Sliedrechter (29) stapt over van beveiliging computers naar coronazorg
Van de IT-wereld naar de zorg: het lijkt misschien een heel verschil, maar Kees van Hartingsveldt maakt de overstap en wil beide met elkaar gaan verbinden. „Ik heb ervaren dat mijn weg zo geleid is.”
Nadat het coronavirus in Nederland in volle hevigheid uitbrak, sprongen veel mensen bij in de zorg. Zo ook de 29-jarige Kees van Hartingsveldt uit Sliedrecht. Eerst zet hij zich in bij een coronahuisartsenpost, later in 2020 op twee verpleegafdelingen van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en sinds januari in de vaccinatiestraten. Het leidt ertoe dat hij zijn baan opzegt en opnieuw de schoolbanken ingaat, om de opleiding verpleegkunde vanaf dit schooljaar te gaan volgen.
Alweer zo’n acht jaar is Van Hartingsveldt werkzaam in de cyber security. Dat houdt in dat hij verantwoordelijk is voor digitale veiligheid, in zijn geval bij Damen Shipyards. In de eerste jaren zorgde zijn baan geregeld voor adrenalinekicks, vertelt hij. „We hadden aanvallen van ransomware, dat is software die je bestanden probeert te gijzelen. Maar door verdedigingsmaatregelen zijn onze bestanden nu veel veiliger en is het werk niet zo spannend meer.”
Het werken in de zorg geeft Van Hartingsveldt wel de uitdaging die hij leuk vindt, vooral omdat hij met mensen gaat werken. Daarom wil hij na zijn opleiding het liefst op de spoedeisende hulp aan de slag.
Maar spanning is zeker niet de enige reden waarom hij deze stap maakt. „Ik heb ervaren dat mijn weg zo geleid is.” Grote gebeurtenissen –„life-events” noemt Van Hartingsveldt ze–, maar ook kleine hebben een rol gespeeld in zijn beslissing. „Het begon op mijn werk, waar ik EHBO’er werd. Daarnaast was ik hulpverlener bij evenementen en lid van een nationaal noodhulpteam, dat bij ernstige rampen ingezet kon worden. Zo ben ik de coronabestrijding ingerold.”
Getrouwd
In zijn persoonlijke leven maakt Van Hartingsveldt ondertussen grote gebeurtenissen mee die zijn besluit beïnvloeden. Hij noemt het „een vervroegde dertigerscrisis. Ik ging op mezelf, mijn vader overleed en daarna ben ik getrouwd. Dat alles bij elkaar bracht me bij de vraag: het werk dat ik nu doe, vind ik dat wel leuk en draagt het iets bij aan de maatschappij?”
Toch waren al die zogeheten life-events niet doorslaggevend. „Ik wachtte op een duidelijke boodschap van Boven, dat ik mijn leven om moest gooien. Tot ik me realiseerde dat ik misschien wel zat te wachten op iets dat nooit zou komen.” Wel kwam er een „woord op zijn tijd”, zoals Van Hartingsveldt dat noemt. Allereerst in de vorm van een RDMagazine. „Op 9 januari stond die in het teken van school en beroep. Een jongen die als ambachtsman aan de slag ging, vertelde zijn verhaal. Ik herkende me er heel sterk in. Vooral dat mensen tegen hem zeiden: „Zou je dat wel doen? Want je gooit zoveel weg.” Terwijl ik juist mijn expertise wil meenemen.” Ook mensen die in de zorg werken, deden hun verhaal in dat nummer. „Dat maakte veel bij me los. Het heeft me aan het denken gezet. Ik ben gaan worstelen met de vraag of ik dan moest overstappen naar de zorg.”
Door al die gebeurtenissen besluit Van Hartingsveldt zijn baan op te zeggen en zich in te schrijven voor de opleiding verpleegkunde aan de Hogeschool Rotterdam. En de boodschap van Boven dan? Die komt alsnog, maar achteraf, ervaart hij. „De avond nadat ik op mijn werk had meegedeeld dat ik ging stoppen, zat ik in een rouwproces. Ik ga mijn werk en collega’s toch missen. Maar toen lazen we van Abrahams roeping. Hij werd geroepen door een onbekende God en toch luisterde hij. Daarna zongen we het lied ”Heer, wees mijn Gids”. Opnieuw een woord op zijn tijd. Het bevestigde me in mijn keuze.”
De eerste twee jaar is de opleiding verpleegkunde voltijds. Daarna krijgt Van Hartingsveldt de keuze om voltijd of in deeltijd verder te studeren. Hij hoopt dat hij dan wordt aangenomen op een plek voor werken en leren, zodat hij geld kan gaan verdienen. Want de financiële situatie is nu onzeker, erkent hij. „Misschien moet ik een bijbaan gaan zoeken, zodat we rond kunnen komen. Maar de Heere zal ook zorgen voor onze financiële toestand. Ik moet leren alles wat los te laten.”
Van Hartingsveldt wil graag zijn kennis op het gebied van digitale veiligheid meenemen de zorg in. „We hebben een personeelstekort in Nederland. Het wordt tijd om slimmer te gaan werken. De zorg kan niet langer heen om automatisering. Bepaalde handelingen zijn simpel te digitaliseren. Zo zouden we meer moeten inzetten op thuismonitoring.”