Ook na bloedbad blijft in VS alles bij het oude
Hoe lang moet dit nog doorgaan, vroeg president Joe Biden zich dinsdagavond af na de dodelijke schietpartij op een school in Texas. „Ik ben er ziek van. We moeten iets doen.” Door politici van beide partijen werd er instemmend geknikt. Maar als het gaat om de oplossing blijken de meningen mijlenver uiteen te liggen.
De hele werkelijkheid was nog niet bekend toen de Democraat Chris Murphy dinsdagmiddag de Senaat toesprak. Hij ging nog uit van veertien slachtoffers onder de kinderen in Uvalde. Geëmotioneerd stelde hij zijn medesenatoren de retorische vraag: „Waar zijn we mee bezig?” Deze kwam als een refrein keer op keer terug in zijn betoog. „Er was eerder zo’n bloedbad op een school – tien jaar geleden in Sandy Hook. En nu dit weer. Waar zijn we me bezig.”
Even later: „Onze kinderen leven elke keer als ze een klas binnengaan in angst, omdat ze zich afvragen of zij de volgende zullen zijn. Waar zijn we mee bezig?”
En vooral in de richting van zijn Republikeinse medesenatoren: „Wat doe je hier in Washington als je zo’n belangrijk probleem als het wapenbezit niet wilt oplossen? Schietpartijen zijn niet onvermijdelijk. Deze kinderen hadden geen pech. Het gebeurt alleen in dit land. Waar zijn we mee bezig?”
Murphy riep Republikeinse collega’s dinsdag dringend op om samen te werken aan wetgeving om dit probleem aan te pakken. Hij voegde eraan toe dat voormalige studenten van Sandy Hook nog steeds niet volledig zijn hersteld van het trauma dat ze door het bloedbad hebben opgelopen. „Ik smeek het, ik ga op de knieën, collega’s, laten we samen een weg vinden om hieruit te komen. Ik begrijp dat mijn Republikeinse collega’s niet akkoord zullen gaan met alles wat ik voorstel, maar er moet een gemeenschappelijke noemer te vinden zijn.”
Politieke munt
Volgens Murphy heeft zelfs de kleinste gezamenlijke stap grote betekenis. „Dan stoppen we er tenminste mee boodschappen van stilzwijgende goedkeuring naar de potentiële schutters te sturen.” Hij wees erop dat de moordenaars nu zien dat de overheid alleen maar toekijkt. „Ze schieten en ze kunnen blijven schieten.” Nog een keer was zijn vraag: „Waar zijn we mee bezig?”
Het emotionele betoog werd stilzwijgend aangehoord. Alle senatoren weten dat Murphy zich al jaren inspant om het wapenbezit aan banden te leggen. Niet omdat hij zo uitgesproken progressief is, maar vooral omdat hij begaan is met het leed van slachtoffers. Murphy komt uit de staat Connecticut waar de school Sandy Hook in staat. Hij weet dus vanuit het verleden van zijn thuisstaat welk een drama zich deze week in Texas voltrok.
Democraten zijn doorgaans degenen die het wapenbezit aan banden willen leggen. Republikeinen voelen daar in het algemeen veel minder voor. Tekenend voor de politieke verhoudingen is de reactie deze week van de Republikeinse senator Ted Cruz, die zelf uit Texas komt. Hij wees plannen voor hervorming van de wapenwetgeving resoluut van de hand. „Elke keer dat er zo’n moordenaar toeslaat, zijn er politici die proberen politieke munt uit zo’n drama te slaan. Je ziet dat Democraten en de media onmiddellijk beginnen over het beperken van het grondwettelijk recht van gezagsgetrouwe burgers op wapenbezit. We weten echter dat criminaliteit voorkomt en dat er mensen zijn die een ernstige psychische aandoening hebben.”
Geen wapens voor psyschisch zwakke mensen, dat is volgens de Republikeinen de noodzakelijke maatregel. Maar voor Murphy is dat lang niet voldoende. „Hou op met die onzin van het nemen van een cosmetische maatregel. Pak het probleem nu echt aan”, zei hij dinsdag in een reactie. „Het probleem zit niet bij het hoge aantal geesteszieken. Die hebben we procentueel niet meer dan andere landen. Maar we hebben wel meer schietpartijen. In de achterliggende tien jaar alleen al méér dan 900 op scholen.”
Verbijstering
In het Congres liggen er op dit moment twee wetten te wachten op goedkeuring door de Senaat. Zij stellen regels voor het antecedentenonderzoek als iemand een wapen wil aanschaffen. Het Huis van Afgevaardigden, waar de Democraten een meerderheid hebben, heeft deze wetten goedgekeurd. Maar ze komen niet door de Senaat zonder de steun van enkele Republikeinen. En daar ontbrak het tot nu toe aan.
Het is overigens niet de eerste keer dat zo’n wet strandt in de Senaat. Kort na de schietpartij in Sandy Hook maakten de Democratische senator Joe Manchin en zijn Republikeinse collega Pat Toomey in 2013 ook al een wet die striktere regels voor het antecedentenonderzoek stelde. Maar die kreeg ook geen goedkeuring omdat 54 senatoren haar afwezen. Onder hen waren toen vier Democraten.
Politieke commentatoren zeggen nu: het probleem is bekend. Na elke aanslag is er veel verbijstering en zijn er allerlei emotionele oproepen om iets te doen. Maar na enkele weken is de emotie verdampt en daarna blijft alles bij het oude. De politieke wil om de gepolariseerde verhoudingen terzijde te schuiven en echt iets te doen ontbreekt. Daarom is er in de achterliggende tien jaar op het terrein van de wapenwetgeving nauwelijks iets veranderd. Het enige is dat het ministerie van Justitie na de schietpartij in Las Vegas in 2017 op federaal niveau ”bump stocks” verbood. Door het gebruik daarvan kon een schutter snel een semi-automatisch wapen afvuren.
Fred Guttenberg, wiens dochter Jaime in 2018 om het leven kwam bij een schietpartij op een highschool in Parkland (Florida) zei deze week dat de politici „onze kinderen opnieuw hebben opgeofferd.” „Ik ben er klaar mee. Ik heb het gehad. Hoe vaak gaan we nog achteroverleunen? Hoe vaak nog? Ik ben sprakeloos. Ik weet niet wat ik moet zeggen”, aldus Gutenberg.