Regering Kazachstan zet limiet op brandstofprijzen na protesten
De regering van Kazachstan heeft een limiet gezet op de brandstofprijzen in het land nadat grootschalige protesten zijn uitgebroken vanwege een stijging in de prijs van lpg. „Deze dringende maatregel is genomen om de sociaaleconomische situatie te stabiliseren”, stelt de overheid in een verklaring. De limiet geldt voor zes maanden.
Vooral in het westen en in de grootste stad van het land Almaty in het zuiden wordt lpg veel gebruikt als autobrandstof. Daar zijn ook de grootste anti-regeringsprotesten uitgebroken. Volgens de politie zijn al zeker 2000 mensen opgepakt. Tientallen betogers zijn doodgeschoten door de veiligheidstroepen en duizenden zijn gewond geraakt. Zeker twaalf politieagenten zijn omgekomen bij gevechten tussen betogers en de politie.
Militairen van een alliantie van landen uit de regio (CSTO) zijn op verzoek van president Kassym-Jomart Tokajev in het grondstofrijke land aangekomen om de veiligheidstroepen te helpen. Rusland heeft 3000 militairen gestuurd en ook andere landen zoals Armenië en Kirgizië sturen troepen. De Europese Unie heeft gezegd dat deze militaire interventiemacht de soevereiniteit van Kazachstan moet garanderen. Het Verenigd Koninkrijk zegt dat er een vreedzame oplossing moet komen.
De onvrede van de betogers lijkt zich ook steeds meer te richten op de de facto leider van het land, Noersoeltan Nazarbajev. Op meerdere plekken in het land worden standbeelden van hem van de sokkel getrokken. Nazarbajev was van 1990 tot 2019 president van de voormalige Sovjetrepubliek en koos toen Tokajev als zijn opvolger. Achter de schermen bleef hij de belangrijkste man in het land. Hij draagt ook nog steeds de titel Elbasy, wat leider van de natie betekent.