Noviye Ljoedi: fris en jong of aan leiband Poetin?
In de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 17-19 september in Rusland loopt een nieuwe partij zich warm: Noviye Ljoedi (Nieuwe Mensen). Critici vragen zich echter af hoe onafhankelijk de partij is.
Een frisse en jonge kandidatenlijst, een gelikte vormgeving en veelbelovende slogans: de campagne van de nieuwe partij Noviye Ljoedi zal weinig jongeren in Rusland de afgelopen maanden zijn ontgaan. Vooral via Instagram en TikTok worden in de aanloop naar de Doemaverkiezingen doelen uit het partijprogramma gepromoot in korte filmpjes met bekende influencers van sociale media.
„Wij zijn een partij voor vrije en hedendaagse mensen”, zegt Jevgeni Kirillov in een promotievideo voor Noviye Ljoedi. Hij is zo’n influencer, een presentator van evenementen in binnen- en buitenland en sinds kort één van de vertegenwoordigers van Noviye Ljoedi. „We willen degenen vertegenwoordigen wiens stem vandaag de dag gewoonweg niet wordt gehoord. Dat soort mensen, dat weet u zelf, zijn er heel veel”, zegt hij.
Onmogelijk
Het klinkt voor veel Russen prachtig – een eigentijdse partij die opkomt voor het volk. Maar het verhaal van Noviye Ljoedi is eigenlijk te mooi om waar te zijn. De partij werd vorig jaar in een halfjaar tijd opgericht en wist vervolgens midden in een pandemie in minstens tien Russische regio’s voet aan de grond te krijgen. De registratie stuitte kennelijk nergens op noemenswaardige problemen. Andere oppositiepartijen hebben wel andere ervaringen.
„Alleen al vanwege deze feiten mag men ervan uitgaan dat de partij is opgericht om stemmen van andere oppositiepartijen te trekken”, is het oordeel van Maksim Kroegljov in een interview met Deutsche Welle. Het Moskouse gemeenteraadslid voor oppositiepartij Jabloko stelt dat de oprichting van de partij „praktisch onmogelijk” zou zijn geweest zonder steun van het Kremlin.
Opvallend is dat de leider van Noviye Ljoedi, Aleksej Netsjajev, zich niet of nauwelijks kritisch uitlaat over Poetin of de regeringspartij Verenigd Rusland. In een interview met Deutsche Welle benadrukt Netsjajev dat Poetin tenminste meer voor de Russische maatschappij heeft betekent dan Navalni.
De achtergrond van Netsjajev roept bij critici ook bedenkingen op. Volgens de onafhankelijke Novaya Gazeta is hij met een inkomen van 4,4 miljard roebel (51 miljoen euro) in 2020 schatrijk, een aanwijzing dat hij het label oligarch verdient en (dus) nauwe banden heeft met het Kremlin.
Ook Aleksej Navalni, de Russische oppositieleider die begin dit jaar werd veroordeeld tot 2,5 jaar in een strafkolonie, ziet Noviye Ljoedi als een project van het Kremlin zelf. Het zijn „schurken” net als de rest van het „Kremlinsysteem”, oordeelde hij vorig jaar op zijn eigen youtubekanaal. „Er verschijnt een opvallende nieuwe partij, die direct toestemming krijgt, terwijl wij onze partij, met verschillende namen die telkens worden gejat, al negen keer hebben proberen te registreren.”
Tactiek
De oprichting van Noviye Ljoedi lijkt zo gezien de zoveelste manier van Poetin en Verenigd Rusland om de macht in Rusland ook na de Doemaverkiezingen te behouden. Andere middelen die de president inzet zijn onder meer het uitkeren van een extra 10.000 roebel (115 euro) aan elke pensioengerechtigde begin deze maand en de druk van Russische (staats)bedrijven op hun werknemers om te gaan stemmen.
Zeker sinds de verhoging van de pensioenleeftijd in 2018 is Verenigd Rusland sterk gezakt in de peilingen: de partij staat op nog geen 30 procent van de stemmen. Noviye Ljoedi moet kennelijk de wind uit de zeilen van andere partijen halen, zoals de Communistische Partij van Gennadi Zjoeganov en de nationalistische en populistische partij LDPR van Vladimir Zjirinovski. Die partijen behoren tot de zogenaamde systeemoppositie, partijen die worden gedoogd door het Kremlin en bijna altijd meestemmen met Poetins Verenigd Rusland partij. Als die partijen te groot worden, neemt de kans echter toe dat ze hun eigen koers gaan varen.
Bovendien is het doel van Noviye Ljoedi om de Russische jeugd, die de afgelopen jaren vaak uit onvrede de straat op ging, naar de stembus te trekken. Het moet echter blijken of jongeren nog enig vertrouwen in de politiek hebben.