Kabinet denkt nog 4 weken nodig te hebben voor leefgeldregeling
Het kabinet verwacht nog vier weken nodig te hebben voordat een leefgeldregeling in werking kan treden voor Oekraïense vluchtelingen. Dat melden staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) en minister Carola Schouten (Armoedebestrijding) aan de Tweede Kamer.
Vrijdag werd al bekend dat het leefgeld 75 euro per week gaat bedragen voor het eerste gezinslid, 25 euro voor het tweede en 12,50 voor het derde en vierde. Het maximale bedrag per gezin is 125 euro. Dat geld komt bovenop de reguliere toelage van 60 euro per week waar elke vluchteling recht op heeft.
De regeling geldt in principe voor een periode van drie maanden, met een uitloop naar zes maanden. Het kabinet gaat in de tussentijd kijken naar de langere termijn. Daarbij wordt ook overwogen of vluchtelingen die werk hebben gevonden ook nog recht houden op leefgeld.
Het kabinet benadrukt dat de regeling „onder grote druk en moeilijke omstandigheden” moet worden opgetuigd. „Het betreft hier onontgonnen terrein.” Doel is om samen met gemeenten, die belast worden met de uitvoering, tot een „uitvoerbaar stelsel” te komen.
Het leefgeld is bedoeld om bijvoorbeeld openbaar vervoer te betalen en activiteiten buitenshuis, zoals sporten of het bezoeken van familie en vrienden. Maar het kan ook worden gebruikt om vrijwillig bij te dragen aan de kosten van het gastgezin.
Het is de bedoeling dat mensen die vluchtelingen in huis nemen, daar geen gevolgen van ondervinden in hun inkomen. Uitkeringsgerechtigden worden bijvoorbeeld niet gekort als gevolg van de zogeheten kostendelersnorm. Uitgangspunt is ook dat lokale heffingen niet omhooggaan omdat het huishouden tijdelijk meer personen telt.
Sommige gemeenten geven al toelages of verstrekken de eerste levensbehoeften in natura. „Wij spreken onze waardering uit voor gemeenten en veiligheidsregio’s die deze handschoen snel oppakken en creatief zijn met het realiseren van de gevraagde opvang en ondersteuning”, aldus de bewindslieden.