Boze boeren in Leeuwarden: Niet normaal dat agent met pistool loopt te zwaaien
Verontwaardigd zijn ze. Tientallen boeren en hun sympathisanten demonstreren woensdagmiddag voor het politiebureau in Leeuwarden. Daar zit de 16-jarige Jouke vast. Hij ontsnapte dinsdag tijdens een boerendemonstratie aan een politiekogel. „Het is niet normaal als een agent met een pistool loopt te zwaaien.”
„We zijn hier speciaal voor Jouke. Dat de politie op boeren schiet, lijkt nergens op. Waar gaat het heen in deze maatschapij?!” foetert de 58-jarige melkveehouder Jan Posthumus uit het Friese Reduzum. Op zijn zwart T-shirt prijkt de tekst: ”Je bent een rund als je met boeren stunt.” Voor het politiebureau staat een rij tractoren. Er klinkt hard getoeter, politievoertuigen rijden af en aan. Agenten houden de wacht.
Samen met zijn vrouw Cobi („zij is nog feller dan ik”) wil Posthumus protest aantekenen tegen de arrestatie van Jouke uit het Friese Akkrum. Die boerenzoon nam dinsdag deel aan een tractorprotest in Heerenveen. De politie schoot in zijn richting. De kogel miste de jongeman, in zijn tractor zit een kogelgat.
Zo’n beetje iedereen die je van de demonstranten spreekt is ervan overtuigd: de politie ging stevig in de fout door op Jouke te schieten. De filmpjes zijn toch duidelijk? zo klinkt het. De tegenwerping dat de filmpjes van het incident misschien niet de hele werkelijkheid weergeven, vindt nauwelijks weerklank. „Jouke reed niet op de politie in. Ik ga ervanuit dat die filmpjes niet zijn gemanipuleerd”, zegt Posthumus.
Schandalig
De betogers lijken er niet zo zwaar aan te tillen dat boeren de wet overtreden door met tractoren op de snelweg te rijden. Posthumus: „Wat moeten ze anders? Zo sorteren hun protestacties tenminste wat effect.”
Even verderop zegt de 40-jarige Mark van der Heijde, voorheen kaasmaker, iets soortgelijks. De Fries vindt het „schandalig” hoe de 16-jarige Jouke behandeld. „Was er volgens de politie een gevaarlijke situatie? De enige die gevaarlijk is, is de politie zelf. Een beetje lopen knallen op burgers. Dat kán toch niet?! Jouke wilde duidelijk niet inrijden op de politie. Hij wilde gewoon weg.”
„De emoties zitten diep”, vat een man die werkzaam is in de agrarische sector het gevoelen van de honderden Friezen samen.
Kapot
Uit de kluiten gewassen kerels bij het politiebureau roken shag. ”Make Fryslân great again”, staat er op het shirt van een van de mannen.
Een Fries stel van in de vijftig staat bij een tractor. Daarop prijkt de Friese vlag én de Nederlandse vlag. Die hangt op zijn kop, een teken van protest. Op het protestbord voor de tractor staat met koeienletters: ”Je binne jong en je wolle wat. Mar Den Haag makket ús takomst kapot” (Je bent jong en je wilt wat, maar Den Haag maakt onze toekomst kapot”).
Zij: „Ik steun de boeren met heel mijn hart. Het hele stikstofverhaal is een leugen. Rutte heeft gezegd dat hij land nodig heeft om huizen te bouwen. Dan gaat er bij mij een belletje rinkelen.”
Hij: „Wij kunnen slecht tegen onrecht. Ik was pas bij een boerenprotest in Sneek. Ik heb geen goed woord voor het optreden van de mobiele eenheid daar. De ME kwam de boel schoonvegen. Een man stond daar rustig en achteloos in de buurt, een vlaggestok in zijn hand. Hij had geen gevechtshouding. Toch kreeg hij een stuk of vijf hijsen met een gummiknuppel.”
Zij: „Ik wil niet alle agenten over één kam scheren. Er zijn hele goeie, maar ook politiemensen die een verkeerde inschatting maken. Het is niet normaal dat er op Jouke is geschoten. Het is niet normaal dat de politie dinsdag met een pistool liep te zwaaien.”
Kees, een actievoerder uit de buurt van Dokkum met een bodywarmer in legerprint, gebruikt geharnaste taal. „Die jongen (die is opgepakt in Heerenveen, JV) moet vrijgelaten worden. Als de politie schiet op ongewapende burgers is het voor mij oorlog.”
Vriendelijk
Veehouder Jan Posthumus en zijn vrouw maken rond half vijf woensdagmiddag aanstalten om weer naar hun boerderij in Reduzum te vertrekken. Hij sluit niet uit dat de protesten escaleren. „Maar die kant moeten we niet op. Het moet allemaal wel een beetje vriendelijk blijven.”
Tractoren van demonstranten rijden toeterend bij het politiebureau weg. Jan: „Het werk wacht weer. De koeien moeten gemolken worden. De overall gaat weer aan.”