Stikstofdoelen hard gelag voor boeren
Het kabinet maakte vrijdagmiddag bekend hoeveel de stikstofuitstoot per gebied naar beneden moet. De doelen zijn vooral een harde boodschap voor boeren.
Het belangrijkste doel van de plannen van het kabinet is het instandhouden van de natuur, legde minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) uit. Als er te veel stikstof neerslaat in natuurgebieden worden bodem en water zuurder. Over het algemeen is dat slecht nieuws voor de biodiversiteit. Om de balans tussen natuur enerzijds en landbouw, industrie en huizenbouw anderzijds te herstellen, heeft Van der Wal per gebied in kaart gebracht met hoeveel de uitstoot naar beneden moet.
In sommige gebieden gaat het om hoge percentages. In de Gelderse vallei, vlak naast de Veluwe, moet de stikstofuitstoot met 58 procent omlaag. Andere gebieden met een flinke verminderingsopgave zijn de Kop van Overijssel en de Sallandse Heuvelrug.
De doelen die het kabinet heeft gesteld zijn met name ingrijpend voor boeren. De agrarische sector is verantwoordelijk voor 45 procent van de stikstofneerslag, becijferde het RIVM. Daarom zal een groot deel van de opgave bij hen terechtkomen.
„De pijnlijke constatering is dat niet alle agrariërs door kunnen met hun boerenbedrijf. Zeker niet in alle gebieden. En niet elke boer kan door op de manier waarop hij of zij al jaren gewend is om te werken”, aldus Van der Wal.
„Reductie van de veestapel is geen doel op zich”, zei de minister in antwoord op de vraag met hoeveel procent de veestapel volgens haar zou moeten krimpen. Van der Wal refereerde aan berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dat instituut becijferde dat het aantal koeien, varkens en pluimvee met 30 procent naar beneden moet. De uiteindelijke krimp van de veestapel „zal schommelen rond dat percentage”, aldus de bewindsvrouw.
„Er zijn gebieden waar nog maar heel weinig kan”, beaamde Van der Wal. Volgens haar valt er nog geen antwoord te geven op de vraag waar een boer in zo’n gebied concreet op kan rekenen.
Drama
Het najagen van de gepresenteerde stikstofdoelen „in slechts zeven jaar tijd zal leiden tot een ongekend drama voor veel boeren en boerenbedrijven”, reageert SGP-Kamerlid Roelof Bisschop. Dat kan leiden tot „onteigeningen en huisuitzettingen, en dat allemaal op basis van theoretische kritische depositiewaarden”, aldus de SGP’er. Bisschop vindt dat de waarde die aangeeft in hoeverre stikstof slecht is voor de natuur geen recht doet aan de realiteit en dat de minister de kansen voor innovatie negeert.
„De stikstofplannen laten zien hoe enorm en diepingrijpend de opgave is waar we met elkaar voorstaan”, reageert ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis. „We leven met veel mensen en dieren op te grote voet in een te klein gebied en dat is niet houdbaar. Een boodschap die pijn doet, niet in het minst bij boeren”, aldus de CU’er. Grinwis vindt dat stikstof niet alleen een opgave is voor de landbouw. „Ik verwacht van de minister ook maatregelen voor andere sectoren, zoals het krimpen van de luchtvaart. En die missen nog.”
De bal ligt nu bij de provinciebestuurders. Zij moeten per gebied concrete maatregelen nemen om de doelen van de minister te halen. Volgend jaar juli moeten ze hun aanpak klaar hebben.