Goed om te beseffen is dat een bezwaarschrift binnen zes weken na dagtekening van de aanslag ingediend moet zijn. Bij dagtekening op vrijdag is het daarom zaak om ervoor te zorgen dat uw bezwaar op de vrijdag zes weken daarna bij de Belastingdienst binnen is.

Er gelden wel een paar uitzonderingen op deze hoofdregel, waardoor een latere postbezorging niet direct tot ongeldigheid van uw bezwaar geldt, maar het is verstandig het hier niet op aan te laten komen: verstuur uw bezwaarschrift sowieso een paar dagen eerder.

Als de belangen groot genoeg zijn, kan het ook verstandig zijn om het bezwaar aangetekend te verzenden. Dan is er in ieder geval een bewijsmiddel dat het bezwaar is verzonden. Let op: aangetekende verzending duurt soms langer.

In het bezwaarschrift moeten naam en adres van de indiener worden vermeld; ook moet erin staan om welke aanslag of om welk besluit het gaat. Ook moet het bezwaar worden gemotiveerd en ondertekend.

Eventueel kan een belastingbetaler er ook voor kiezen eerst een pro forma bezwaar in te dienen. Vervolgens krijgt hij of zij dan gelegenheid om binnen vier weken alsnog te motiveren. Dit geeft nog enige extra tijd om goed te verwoorden waarom er verschil van mening is met de Belastingdienst.

Een tip voor de belastingbetaler: vraag in het bezwaarschrift ook om vergoeding van de proceskosten. Hij of zij kan dan, bij honorering van het bezwaar, een kleine vergoeding krijgen voor de gemaakte bezwaarkosten. Mocht de Belastingdienst in grote mate onzorgvuldig hebben gehandeld, dan kunnen mogelijk zelfs alle bezwaarkosten worden vergoed.

Indien de Belastingdienst van plan is om het bezwaar geheel of gedeeltelijk af te wijzen, moet deze nog een hoorgesprek met de belastingbetaler houden. Pas dan volgt de eventuele afwijzing (of honorering) via een zogenoemde uitspraak op bezwaar. Daartegen kan dan weer binnen zes weken beroep worden aangetekend bij de rechter. Als de Belastingdienst te lang doet over de beslissing, dan kan de bezwaarmaker de Belastingdienst uiteindelijk in gebreke stellen.

Verzenden van bezwaarschriften per post: is dat allemaal niet heel ouderwets? Inderdaad. Daarom biedt de Belastingdienst voor onder meer de inkomstenbelasting ook de mogelijkheid om digitaal bezwaar te maken (met behulp van de DigiD) of een herziene aangifte in te dienen. Het is wel het beste om dit –net als een bezwaar per post– binnen zes weken te doen, anders gaan (afhankelijk van de situatie) rechten verloren.

Verder is het aan te raden om altijd goed te controleren of het digitale bezwaar echt is ingediend. Voor de spaarders en eventuele andere ‘box 3 bezwaarden’ is een speciaal digitaal bezwaar beschikbaar. Ook daarvoor geldt in beginsel de zes weken termijn. Hoe dat allemaal precies verder zal gaan, moet zich nog uitwijzen.

De auteur werkt bij HVK Stevens Belastingadvies