Ruslandduitsers vooral tegen Poetin
“Ik houd van Rusland, maar Poetin steun ik niet.” Wie met Ruslandduitsers over de oorlog in Oekraïne spreekt, hoort vooral deze woorden.
Ruslandduitsers zijn de afstammelingen van Duitse boeren, die op verzoek van tsarina Catharina de Grote in de 18e eeuw naar Rusland trokken. Velen van hen, naar schatting zo’n 2,5 miljoen, zijn na de val van het IJzeren Gordijn en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie naar Duitsland getrokken. Daar leven ze nu veelal in de buurt van elkaar. De meesten zijn baptist of mennoniet.
Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne moeten veel Ruslandduitsers het in Duitsland ontgelden. „Vorig jaar tijdens de coronapandemie werd er onder mijn raam voor me geapplaudisseerd”, zegt Lilia Tfeevv uit Duisburg tegenover de Rheinische Post. Tfeevv heeft Russische wortels heeft en werkt in de verpleging. Het applaus is allang verstomd. „Nu word ik beledigd, terwijl ik nog altijd dezelfde ben.”
Prof. dr. Heinrich Derksen, rector van het door Ruslandduitsers in 1992 gestichte Bijbelseminarium in Bonn, zegt tegenover het christelijke magazine Pro dat alle emigranten uit de vroegere Sovjet-Unie met Duitse wortels Ruslandduitsers worden genoemd, maar die groep is niet zo homogeen.
Derksen stelt dat Ruslandduitsers uit Rusland kunnen komen, maar ook uit Oekraïne of Siberië. „Daarnaast zijn er Russen die weliswaar in Duitsland leven en mogelijk met een Duitse zijn getrouwd, maar geen Duitse wortels hebben. Hier wordt totaal geen onderscheid in gemaakt. De vervolging in de Sovjet-Unie die Russisch-Duitse, Russische en Oekraïense christenen hebben meegemaakt, verbindt de mensen hier.”
Derksen is zelf in Rusland is geboren en gaat als predikant voor in een vrije kerk in Keulen met circa 700 leden. „Die hebben bijna stuk voor stuk Russisch-Duitse wortels.” De Ruslandduitsers in zijn gemeente veroordelen de oorlog.
Zijn constatering komt in grote lijnen overeen met die van Jannis Panagiotidis die, verbonden aan de universiteit van Wenen, onderzoek doet naar migranten in Duitsland. In het weekblad Der Spiegel zegt hij dat een kleine minderheid van oudere Ruslandduitsers trouw is aan Poetin. „Omdat de jongeren bijna allemaal tegen Poetin zijn, verdeelt de oorlog sommigen gezinnen. De meeste Ruslandduitsers zijn echter geschokt door de beelden van de vernielingen in Oekraïne. Er zijn ook velen die nog familie hebben in Oekraïne. Ik hoor van vroegere Poetin-aanhangers dat ze ontzet zijn, zich van hem afkeren en zich afvragen of hij volslagen gek is geworden”.”
Derksen waarschuwt ervoor niet het Russische volk te veroordelen. „Er moet onderscheid worden gemaakt tussen Poetin en het Russische volk. Wat nu in Oekraïne gebeurt is het werk van de machthebber Poetin. Hij is hier verantwoordelijk voor en niet het hele Russische volk.”
Zijn gemeente spant zich bijzonder in voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. „Wij kennen hun taal en cultuur. Dat is een groot voordeel. Maar bovenal moeten we bidden voor de mensen, in de eerste plaats voor de Oekraïners, maar ook voor de Russen.”