Omwonenden Tata Steel blootgesteld aan veel schadelijke stoffen
Mensen die in de buurt van Tata Steel in IJmuiden wonen, worden blootgesteld aan veel meer schadelijke stoffen dan mensen die ergens anders wonen. De hoeveelheid lood is zelfs zo hoog dat het gevolgen kan hebben voor de gezondheid van omwonenden, dit overschrijdt de zogeheten gezondheidskundige grenswaarde. Dat geldt ook voor zogenoemde polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft eind vorig jaar op tientallen plekken in Wijk aan Zee, Beverwijk, Velsen, IJmuiden en Heemskerk neergedwarreld stof verzameld. Dat gebeurde zowel op straat als bij mensen in huis. De samenstelling van de stofdeeltjes werd geanalyseerd in een laboratorium. De monsters werden vergeleken met stof dat was verzameld in Amersfoort, De Rijp (bij Alkmaar) en De Zilk (bij Noordwijk). Die plaatsen liggen ver van Tata Steel.
In het stof in Wijk aan Zee werd ongeveer 900 keer zo veel vanadium, 160 keer zo veel mangaan en 150 keer zo veel ijzer gemeten als buiten de IJmond. „Dit geldt vooral voor de locaties die het dichtst bij het terrein van Tata Steel liggen”, aldus het RIVM. Andere stoffen die veel zijn gemeten in de buurt van Tata Steel zijn chroom, magnesium, nikkel, arseen, cadmium, aluminium, calcium, strontium, barium, koper, kobalt en zink.
Binnen in de huizen waren de niveaus van de stoffen lager dan buiten op straat, maar ook hier was het hoger dan buiten de IJmond. Zo was de hoeveelheid lood binnenshuis in Wijk aan Zee tot meer dan honderd keer zo hoog als in Amersfoort.
Een stof als lood is heel schadelijk voor de gezondheid, vooral bij kinderen. Als mensen er langdurig aan worden blootgesteld, kunnen ze schade aan hersenen en zenuwen oplopen. Ook de andere stoffen kunnen slecht zijn voor de gezondheid. Het RIVM kan niet zeggen hoeveel mensen een ziekte als kanker zullen krijgen door de vervuiling. „Het is niet zo dat mensen meteen ziek worden als ze iets binnenkrijgen, maar het is een blootstelling die je niet moet willen. Elke blootstelling kan het risico een beetje verhogen. Dat risico is aan de kleine kant, maar het is er wel”, zegt onderzoeksleider Janneke Elberse van het RIVM.
Niet fair
Het RIVM heeft geen metingen gedaan bij de schoorstenen van Tata zelf, maar de resultaten „geven een indicatie dat een aanmerkelijk deel van het neergedaalde stof afkomstig is van het terrein van Tata Steel”. Verder onderzoek moet daar meer duidelijkheid over geven. Maar stoffen als ijzer, mangaan, vanadium en chroom „zijn typerend voor de staalindustrie. We hadden kunnen zeggen ‘dat onderzoeken we nog’, maar dat vonden we ook niet fair. We vonden het van belang om deze uitspraak al wel te doen”, aldus Elberse.
De omwonenden van Tata Steel zijn niet te spreken over het onderzoek naar vervuiling in het gebied, omdat het RIVM geen metingen verrichte bij de schoorstenen. „Wij hebben niets aan dit onderzoek omdat niet aan de bron is gemeten”, zegt Stichting Schapenduinen van ondernemer Jan de Jong.
In een reactie stelt Tata Steel te „begrijpen dat er zorgen leven in de omgeving” van de fabriek in IJmuiden. Tata zegt het RIVM-rapport te bestuderen en reageert daarom nog niet inhoudelijk op de uitkomsten.
In een eerste reactie laat het staalbedrijf wel weten: „We streven ernaar om de impact van de processen op de omgeving te minimaliseren, dat is een continu proces.” Daar steekt Tata naar eigen zeggen honderden miljoenen euro’s in. „De maatregelen die de afgelopen jaren al zijn genomen hebben er inmiddels toe geleid dat de emissies van onder meer stof en geluid in de omgeving flink zijn afgenomen.”
Landelijke politiek
De provincie Noord-Holland wil dat de landelijke politiek in actie komt naar aanleiding van het rapport. „De grenzen zijn bereikt en er zijn forse keuzes nodig. Wij spannen ons als provincie, gemeenten en omgevingsdiensten maximaal in, met alles wat ons ter beschikking staat. Maar er is meer nodig”, stelt gedeputeerde Jeroen Olthof (PvdA, gezondheid).
Olthof zegt dat de huidige regels niet voldoen, „wij lopen tegen de grenzen van onze mogelijkheden aan”. Hij wil daarom dat het Rijk „aanvullende maatregelen, ook financieel” neemt.
De gedeputeerde vraagt zich ook af of de staalindustrie in de IJmond kan blijven bestaan. „Wat mij betreft alleen nog als de nadelige effecten op de gezondheid en de leefomgeving zo snel mogelijk en zoveel mogelijk verminderen.”