Wereldwijd worden er dagelijks zo’n 270.000 kinderen geboren. De meesten komen uit Zuid-Azië en Afrika ten zuiden van de Sahara. Vooral in dat laatste gebied groeit het christendom.

De gemiddelde christen is al lang niet meer een blanke welgestelde westerling, zo blijkt uit het vorige maand verschenen boek ”Global Christianity: A guide to the world’s largest religion from Afghanistan to Zimbabwe”, van de Amerikaanse onderzoeker dr. Gina A. Zurlo. In 1900 woonde 82 procent van alle christenen in het noorden: in Europa en Noord-Amerika. Dat aandeel nam in de loop van de tijd steeds meer af. Ergens rond 1980 daalde het onder de grens van 50 procent. Inmiddels woont 67 procent van alle christenen in het mondiale zuiden en naar verwachting is dat 77 procent in 2050.

Islam

De acht miljardste wereldburger kan natuurlijk ook geboren zijn in een hindoeïstisch gezin in India, een atheïstisch gezin in Tsjechië of een moslimgezin in Indonesië. Maar de algehele trend is duidelijk, zeggen onderzoekers: de wereld wordt religieuzer. In 1970 hing 81 procent van de wereldbevolking een religie aan, in 2050 is dat waarschijnlijk 91 procent.

De islam groeit sneller dan het christendom, maar blijft vooralsnog kleiner. Op dit moment is 24,3 procent van de wereldbevolking moslim; in 2050 is dat 28,7 procent. Het christendom groeit in deze periode waarschijnlijk iets langzamer: van 32,2 naar 35 procent.

Vervolging

De relatie tussen christenen en moslims zullen daarom in toenemende mate een belangrijk onderwerp worden in de lokale, nationale en internationale verhoudingen, zei Zurlo eerder in het Reformatorisch Dagblad. Een christen die nu in sub-Sahara Afrika wordt geboren, loopt steeds meer het gevaar dat hij later met –islamitisch– geweld te maken krijgt. Op de plaatsen waar het christendom het snelst groeit, neemt ook de vervolging toe.