De Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in stelt dat het regime in Pyongyang met de lancering van donderdag zich niet langer houdt aan zijn belofte uit 2018. De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un zei toen geen testen met intercontinentale raketten meer uit te gaan voeren.

De raket bereikte een hoogte van 6200 kilometer en legde een afstand van 1080 kilometer af, meldt Zuid-Korea. Moon spreekt van „een ernstige bedreiging voor het Koreaanse schiereiland, de regio en de internationale gemeenschap”. Als reactie op Noord-Korea testte het Zuid-Koreaanse leger zelf meerdere raketten, om te laten dat het in staat zou zijn om eventueel een doel in Noord-Korea te raken.

De Noord-Koreaanse raket kwam volgens Japan neer in zijn territoriale wateren. Dat land zegt eveneens dat er een intercontinentale ballistische raket is getest. „Dit is zo’n schandalige, onvergeeflijke daad”, zei de Japanse premier Fumio Kishida. Ook de Verenigde Staten hebben hun ongenoegen uitgesproken over de lancering, die „de veiligheidssituatie in de regio dreigt te destabiliseren”.

Noord-Korea mag volgens resoluties van de VN-Veiligheidsraad geen ballistische raketten lanceren, maar gaat toch door met de ontwikkeling ervan en heeft dit jaar al meer dan tien van deze raketten getest. Eerdere lanceringen hebben geleid tot strenge internationale sancties tegen Noord-Korea.

De Verenigde Staten en Zuid-Korea waarschuwden eerder dat Noord-Korea mogelijk voorbereidingen treft om voor het eerst sinds 2017 een ballistische raket met intercontinentaal bereik op volle afstand te gaan testen, mogelijk onder het mom van het lanceren van een satelliet. Het regime in Pyongyang zei na eerdere lanceringen bezig te zijn met testen voor „verkenningssatellieten”.