„GKV-rapport over man, vrouw en ambt zet wissel om”
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) zouden de ambten moeten openstellen voor vrouwen. Tot die conclusie komen de GKV-deputaten man, vrouw en ambt in hun gisteren gepubliceerde rapport. Enkele reacties.
Ds. W. Smouter spreekt van een „heel moedig” rapport. „Ik heb er bewondering voor dat de commissie bereid was voor de tweede keer deze studie te doen”, zegt hij. Ds. Smouter is voorzitter van de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), die eind jaren zestig uit de GKV zijn voortgekomen. „De conclusies vind ik niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Anders dan bij het vorige rapport gaat het nu ook om unaniem gedragen conclusies. In 2014 was er sprake van een meerderheid- en minderheidsstandpunt.”
De Apeldoornse predikant geeft aan blij te zijn met de uitkomst. „Weliswaar hebben de NGK dezelfde conclusies al jaren geleden getrokken. En ook op dezelfde wijze plaatselijke gemeenten geadviseerd: vrij laten in wat ze ermee doen. Ik moet zeggen, bij ons loopt het nog niet zo hard. Plaatselijk zien we nog niet zoveel vrouwelijke ambtsdragers. Dat komt omdat men de samenwerking met de GKV niet wil schaden. Dat zal denk ik veranderen als dit rapport door de GKV-synode wordt aangenomen.”
Is het rapport een ook een bewijs dat de GKV en de NGK naar elkaar toe bewegen? Ds. Smouter: „Bewijs vind ik een groot woord. De GKV hebben duidelijk, geheel op eigen kracht en uit eigen overtuiging, dit onderzoek gedaan. Je kunt niet zeggen dat men leentjebuur speelt bij de NGK. Ze hebben ook een heel eigen argumentatielijn. En zo moet het ook. Ik wens de komende GKV-synode veel wijsheid om de goede keus te maken.”
Niet per kerkgenootschap
Ds. W. van ’t Spijker (Hilversum), voorzitter van het deputaatschap kerkelijke eenheid van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK): „De opstellers van het rapport hebben er duidelijk voor gekozen dicht bij het Woord van de Heer te blijven. Dat heeft zeggenschap. Wel heb ik vragen bij de exegese van bepaalde Bijbelteksten, met name de ‘zwijgteksten’ van Paulus. Er wordt gesteld: aan mannen en vrouwen wordt opgedragen zich gepast te gedragen in de dienst. Wat gepast gedragen is, dat is cultureel bepaald. Voor mij is dan de vraag: spreekt Paulus hier als apostel, of gaat het om een Paulus die alleen spreekt met het oog op zijn tijd? Hoe puzzel je nu met de gegevens van de Schrift? Ik kom daar nog niet uit. En dan zeg ik: Ga geen knopen doorhakken, maar blijf liever luisteren naar de Schriften. Je moet deze vragen ook niet per kerkgenootschap proberen te beantwoorden. De hele gereformeerde gezindte heeft ermee te maken. In het rapport wordt verwezen naar het katholiek gereformeerd belijden. De CGK hebben in 1998 een keuze gemaakt en gezegd: Wij zien geen mogelijkheden om die knoop door te hakken. En op dit moment ligt er bij ons geen instructie om de zaak opnieuw aan de orde te stellen.”
Niet verbaasd
Prof. dr. J. Douma, die in 2014 de GKV verliet uit onvrede met de koers van de kerk, zegt niet verbaasd te zijn over het rapport. „Wat was er anders te verwachten als de GKV in principe bereid zijn zich te verenigen met de NGK, die de vrouw in het ambt al hebben geaccepteerd? Bovendien past het geheel in de oecumenische koers die deze kerken zijn gaan varen.”
Wat het tekstbewijs betreft raadt de ethicus ieder aan 1 Korintiërs 14 over de orde in de gemeente nog eens te lezen. „Paulus is niet alleen bezig in Korinthe tegenover een stel opdringende vrouwen. Hij wil dat de vrouwen in alle gemeenten zwijgen. Hij haalt er de wet van God bij en zijn eigen apostolisch gezag om dit de wil van God te noemen. Leg alle teksten ernaast die milder lijken te zijn, dan nog vind ik dat er acrobatische exegeten nodig zijn om de vrouw tot oudste in de christelijke kerk en tot predikante van het evangelie om te toveren. In de krant las ik dat de commissie door de teksten een ruimhartiger God gevonden heeft dan men dacht. Ik geloof dat het anders ligt. Men is zelf ruimhartiger geworden en blaast de teksten nu zo op, dat ze er vrolijker uitzien.”
Prof. Douma verwacht dat veel GKV-gemeenten zullen berusten in deze zaak, „als het hun deur voorlopig voorbijgaat en zijzelf nog maar geen vrouw op de kansel zien. Maar protesteren tegen deze ontwikkeling verwacht ik bij die mensen en kerkenraden niet. Daarvoor hebben ze al te veel geslikt. Een krachtig nee tegen van alles en nog wat heeft de GKV in vroeger jaren laten horen. Dat lijkt helemaal voorbij te zijn. Ik besef ook dat men om Paulus te volgen achter het kruis van Christus aan moet, ook in zaken die anderen ergernis geven of dwaas gevonden worden.”
Omgekeerde
Ds. H. G. Gunnink, emeritus predikant van de gkv te Ten Boer en te Zuidwolde (Gr.): „Ik heb het rapport nog niet gelezen, wel het „pijnpuntenverhaal”, waarin de zaken van dit rapport al aan de orde kwamen. De conclusie in de berichtgeving is terecht dat er sprake is van een breuk met het verleden en met de gereformeerde uitleg van de ‘zwijgteksten’ van de apostel Paulus. Ik kan niet begrijpen dat een uitleg van deze teksten uitkomt bij het omgekeerde van wat er staat. Wordt zo het spreken van de Schriften niet het zwijgen opgelegd? De deputaten schrijven dat zij „de opbouw van de gemeenten en het samen zoeken naar Gods wil” beogen. Maar voor opbouw moet je het Woord werkelijk aan het woord laten. En van samen zoeken lijkt mij geen sprake meer – er is gevonden. En wat de deputaten gevonden hebben, kan ík –met de beste wil van de wereld– niet vinden.
Als de synode besluiten zal nemen in overeenstemming met dit rapport, zal dat voor onder meer de kerken in Canada (CanRC) en Australië (FRCA) het einde van de betrekkingen betekenen, denk ik. Ik hoop en bid dat er nog GKV-kerkenraden en –kerkleden zijn die deze manier van Bijbellezen afwijzen.”
Te vroeg
Ds. D. W. L. Krol, predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Terneuzen (en eerder dit jaar betrokken bij de regioavonden van CGK en GKV over de prediking): „Het is voor mij te vroeg om een weloverwogen mening te hebben over een rapport dat een duidelijke keuze maakt. Te verwachten valt dat er binnen de GKV verschillend op zal worden gereageerd: de een zal blij zijn met een duidelijke stellingname, de ander zal bezorgd zijn over wat wordt voorgesteld. Ook van buiten de GKV valt het nodige aan reactie te verwachten, zowel uit eigen land als van de kant van de buitenlandse kerken. Ook daar zullen de reacties verschillen. Positieve reacties zijn te verwachten van de kant van de NGK, al zal het lastig zijn duidelijk te maken hoe de keuzes van dit rapport zich verhouden tot de kritiek die er destijds was op hun rapport over vrouwelijke ambtsdragers. Van de kant van de CGK zullen de reacties –evenals het drie jaar geleden het geval was met het rapport dat toen verscheen– naar verwachting kritischer zijn.
Bij alle verschil is het goed te beseffen dat de uiteindelijke beslissing over de koers die de kerken willen gaan bij de synode ligt. Het is mijn vurige wens dat reacties die komen opbouwend zijn en dat de synode zich in voorbereiding en besluitvorming biddend laat leiden door het Woord van God.”