Apologeten van de twintigste eeuw | 3 maart 1998 |
J. H. Bavinck: Wij zijn geen postbestellers, maar ambassadeursEen apologeet met een missieDoor dr. P. J. Visser Zending betekent per definitie een ontmoeting van Evangelie en religie. Derhalve is de vraag onontkoombaar hoe het religieuze besef, dat allerwegen aanwezig is, gewaardeerd moet worden (Inleiding Zendingswet, pag. 18, 19). Heeft ieder 'geloof' zijn eigen heilswaarde en is missionaire ontmoeting een uitwisselen van gedachten tot wederzijdse verrijking? Is het religieuze besef een opstap naar het Evangelie, zodat men in de missionaire ontmoeting van een halve waarheid tot de volle waarheid leidt? Of is niet-christelijke religie een leugen en gaat het in de ontmoeting om een radicale breuk? Bavinck betoogt het laatste. En legt zorgvuldig uit waarom. In een originele verbinding van theologie en psychologie. Religie als rebellie Via de sprakeloze spraak van de schepping, in de (levens)geschiedenis en door het geweten zijn er steeds momenten waarop God iets van Zichzelf manifesteert. Bavinck vat deze algemene openbaring niet op in traditionele zin, als een mededeling van waarheden die de mens van nature doorziet. Nee, het is als openbaring een existentieel en dynamisch gebeuren, waar de mens niet omheen kan omdat Gods Geest er verborgen in werkzaam is. Ongezocht en ongewild lopen we tegen de werkelijkheid van de Ander op. De mens, van nature rebel, kan alleen als zodanig reageren: op het moment dat hij iets van God verneemt, houdt hij de waarheid in ongerechtigheid ten onder (Romeinen 1:18). Dit is een bekend psychologisch verschijnsel. Wat een mens niet wil zien, onderdrukt hij als vanzelf en op hetzelfde moment. Wat verdrongen is, is niet weg. In de psychologie wordt het verdringen dan ook altijd gevolgd door het vervangen: een mens maakt zijn eigen verhaal. Dit proces beschrijft ook Romeinen 1:25: mensen vervangen de waarheid door de leugen. Mensen geven een eigen interpretatie, scheppen zich een religie waarin de rebellie verborgen zit. In de oosterse mystiek (waarvan New Age een afgeleide is) maakt men God tot een kracht waarmee men zich vereenzelvigen kan (de oerzonde!). In allerlei moraalreligie wordt God in principe tot je tegenstander gedegradeerd (de vijandschap ten top!) bij Wie je door goed te doen in de gunst kunt komen of Die je door cultische handelingen kunt manipuleren. Wij komen deze structuren tegen in bestaande religies als gestolde antwoorden, in het ijle religieuze besef van een postchristelijke wereld... en tot in het christelijke geloof toe! Ook het atheïsme is een product van dit verdringings- en vervangingsproces en derhalve hoe paradoxaal het ook klinkt een religieus antwoord (pag. 174). De radicale ontkenning van God vraagt echter toch om een (psychologisch onontkoombare) invulling van de ontstane leegte: met een religieuze hartstocht geeft men zich over aan idealen, sport, genot. Zonder dat verliest een mens de zin van zijn bestaan... De kunst van het overtuigen Bavinck heeft dit breed uitgewerkt onder de naam elenctiek, afkomstig van het Griekse woord elenchein (overtuigen), waarin het positief missionaire aspect van de apologetiek wordt benadrukt. Het overtuigen ligt niet in de rationele maar in de religieus-ethische sfeer. Dwalingen in de religies zijn geen ontsporingen van de rede, die door middel van wijsgerige redeneringen kunnen worden rechtgezet. Achter de dwaasheid zit de opstand tegen God, zit het rebelse hart. Hoewel de profeten in hun elenctisch aangrijpen van de afgoderij zo nu en dan gebruik maken van een verstandelijk betoog, was de speerpunt van hun betoog altijd profetisch ontmaskerend. Kortom: de rede kan hulpdiensten bewijzen, maar nooit de doorslag geven. Bavinck wil in de ontmoeting vastknopen aan het gevoerde gesprek tussen God en mens en appelleren aan diens existentiële onzekerheid. Als er al zoiets als een aangrijpingspunt is in de mens, ligt deze veeleer in de psychè dan in de ratio. Gaandeweg moet duidelijk worden dat in allerlei religieus streven opstand tegen de enige ware God, (...) zelfvergoddelijking, een neerhalen van God naar de wereld en een huiveringwekkende poging om God aan zich dienstbaar te maken, verborgen lag. Het kruis, als climax van deze menselijke vijandschap en als bevrijdende openbaring van Gods verzoenende liefde, zal hierbij centraal staan. De Heilige Geest is ten diepste subject van het overtuigen. De Heilige Geest schept zelf het standpunt, Hij roept in de mens wakker dat diep verscholen besef van schuld. Bavinck stelt met klem dat wij in deze ontmoeting niet boven de ander mogen staan, maar altijd naast de ander moeten gaan staan. Hoe meer men de diepste roerselen, die achter heel veel dwaze en kinderlijke redeneringen verscholen zijn, leert kennen, des te meer herkennen wij onszelf. Op een gelijke wijze waren (en zijn) wij bezig voor God weg te vluchten en Hem opzij te dringen, zij het veel geraffineerder. Hier ontstaat de echte dialoog en wordt zij tot een trialoog (J. Verkuyl) waarin Heilige Geest ons samen overtuigt van dezelfde zonde en genade. Niet voorbij |
![]() |
![]() |