De NOS meldde vrijdagochtend dat uit nieuw onderzoek volgt dat Nederlandse natuurgebieden meer last hebben van stikstofuitstoot dan tot nu toe werd aangenomen. Van der Wal zegt dat ze het rapport inhoudelijk nog niet kent, maar dat de bevindingen wel onderstrepen dat het belangrijk is om tot een „hele snelle aanpak” te komen om de uitstoot te verminderen.

„Het is nu heel belangrijk dat we heel snel zicht hebben op duidelijkheid. Ook voor de boeren, en ook voor de natuurorganisaties”, aldus de minister. Ze zegt dat het onderzoek nog vertaald moet worden naar de Nederlandse natuur, omdat „per gebied” duidelijk moet zijn wat de impact op de natuur zal zijn.

De minister zegt ook te zien dat het nieuws weer voor onrust kan zorgen bij de boeren, zeker nu er grote onrust en onzekerheid is in de politiek en de samenleving. „Dat snap ik enorm”, aldus Van der Wal. „Ik maak me er ook zorgen over.”

Volgens Van der Wal is het belangrijk om nu de „rust te bewaren”, ook omdat de huidige stikstofplannen „wat marge” ingebouwd hebben. Ze spreekt tegen dat dit onderzoek nu naar buiten komt om politieke redenen, in het licht van de stikstofdiscussie in Nederland. Het gaat om een groot, internationaal onderzoek dat iedere tien jaar wordt uitgevoerd, benadrukt ze. „Toeval bestaat soms.”

Van der Wal zegt te hopen dat deze bevindingen niet zullen leiden tot een nieuwe knauw voor het vertrouwen tussen het kabinet en de boeren, die voor een belangrijk deel moeten bijdragen aan de vermindering van de stikstofuitstoot. „We zitten goed aan tafel, we zijn goed in gesprek.” Volgens haar is iedereen het erover eens dat het belangrijkste is dat het beleid gericht is op natuurherstel, en niet alleen op droge cijfers over de zogenoemde depositiewaarden waar ook dit onderzoek zich op richt.