24-uurseconomie 5 maart 1998

Slager Wilbrink (Beekbergen): „Dit werk mógen we doen”

De les van de klompenmaker

Door J. van 't Hul
BEEKBERGEN – Hoeveel uur hij per week werkt, wil slager W. Wilbrink uit Beekbergen liever niet zeggen. „Dat stuit me tegen de borst, dat gepraat van: Ik werk zestig uur, of misschien wel tachtig uur per week. Dan gaat het om het “ik”. Wij ervaren het zo: Dit werk mógen we doen. Aan de andere kant: Ondernemer zijn wordt wel steeds complexer”.

Voor ondernemers wordt het meer en meer een toer, zegt de Beekbergse slager, om nog een stil en gerust leven te leiden. „Want dat is toch de spiegel die de Bijbel ons voorhoudt. Zo'n stil en gerust leven is voor een ondernemer altijd al een moeilijk punt geweest. Maar nu de 24-uurseconomie zich steeds meer gaat aandienen, mogen we wel extra op onze hoede zijn”.

Dagelijkse bestellingen arriveren aan de Dorpsstraat te Beekbergen 's morgens om een uur of zeven. Dat gebeurt ook op maandagochtend. „Ik kan daarvan niet vaststellen of er aan dat vlees op zondag is gewerkt, ja dan nee. Maar zulke dingen houden je wel eens bezig. Het zou natuurlijk best zo kunnen zijn dat er aan mijn bestelling op zondag níet is gewerkt. Want als men daar in de nacht van zondag op maandag om drie uur aan begint, dan kan het nog best op tijd bij mij in de winkel zijn. Je moet ook geen dingen oproepen die er misschien niet zijn. Een ander voorbeeld is je chipapparatuur. Je ziet op maandagmorgen wel eens dat die op zondagmiddag is leeggehaald. Wat moet je daarmee?”

Gewenning
Een mens went aan alles, zegt Wilbrink. „Toen een jaar of wat geleden in Nederland de eerste winkel op zondag openging, stonden we allemaal op onze achterste benen. Dat was toch wat! Nu zijn we er allemaal aan gewend. Soms, als je te midden van je drukke ondernemersleven eens tot bezinning komt, zeg je wel tegen jezelf: Is alles wat je doet, nu ook echt nodig? Het antwoord is niet zo eenvoudig. In je eentje houd je de veranderende economie niet tegen. En mijn winkel moet wel draaien”.

Slager Wilbrink (kerkelijk behorend tot de gereformeerde gemeente in zijn woonplaats) kiest er op zaterdagavond bewust voor om op tijd het werk neer te leggen. „Je kunt nu eenmaal niet zomaar vanuit je werk de zondag ingaan. Het is een enkele maal dat ik op zaterdagavond nog in touw ben. Dan is er laat in de middag bijvoorbeeld nog een grote bestelling gedaan waarover men zondags wil beschikken. Die bezorgen we nog diezelfde avond, omdat anders de zondag ermee gemoeid is”.

De zondag is aan de Dorpsstraat te Beekbergen de rustdag. „Absoluut”, zegt de slager. „Maar ik hoor nog een oude klompenmaker zeggen: „Ik ben wel eens bang nog meer klompen in de kerk dan buiten de kerk gemaakt te hebben”. Begrijp je? Om de zondag helemaal buiten het arbeidsproces te houden, daar moet je ook je verstand voor gebruiken. Aan de andere kant: je ontkomt er toch ook weer niet aan dat je zegt: Ik moet zondagsavonds op tijd naar bed, want morgen is het weer vroeg dag”.

Gezinsleven
„De maatschappij wordt complexer. Dat geldt niet alleen voor ondernemers, maar dat zie je ook in het leven van onze gezinnen. Vroeger begon je 's morgens allemaal met elkaar de dag. En 's avonds zat je allemaal met elkaar aan tafel. Dat wordt moeilijker. De een moet naar catechisatie, de ander naar gym, een derde naar school. Het hele leven word zo gejaagd. En te vrezen valt dat dat alleen maar erger wordt. Soms bekruipt je de zorg waar dit allemaal op uit moet lopen”.

De slagerij stempelt voor een deel best het gezinsleven van de familie Wilbrink. Wilbrinks vrouw werkt mee in de zaak. Ook de kinderen hielpen in de vakantie. „Maar dat hoeft op zichzelf geen punt te zijn. We doen het graag. Alleen, waar is het eind? Je moet goedbeschouwd voortdurend je eigen tijd bewaken”.

Straks
Op een enkele uitzondering na zijn de winkels in Beekbergen op zondag gesloten. Maar, zegt Wilbrink, „hoe zal dat over vijf jaar, over tien jaar zijn? God heeft ons de zondag gegeven als rustpunt in de week. Maar dat spreekt vrijwel niemand meer aan. De meeste Nederlanders zeggen: „Op zondag de winkels open? Prachtig, dan gaan we lekker winkelen op zondagmorgen. Hebben we tenminste wat te doen”.

Ik heb wel eens tegen de winkeliers hier gezegd: We moeten daar eens over nadenken, dat we daar wat stuur aan kunnen geven, zodanig dat het ons straks niet overvalt. Wij zijn geen mensen van de antihouding, geen demonstranten, geen lopers met een spandoek. Maar we zullen wel ons verstand moeten gebruiken”.