Binnenland

Hoornbeeckstudent springt bij in Albert Schweitzer ziekenhuis: „Ontzettend leuk”

Geen pen en papier, maar patiëntenstatus en thermometer. Om de druk op de zorg te verlichten, verruilen verpleegkundestudenten van het Rotterdamse Hoornbeeck College de schoolbanken voor het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) in Dordrecht. „Superleuk en waardevol om hier aan de slag te gaan.”

7 December 2021 14:24
Verpleegkundestudenten Hannah (r.) en Nimra aan de slag op de kamer van meneer S. De mbo’ers springen bij op een Covidafdeling van het Albert Schweitzer ziekenhuis. beeld Dirk Hol
Verpleegkundestudenten Hannah (r.) en Nimra aan de slag op de kamer van meneer S. De mbo’ers springen bij op een Covidafdeling van het Albert Schweitzer ziekenhuis. beeld Dirk Hol

Spatbril op, mondmasker voor, isolatiejas en handschoenen aan: de vierdejaarsstudenten Hannah (18) en Nimra (19) zijn klaar om kamer 14 binnen te gaan. Mevrouw is besmet met Covid, ligt op bed en heeft een zuurstofmasker voor. „We komen u even helpen”, zegt Hannah terwijl ze het bedtafeltje aan de kant schuift. „Hoe is het met u?” vraagt Nimra ondertussen. „Gaat alles goed?” Het gaat wel, beduidt de patiënte. Door het masker voor haar neus en mond kan ze niet zo makkelijk praten.

„De dames doen het goed, hoor”, zegt verpleegkundige Eva terwijl ze vanuit de sluis tussen de gang en kamer 14 het duo in de gaten houdt. „Ze zijn er nog maar sinds vanmorgen, maar volgens mij loopt het gesmeerd. We zullen als afdelingspersoneel veel gemak van hen hebben.”

„Zo, we laten u weer alleen”, zegt Nimra tegen de dame in het bed, terwijl ze diens pyjama netjes rechttrekt. „Heeft mevrouw haar medicijnen trouwens wel genomen”, vraagt Eva zich ondertussen af, terwijl ze wijst op een potje met pillenstrips. „Willen jullie dat even aan haar vragen?” „Wel die voor de schildklier”, antwoordt Hannah. „De rest moet dus nog”, concludeert Eva, terwijl ze het bakje met tabletten pakt. „Die moeten we dus nog even aan mevrouw geven.”

Ondertussen gooit Nimra het afval dat op de kamer ligt in een daarvoor bestemde plastic bak. „We gaan weer, hoor”, zegt ze, nadat de dame de pillen geslikt heeft. „Als er iets is, kunt u altijd bellen. Dan komen we er weer aan.” Een klein hoofdknikje is het antwoord.

Gezellig

Isolatiekleding en handschoenen verdwijnen in de gele prullenbak op de gang, een desinfecterend doekje gaat over de spatbril en het duo loopt naar de volgende patiënt. Voor de deur van kamer 16 hijsen de dames zich opnieuw in covid-ornaat –„pfff, wel erg warm dit”– en gaan ze aan de slag met de saturatiemeter om het zuurstofgehalte in het bloed van de patiënt te meten. Bereidwillig steekt meneer S. zijn hand uit, zodat de dames de meter op zijn wijsvinger kunnen klemmen. De patiënt vindt het zichtbaar gezellig dat het tweetal samen met een andere verpleegkundige van afdeling C2 langskomt. „Tot de volgende keer”, groeten de dames bij vertrek lachend, terwijl ze hun schorten in de daarvoor bestemde container stoppen.

„We zitten al helemaal in het ritme”, concluderen de meiden tevreden als ze weer buiten staan. „Vanmorgen hebben we al drie patiënten gewassen, nu kijken we volop met de rest van het personeel mee. Zo’n dag aan de slag in het ziekenhuis vliegt voorbij.”

Uniek

Eigenlijk zouden de twee verpleegkundestudenten en hun klasgenoten deze maandag niet in het ASz, maar gewoon in de lokalen van het Hoornbeeck College in Rotterdam moeten zitten. Sinds deze week springen in totaal 22 vierdejaarsstudenten verpleegkunde echter in duo’s bij op zes verschillende afdelingen –Covid en niet-Covid– van het ASz. De ene week gaat de eerste helft van de mbo-klas van maandag tot donderdag in het ziekenhuis aan de slag, de week daarop de andere helft. Vrijdag zijn alle leerlingen op school, wisselen ze ervaringen uit en hebben ze een normale lesdag. De samenwerking loopt tot februari 2022 – dan gaan de studenten op stage.

„Twee weken geleden hoorden we via onder ondere een van onze collega’s dat de druk in het ASz enorm opliep en dat het ziekenhuis stond te springen om extra handen aan de bedden”, vertelt Eline Baars, opleidingsmanager gezondheidszorg op het mbo in de Maasstad. „Met dat signaal moeten we iets doen, zeiden we als collega’s. We hebben zo veel handen die kunnen helpen.”

De opleidingsmanager legde contact met het ASz „en toen wij hoorden dat het Hoornbeeck aanbood om studenten te laten bijspringen waren we gelijk enthousiast”, zegt coördinerend verpleegkundige Hayet Naaktgeboren. „Het water staat ons aan de lippen. Het ziekteverzuim is hoog en het personeel loopt op de laatste benen. Alle hulp is welkom. Dit is een enorm mooi project.”

Niet alleen het ziekenhuis- en Hoornbeeckpersoneel, ook de studenten liepen direct warm voor het plan om hun steentje bij te dragen in het Dordtse ziekenhuis. „De klassenapp ontplofte”, zegt Baars, die samen met verpleegkundedocenten Ellen Orgers en Gerlinde van Linge verantwoordelijk is voor de samenwerking. „De studenten waren mega-enthousiast. Ontzettend leuk om te zien hoe iedereen er zijn schouders onder zette.”

Ingrijpend

Ze hebben er inderdaad heel veel zin in, benadrukken de tien studenten die maandag present zijn in de hal van het ASz. Het gelach is dan ook niet van de lucht. Toch zit er ook een klein nadeeltje aan het bijspringen in Dordrecht. „Ik moest vanmorgen wel heel vroeg op”, verzucht Rose. „Ik woon in Lienden, dus de wekker ging om kwart over vijf. Gelukkig heb ik een eigen auto, dus dat scheelt.” Iedereen is nu nog uitgerust, zegt Baars lachend. „Maar dat zal vrijdag wel anders zijn. Ik denk dat het dan in de loop van de dag behoorlijk stil wordt in het lokaal.”

„Het is vooral fijn dat we enkel hoeven te werken en geen opdrachten moeten maken”, zegt Marit. „Dat is altijd wel verplicht als we op stage zijn. En hier doen we enkel de basiszorg, dus we dragen niet zoveel verantwoordelijkheid. Dat is lekker. De combinatie met schoolwerk zal al druk genoeg zijn.”

Alle tien vinden ze het mooi om het zorgpersoneel te ontlasten. Tegelijkertijd weten ze dat het werk niet alleen maar leuk zal zijn. „We zullen ook best pittige dingen meemaken”, zegt Johanna. „Maar ik laat alles maar rustig op me afkomen.”

Ook Baars denkt dat de komende periode, waarin de mbo’ers in de frontlinie staan, best weleens heftig kan worden. „Daarom is er iedere dag een docent beschikbaar; de studenten kunnen altijd bellen.” Ook het ASz houdt een vinger aan de pols. Afdelingshoofd Hayet: „Voor sommige studenten is dit hun eerste kennismaking met het ziekenhuis. We willen ervoor waken dat ze niet afknappen op de zorg omdat het werk te zwaar wordt.”

Aanpoten

Wat Naaktgeboren betreft gaan meer ziekenhuizen en verpleegkundeopleidingen samenwerken nu code zwart in sommige gevallen dreigt. „De studenten doen ervaring op, verdienen een zakcentje en doen ontzettend nuttig werk. Een gouden formule, wat mij betreft.”

Ook op C2, de Covidafdeling waarop Nimra en Hannah werken, zijn de zorgmedewerkers blij met de komst van de studenten. „Hun hulp is meer dan welkom”, zegt verpleegkundige Mariska, terwijl ze samen met haar collega’s en de twee Hoornbeeckers een bakje koffie drinkt. „De meiden gaan ons een behoorlijk deel van de basiszorg uit handen nemen. Cliënten wassen, temperatuur opnemen, bloeddruk meten: het scheelt ons een hoop tijd dat Nimra en Hannah dat kunnen doen.”

En tijd, dat kan het personeel goed gebruiken. „Het is echt aanpoten”, zegt Mariska. „C2 was altijd een chirurgieafdeling, maar is nu een Covidafdeling. Dat verschil in zorgzwaarte is enorm. En het werk is ook mentaal zwaarder. Op chirurgie overleed sporadisch iemand, hier komt het voor dat meerdere patiënten per dag overlijden. Dat is behoorlijk pittig.” Hannah en Nimra maken zich echter nog niet op voorhand druk. Hannah: „Als het echt te zwaar wordt, trek ik wel aan de bel. Maar vooralsnog heb ik vooral heel veel zin in de komende twee maanden.”

Meer over
Corona

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer