PKN bezint zich op inzegenen relaties
De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) bezint zich volgende maand op het inzegenen van relaties. Op een symposium in Amsterdam werd maandag alvast een voorschot genomen.
De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) belegde een studiedag over relaties, kerk en zegen. De bijeenkomst was mede georganiseerd door de protestantse predikantenbeweging Op Goed Gerucht, de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten en het LKP (koepelorganisatie van de christelijke LHBT-beweging, een organisatie voor lesbiennes, homo’s, transgenders en biseksuelen), die eerder binnen de Protestantse Kerk in Nederland de status van het huwelijk aankaartten. Ze vinden het onterecht dat ordinantie 5 van de protestantse kerkorde onderscheid maakt tussen het inzegenen van een huwelijk tussen man en vrouw en het zegenen van andere levensverbintenissen. Volgens hen bestaat in de kerk –net als in de samenleving– steeds meer draagvlak voor een huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht.
Zwerfkei
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt volgens prof. dr. Heleen Zorgdrager, hoogleraar systematische theologie aan de PThU, dat steeds meer Nederlanders voor een geregistreerd partnerschap kiezen. Volgens haar moeten kerk en theologie vragen over partnerschapsrelaties serieus nemen.
Volgens prof. Zorgdrager zijn er binnen de Protestantse Kerk globaal genomen drie stellingnames: mensen die vinden dat het huwelijk is voorbehouden aan man en vrouw (de positie van de Gereformeerde Bond), mensen die het huwelijk op de eerste plaats zetten maar ruimte bieden aan andere vormen van partnerschap (de positie van de landelijke kerk) en mensen die verschillende relatievormen als gelijkwaardig beschouwen (de positie van de organisatoren van de studiedag).
Prof. Zorgdrager verwees naar de Rooms-Katholieke Kerk, die het huwelijk ziet als een door God ingesteld sacrament, een genademiddel. „De reformatoren droegen de bevestiging van het huwelijk echter over aan de overheid”, aldus de hoogleraar, gespecialiseerd in genderstudies. „En daarom zitten we liturgisch en kerkordelijk gezien in een lastige positie. We spreken over huwelijksbevestiging, maar eigenlijk is die term een middeleeuwse zwerfkei. De Protestantse Kerk houdt vast aan een crypto-sacramentele visie op het huwelijk. Als we consequent zijn, laten we termen als bevestiging en inzegening los.”
Compromis
De uitspraak „het recht volgt het leven” is niet van toepassing op ordinantie 5 van de kerkorde, zei de Kampense kerkrechtdeskundige dr. Leon van den Broeke. Volgens hem is er sprake van een compromistekst. Aan de ene kant kan een kerk het huwelijk van man en vrouw inzegenen, aan de andere kant kan een kerkenraad –alleen na beraad in de gemeente– besluiten dat ook andere levensverbintenissen van twee personen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht kunnen worden gezegend.”
Dr. Van den Broeke: „Ten diepste gaat het om de dimensie dat God een relatie met mensen wil en dat partners, in welk juridisch verband dan ook, die derde Partner graag met hen zien optrekken.”
Een kerkorde is geen dogmatiek of ethiek, benadrukte de Amsterdams dogmaticus prof. dr. Kees van der Kooi. Volgens hem zijn er geen systematisch-theologische gronden om een verschil te maken tussen zegenen en inzegenen. „Zegenen, het toezeggen van Gods nabijheid, verwijst naar de breedte van het leven met God. Dat is méér dan redding en genade alleen; het staat ook in het teken van voortgang en vruchtbaarheid.”
Wat dat betreft kan er ook worden gezegend als iemand een nieuw huis krijgt of een nieuwe levensfase ingaat, aldus de hoogleraar.
Volgens prof. Van der Kooi is er veel voor te zeggen om het huwelijk te specificeren zoals dat in de ordinantie is gedaan. „Dat sluit in oecumenisch opzicht aan bij andere grote kerkelijke denominaties. Ik zie niet in waarom de kerk de overheid zou moeten volgen.”
In de Protestantse Kerk geldt vaak liefde en trouw als criterium voor huwelijk en zegen. „De fundering vanuit de schepping kom ik te weinig tegen. Het criterium van liefde en trouw laat de mogelijkheid open voor een driehoeksverhouding.”
Misschien is het mogelijk een „eigen vocabulaire” te ontwikkelen voor LHTB’ers, opperde de hoogleraar. „De kerk heeft een verantwoordelijkheid voor wat in samenleving leeft. Of dit hetzelfde is als een zegen, dáárover moet het debat gaan.”
Wildgroei
Hoewel de kerkorde onderscheid maakt tussen zegenen en inzegenen, blijkt er in de liturgische praktijk vaak weinig verschil. „Er is sprake van wildgroei”, stelde dr. Ciska Stark, hoofddocent praktische theologie aan de PThU. „Als mensen aankloppen voor een zegen, waarom zou je dan zuinig zijn?”
Marco Derks, promovendus aan de Universiteit Utrecht, zei de „tekenen der tijden” te willen verstaan. Volgens hem maakt een Bijbeltekst als Galaten 3:28 duidelijk dat het natuurlijk onderscheid tussen mannen en vrouwen wegvalt. „Dat maakt de weg vrij voor relaties tussen mensen met hetzelfde geslacht.”
Vierendelen
Everdien Hagen was in 1993 de eerste in de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk die om een zegen vroeg over haar relatie met een andere vrouw. „Dat was een grote stap”, blikte ze terug. „We kwamen uit een wereld van afkeuring naar de openbaarheid, naar het vieren en delen. Die woorden lijken op vierendelen, en zo ervoer ik dat ook. Er mocht gebeden worden om een zegen, maar niet worden gezegend. Dat was pijnlijk. Maar we ervoeren dat gebed als een zegen.”
Zegenen en inzegenen zijn volgens haar geen „rechten” om voor te strijden. „Ze zijn een gave van God. Een zegen is ten diepste een gebed, bekrachtigd door een liturgische handeling.”
Ze stelde voor om binnen de Protestantse Kerk alle „huwelijken” voortaan „bezegeling en zegel van liefde, trouw en gerechtigheid” te noemen.
Conservatief
Emeritus predikant dr. A. A. A. Prosman, auteur van een recent verschenen studie over homoseksualiteit, mag het „conservatieve standpunt” vertolken. Volgens hem wordt rond het homohuwelijk een politieke strijd gevoerd. „En de kerk wordt nu getest op haar politieke correctheid.”
Waarom de kerk geen homohuwelijk moet willen? „Een homohuwelijk kan niet vanuit de Bijbel worden gelegitimeerd. De Bijbel spreekt duidelijke taal en vooral vanuit het positieve: het huwelijk is een verbintenis tussen man en vrouw.”
Als de kerk ruimte geeft aan het inzegenen van relaties van mensen van hetzelfde geslacht, dan kan de kerk volgens dr. Prosman in de toekomst geen vuist maken tegen alternatieve samenlevingsvormen. „Als een relatie in liefde en trouw het belangrijkste criterium is, zullen meerdere gegadigden zich melden.”
Als voorbeelden noemde hij polygamie en gezinnen met drie of meer ouders.
Dr. Prosman: „Ik vrees dat de Protestantse Kerk meer gezag geeft aan wat in samenleving de boventoon voert, dan aan de Schrift. We verslikken ons in deze problematiek. Een helder geluid van de kerk is zeer gewenst.”
„Voorkom heftige gesprekken in kerk”
De Protestantse Kerk in Nederland moet zich eerlijk de vraag stellen hoe God een huwelijk bedoeld heeft, vindt drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond. „Dat ik als individu tot mijn recht kom, staat nooit los van Zijn goede geboden en beloften.”
Vergunst vroeg zich maandag af wat de kerk gaat antwoorden als de ontwikkelingen in de samenleving verdergaan. „Zoals het groepshuwelijk dat D66 al heeft voorspeld.”
Homoseksualiteit is volgens hem veel te complex voor een hard debat, waarin moeilijk met elkaar te verzoenen standpunten tegenover elkaar komen te staan. De Gereformeerde Bond zet binnen het kader van de gehoorzaamheid aan Gods beloften en geboden in op het „bespreekbaar maken van dit thema en op het versterken van pastorale aandacht voor homoseksuele gemeenteleden.”
Vergunst: „Ik constateer in de breedte van onze kerk echter weinig interesse in die inhoudelijke positiekeuze. Dit voortgaande proces zal, daar ben ik van overtuigd, ernstig schade lijden als er in classes en synode opnieuw heftige gesprekken over het zegenen van relaties van mensen van gelijk geslacht komen. Ik zie homoseksuele gemeenteleden hiervan de dupe worden, dat moeten we samen voorkomen.”
De Gereformeerde Bond publiceerde eerder de studie ”Homoseksualiteit tussen Bijbel en actualiteit.” „Helaas is deze studie in onze kerk nauwelijks opgepakt. Is het desinteresse voor de inhoudelijke bezinning, omdat we niet meer kunnen leven met ongelijkheid – wat iets anders is als ongelijkwaardigheid?”