Italië wil af van vetorecht EU-landen over buitenlandbeleid
Ook Italië wil dat EU-landen hun vetorecht over het Europese buitenlandbeleid verliezen. Dat één lidstaat bijvoorbeeld sancties tegen kan houden is niet meer van deze tijd, zegt de Italiaanse premier Mario Draghi. Hij sluit zich aan bij onder meer Nederland en Duitsland.
De EU moet verder Oekraïne en onder meer Albanië, Noord-Macedonië, Kosovo en Servië als lid verwelkomen, zei Draghi dinsdag in een toespraak in het Europees Parlement. Italië sprak eerder al zijn steun uit voor het streven van Oekraïne om toe te treden. Nederland en een aantal andere lidstaten staan op de rem omdat het land daar volgens hen nog lang niet klaar voor is en Brussel geen valse verwachtingen zou moeten wekken.
Draghi, die als ECB-voorzitter naam maakte met zijn optreden in de financiële crisis die de EU een decennium geleden deed wankelen, sprak zich in het Europees Parlement uit voor „pragmatisch federalisme”. De unie zou volgens hem waar nodig, bijvoorbeeld in haar economisch, energie- en veiligheidsbeleid, meer samen moeten doen en voor haar beleid minder afhankelijk moeten zijn van de afzonderlijke lidstaten. Voor beslissingen over het buitenlandbeleid moet volgens de premier van zwaargewicht Italië een afgesproken ruime meerderheid genoeg zijn en is niet langer eensgezindheid nodig.
Als we daarvoor de EU-regels moeten wijzigen, „dan moeten we dat omarmen”, zei Draghi. Zo’n aanpassing, waarvoor een heel zware procedure geldt, is wel ver weg. Die vergt sowieso de instemming van alle EU-landen.