Minister: weinig ruimte over voor extra koopkrachtmaatregelen
De kans is klein dat het kabinet nog dit jaar meer doet om kwetsbare huishoudens te compenseren voor de torenhoge inflatie. Met de miljarden die daar tot nu toe voor zijn uitgetrokken „hebben we gedaan wat we kunnen”, zegt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken). „Er zijn ook praktisch gezien niet veel knoppen meer over om aan te draaien.”
Het kabinet geeft dit jaar 6,2 miljard euro extra uit om de gevolgen van de sterk gestegen energierekening en brandstofprijzen te dempen. Daarbij ligt de nadruk op mensen die het financieel al het zwaarst hebben, zegt van Gennip. Dat zal evenzeer gelden voor de plannen voor 2023 waar het kabinet in de komende Voorjaarsnota alvast op vooruit wil blikken.
Het is nog altijd zeer lastig te voorspellen hoe de inflatie en de koopkracht zich verder ontwikkelen, zegt Van Gennip. Maar de mogelijkheden tot compensatie blijven beperkt. „We moeten ons realiseren dat we als Nederland met zijn allen wat armer worden. Dat betekent dat als we iets kunnen doen in het dempen van de gevolgen voor de één, dat natuurlijk ergens anders vandaan moet komen.”
Mocht het kabinet met aanvullende maatregelen komen voor 2023, dan zal dat gaan om een „herverdeling”, zegt de minister. Het kabinet zal er volgens haar niet de staatsschuld voor laten oplopen. „Dan gaat het op de rekening van onze kinderen”, waarschuwt zij. Bovendien heeft de coronacrisis laten zien hoe belangrijk het is om juist een „spaarpotje” te hebben.