Bedreigers premier Rutte en minister De Jonge veroordeeld
Twee mannen zijn woensdag veroordeeld voor het bedreigen van demissionair premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) op sociale media.
De 53-jarige Huig P. uit Katwijk kreeg van de politierechter in Den Haag tien weken cel opgelegd en Barry K. (29) uit Rijnsburg acht weken.
De bekende activist P. plaatste op 2 november op Twitter een foto van een auto met twee lijkzakken en de tekst ”Sorry mensen, de persconferentie gaat niet door vanavond”. Volgens het OM een rechtstreekse bedreiging, waarvan beide bewindslieden aangifte deden.
Terwijl zo’n veertig sympathisanten van P. voor de rechtbank protesteerden tegen het proces, waarvan het geluid doordrong in de rechtszaal, verwierp P. die aanklacht bij de rechter. „Het plaatje ging massaal rond op sociale media. Ik zag dat ding voorbijkomen, schoot in de lach en plaatste het.”
De officier van justitie vond dat P. een „scherpe mening” mocht hebben. „Maar hij zoekt het randje van het toelaatbare op.” Hij eiste drie maanden cel, waarvan een maand voorwaardelijk.
De rechter oordeelde dat sprake was van bedreiging. „Politici staan voor moeilijke keuzes en daar mag je het hartgrondig niet mee eens zijn. Maar er zijn grenzen en die zijn ruimschoots overschreden door u.” P. kreeg tien weken cel, waarvan vier weken voorwaardelijk. Verder kreeg hij een contactverbod, waardoor hij uit de buurt moet blijven van de bewindslieden.
Ook Barry K. uit Rijnsburg werd schuldig bevonden aan bedreiging. De 29-jarige plaatste onder een Facebookbericht van minister De Jonge een bewerkte foto van de doodgeschoten politicus Pim Fortuyn, waarbij het gezicht was vervangen door dat van De Jonge. De rechter legde hem acht weken cel op, waarvan vier voorwaardelijk. Tegenover de politie verklaarde de minister dat hij bang werd dat „anderen werden aangezet om iets te doen tegen mij.”
Niet bedoeling
Volgens de Rijnburger had hij „nooit de bedoeling om iemand te bedreigen, zeker minister De Jonge niet”, zo vertelde hij de rechter in Den Haag. K. zegt dat hij de „lolbroek” wilde uithangen en de foto in een opwelling plaatste. „Ik had er verder geen bedoelingen bij. Meer dan dom. Ik had het zeker niet gedaan als ik er beter over had nagedacht.”
De rechter sprak K. vrij van opruiing, maar achtte hem schuldig aan bedreiging van De Jonge.