Ex-waarnemer Scherpenzeel stapt naar rechter over ontslag
Oud-waarnemend burgemeester Eppie Klein (SGP) van Scherpenzeel stapt naar de rechter om zijn ontslag als waarnemer ongedaan te laten maken. Tegelijkertijd maakt zijn advocaat bij de Gelderse commissaris van de Koning John Berends bezwaar tegen de gang van zaken rond het ontslag. Berends ontsloeg Klein op 7 oktober, direct nadat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken had besloten dat de gemeente Scherpenzeel zelfstandig mag blijven, iets waartegen de provincie Gelderland jarenlang heeft gestreden.
Volgens advocaat en arbeidsrechtdeskundige Arjan Klaassen mocht Berends Klein helemaal niet ontslaan. De commissaris zegt zelf dat hij dat recht heeft, omdat hij ook degene is die waarnemend burgemeesters mag benoemen. Maar Klaassen stelt dat een ontslagbevoegdheid nergens beschreven staat. En als het wel zo zou zijn, zegt Klaassen, dan moet de gemeenteraad daarover ingelicht worden, net zoals dat gebeurt bij een benoeming. Dat is niet gebeurd en daarom deugt de procedure niet.
Bovendien is het besluit tot het onmiddellijke ontslag niet zorgvuldig genomen volgens de raadsman. „Het was gebaseerd op subjectieve, persoonlijke stellingen die feitelijk onjuist zijn.” Berends en Klein kregen ruzie over een mail vanuit het gemeentehuis van Scherpenzeel. Volgens Berends handelde Klein „niet betrouwbaar, niet open en niet zuiver”, maar Klein zegt dat hij zich „niet veilig voelde om openhartig met de commissaris te spreken.”
Klaassen wil dat de rechter op de kortst mogelijke termijn een voorlopige voorziening treft. „Als de rechter het ontslag terugdraait, is mijn cliënt dus niet ontslagen en nog steeds waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. Die taak wil hij dan wel weer vervullen, omdat de gemeente een burgemeester hard nodig heeft en hem ook zeer steunt.” De advocaat rekent er op dat de commissaris niet ondertussen een nieuwe waarnemend burgemeester voor Scherpenzeel benoemt.
Voor zover bekend is een waarnemend burgemeester nooit eerder per direct ontslagen door een commissaris van de Koning. Bestuurlijk Nederland volgt de rechtszaak met argusogen, want elke waarnemer zou in zo’n conflict terecht kunnen komen als niet duidelijk is wat een commissaris wel of niet zelfstandig mag beslissen.