Wereld lijkt voor energiebesparing kostbare tijd te hebben verspild
Om extra te kunnen aflossen op de hypotheek, besloot ik tien jaar geleden de verwarming veel lager te zetten. Voor menig huishouden is dat deze winter bittere noodzaak.
Soms heb je als schrijver het gevoel door de tijd te worden ingehaald. Dat kan geleidelijk gaan of heel snel en komt al dan niet onverwacht. Maar opeens is dat proefballonnetje van vroeger een vaststaand feit en verandert die hypothese van toen in een krantenkop die vrijwel iedereen raakt.
Zo leek het me destijds in het kader van al dat extra aflossen interessant om eens te zien hoeveel je als gezin kunt besparen door minder vaak te douchen. Ook besloten we om de centrale verwarming stapsgewijs een paar graden lager te zetten om zo de energienota nog verder te verlagen. Het resultaat was een gasverbruik van slechts 870 kubieke meter, ruim onder het gemiddelde.
Wanneer ik lezingen gaf over het onderwerp aflossen, kwamen er na afloop steevast vragen over dit onderdeel. Het schrappen van de wintersportvakantie –eerder een luxe dan een levensvoorwaarde– bleek makkelijker te accepteren dan een kamertemperatuur van 18 graden tijdens de wintermaanden. Sommige toehoorders, vaak vrouwen, moesten volgens eigen zeggen al rillen bij het idee alleen.
Uit eigen ervaring kon ik vertellen dat je went aan lagere temperaturen, zeker als je dat geleidelijk doet. Je kunt zelfs stellen dat de thermostaat van je eigen lichaam langzaam verandert als je die van de cv stapje voor stapje terugdraait. Wanneer ik alleen thuis was, vergat ik ’s ochtends geregeld om de verwarming hoger te zetten, terwijl het in de woonkamer slechts 14 graden was.
Zo kreeg dit aspect, dat ik eerder voor de aardigheid had meegenomen dan uit financiële noodzaak, onevenredig veel aandacht. Dat was natuurlijk mijn eigen schuld, vandaar dat ik altijd sportief meewerkte als er weer eens een persfotograaf langs wilde komen om mij te portretteren met een dikke trui aan en een sjaal om. Mijn boodschap was telkens: wie er warmpjes bij wil komen te zitten, moet eerst kou lijden.
Na deze lange inleiding kunt u zich wellicht voorstellen hoe ik me voel als ik in de krant lees dat men in Frankrijk spreekt van ”de winter van 19 graden” als het over de komende maanden gaat. In Polen noemde de energieminister een kamertemperatuur van 17 graden recentelijk zelfs „gezond.” Bijna dagelijks verschijnen er in de media berichten over thermisch ondergoed, fleecedekens, waxinelichtjes en warme kruiken.
Daarmee wordt de vooruitgang een halve eeuw teruggedraaid en kom ik zelf in een hallucinant déjà vu terecht dat me ruim een decennium terugvoert in de tijd. Het versterkt het gevoel dat de wereld in het kielzog van de kredietcrisis een belangrijke afslag heeft gemist en daarmee kostbare tijd heeft verspild. De omslag die nu plaatsvindt, zal schoksgewijs verlopen en uit bittere noodzaak.
Eerlijk gezegd weet ik niet goed wat mijn gevoel bij dit alles moet zijn. Bezuinigen uit vrije wil is sowieso een geheel andere ervaring dan de kachel uitlaten uit angst voor een onbetaalbare maandnota. Niet alleen is de inzet nu volstrekt anders, ook de uitkomst is geheel ongewis.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl.