonnis leren billijken als een welverdiend oordeel. Zo maakt de Heilige Geest plaats en Christus openbaart Zich in deze weg. Aan het gericht bij de wederkomst gaat daarom een persoonlijk gericht vooraf. Dan heb je je de vloek leren toeëigenen. In die weg geeft de Heilige Geest je een oog des geloofs voor Hem Die voor ons tot een vloek is geworden. Alleen zo kun je, ziende op de Gekruisigde, uitzien naar de wederkomst des Heeren. Vermeden gevaar Artikel zeven zet tegelijk de wederkomst in zo'n perspectief, dat het gevaar van eenzijdigheden in de overdenking rond de eindtijd vermeden wordt. Als we dit artikel goed verstaan en doorleven, bewaart dat voor allerlei ontsporingen. Daar zijn er heel wat van. Te denken valt aan een eenzijdige nadruk op het duizendjarig rijk, de toekomst van Israël en de vorm en gestalte van de antichrist. Daarmee is niet gezegd dat je er niet over na mag denken. Maar het voorkomt eenzijdigheden en zorgt ervoor dat het hoofddoel niet uit het oog verloren wordt. Het gaat uiteindelijk voor onze zaligheid alleen om wat artikel zeven in dezen belijdt. Weten we dat we met God verzoend zijn? Alleen zo ontgaan we de toorn van God. De Schrift geeft op duidelijke wijze aan hoe wij moeten handelen met het oog op de wederkomst. In Lukas 21:28 gaat het over Christus' wederkomst. God roept op om omhoog te zien en de hoofden opwaarts te heffen. Dat moet niet zomaar. Er staat bij dat het is omdat onze verlossing nabij is. Beproefd leven Het gaat erom dat we weet hebben van een beproefd leven. We moeten beseffen dat toen dit uitgesproken werd, de verwoesting van Jeruzalem nog moest komen. De Heere Jezus ontmantelt hier ook een verkeerde toekomstvisie. Daarbij spreekt Gods Woord in dit verband van een hopend leven. Dat gaat gepaard met het herkennen van de tekenen der tijden en het daarin horen van de voetstappen van de komende Christus. Zo moeten we ook de krant lezen. Er ligt nog een andere les opgesloten in het goed verstaan van het zevende geloofsartikel. De ware gelovigen hoeven door de wederkomst niet overvallen te worden en zodoende in paniek te raken. Of het nu gaat om wat zich af kan spelen rond Irak of andere gebeurtenissen op het wereldrond, een christen schrikt niet. De ware christen ziet verwachtend uit naar die dag. Hij is zodoende ook niet onverschillig of houdt er een 'pluk-de-dag-mentaliteit' op na. De Heere geeft een les die ook vandaag volop actueel is. Zo moet het levenspatroon van de christen zijn: hoopvol uitziende naar een troostvolle wederkomst. Dagelijkse bekering Een leven dat in afhankelijkheid uitziet naar die grote dag, is niet eenvoudig, onmogelijk zelfs als we op onszelf zien. We moeten dagelijks leven bij de wederkomst. Gods Woord leert niet voor niets de noodzaak van een dagelijkse bekering. Dat staat niet los van het uitzien naar de eeuwige heerlijkheid. Dan leeft een mens bij het besef dat hij in het aangekondigde gericht niet hoeft te vrezen, omdat hij of zij al weet heeft gekregen van het gericht. Dan kreeg je een betrekking op de Borg en Zaligmaker. Ik denk aan de woorden die we vinden in Filippenzen 3:21: Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen. Urker vissers Ik herinner, als ik spreek over de wederkomst van Christus, graag aan wat ik als kind op Urk meemaakte. Ik kom uit een vissersgezin. Vader ging toen niet overweeks maar kwam elke zaterdag thuis. Daar rekende je op en we verwachtten dat. Moeder keek er vanzelfsprekend ook naar uit. Ze was druk doende, maar verwachtte vader elk moment. Zo verging het ons kinderen ook. Je was aan het spelen of we waren met andere dingen bezig. We verwachtten hem. Als hij dan kwam, de ene keer om tien uur 's morgens, de andere keer om drie uur 's middags, dan kwam hij altijd toch onverwachts: wel nog onverwachts, maar toch verwacht. Zo werkt ook het artikel van de wederkomst in het leven van de gelovige. Heilig vermaak Vervolgens gaat de Heidelberger in op wat er die dag van de wederkomst eigenlijk precies gebeurt. Er staat nadrukkelijk dat God Zijn vijanden en mijn vijanden let goed op de volgorde in de eeuwige verdoemenis werpen zal. Ik weet het, het is een moeilijk aspect om uit te leggen. Maar hier is sprake van een heilige wraak. Het gaat om diegenen die Christus niet geacht hebben, ja, Hem zelfs daadwerkelijk verwierpen en geen acht slaan op de verkondiging van het Evangelie. Dat heilige vermaak in de eeuwige verdoemenis wordt bepaald door het heilig recht Gods bij te vallen. Het zou rechtvaardig zijn als God ons allemaal liet waarin we onszelf geworpen hebben. Gods kinderen krijgen de deugd van Zijn rechtvaardigheid lief. God handelt niet onrechtvaardig door wie dan ook te veroordelen. Blijdschap Maar de Heidelberger laat ook een andere kant zien: op die grote dag zal Hij mij met alle uitverkorenen tot Zich in de hemelse blijdschap en heerlijkheid nemen. De ware christen weet zich een uitverkorene. Daarin spreekt hij drie dingen uit: Ten eerste gaat het om de erkenning van de onverdiende genade als we de Heere hebben leren vrezen, om zodoende zonder verschrikking die grote dag tegemoet te zien. Verder spreekt hieruit de verwondering dat Hij mij aanzag in de Zoon van Zijn welbehagen. We leren zien dat het voor de volle honderd procent Gods werk is. Als laatste houdt het zevende artikel in dat voor ons mensen alle roem is uitgesloten. Spanning In Lukas 21:28 zien we de bijbelse kern van de wederkomstverwachting. Behalve het verwachtend omhoogzien, ligt daarin ook iets van de spanning die het christenleven met zich brengt. Enerzijds is er het reeds verlost zijn. Anderzijds is er het grote 'nog niet'. Dan spreekt de Schrift van tekenen in de zon en de maan. Dan zal er benauwdheid zijn op de aarde. De zee en de wateren zullen groot geluid geven. En bij veel mensen zal het hart bezwijken van vrees en verwachting der dingen die het aardrijk zullen overkomen. Er staat zelfs dat de krachten van de hemelen bewogen zullen worden. Op die dag zal Christus komen met kracht en heerlijkheid. Na deze beschrijving roept God in Zijn Woord op tot waakzaamheid. Daarom leert de Schrift ons Zijn wederkomst te verwachten, zodat het oordeel niet onverwachts komt. Het leven van een christen is dan ook een hoopvol uitzien naar die grote dag. Want die dag spreekt voor Gods volk vooral van troost. |