Recensie: Onbekende kamermuziek van Jacob Bijster
De Nederlandse componist Jacob Bijster (1902-1958) mag dan vooral bekend zijn vanwege zijn orgelmuziek, hij had meer in zijn mars. Zo schreef hij bijvoorbeeld een symfonisch gedicht, een pianoconcert, en een aantal werken voor kleinere bezetting. Okke Dijkhuizen, die al eerder een opname produceerde met orgelwerken van Bijster, zet zich nu in voor diens kamermuziek.
Op deze cd staat een aantal werken voor pianosolo, voor viool en piano, en wat liederen. Op de vioolsonate en de tweede suite voor klavier na zijn het jeugdwerken, uit de jaren 1917-1918, en 1922 tot 1926, en daarvan dragen ze ook de sporen. Het is echte salonmuziek, een beetje in de stijl van de Oostenrijkse componist Fritz Kreisler. Daar is overigens niets mis mee, maar het contrast met de meer substantiële latere werken is goed hoorbaar.
Wat de werken gemeen hebben, is een heldere structuur. Bijster wist al vroeg een muziekstuk goed op te bouwen, en dat heeft hij zijn leven lang, tot in de suite uit 1954, volgehouden.
De liederen verdienen aparte vermelding. De muziek ervan is prima, en wordt ook adequaat uitgevoerd, maar dat de dichters van de wat onbenullige teksten vergeten zijn is geen wonder!
Uitvoering en opname zijn mooi, verzorgd. De drie pianisten (Christo Lelie, Niek de Vente en Annette Middelbeek) doen voor elkaar niet onder, en ook violist Edwin Blankenstijn en sopraan Linde Schinkel leveren goed werk. En het boekje, inclusief goed leesbare manuscripten van een paar deeltjes, is áf.
Jacob Bijster – Chamber Music; Document (DOC 202101); € 19,95; meer informatie: www.documuziekproductie.nl