Bij Sola Scriptura, het Utrechtse dispuut van studentenvereniging CSFR, is de trend dat jongeren langer thuiswonen zeker zichtbaar, ziet praeses Gert-Jan den Hertog (22). „Van de eerstejaarsleden woont zo’n 10 tot 30 procent op kamers, in het tweede jaar stijgt dat naar 30 tot 60 procent en in het derde jaar woont 50 tot 80 procent in Utrecht.” Die cijfers lagen eerdere jaren zo’n 10 procent hoger. „Zeker in het coronajaar stelden mensen het op kamers gaan uit.” In totaal woont ongeveer tweederde van de ‘Solisten’ op kamers, schat de praeses.

Bij Viatoria, de studentenkring van Ede-Wageningen die uitgaat van de Gereformeerde Gemeenten, woont ook de meerderheid van de leden op kamers. Ongeveer 80 procent, schat contactpersoon Sanne Boonzaaijer (24). „En de thuiswoners wonen allemaal redelijk in de buurt. Ik denk dat degene die het verst weg woont, maximaal een halfuur onderweg is.”

Bij Solidamentum in Gouda is het precies andersom, zegt kringsecretaris Jacob Molenaar (19). Zo woont het hele bestuur, inclusief de secretaris zelf, thuis. „In totaal woont zo’n 80 procent van onze leden thuis. Thuiswoners kennen vaak minder christelijke studenten in hun studiestad en zoeken die contacten sneller op een vereniging.”

Ongedwongen

Of thuiswoners minder binding met de studentenvereniging hebben? Den Hertog van Sola Scriptura kan zich dat wel voorstellen. Hij ziet in de praktijk dat de studenten die in Utrecht wonen na een kringavond langer blijven plakken. „Mensen die thuis wonen, willen hun laatste bus of trein niet missen en moeten dus altijd uiterlijk om een bepaalde tijd weg. Zo missen ze een groot gedeelte van de ongedwongen gesprekken die na de lezing of Bijbelstudie plaatsvinden, terwijl die momenten juist belangrijk zijn voor de binding.”

Zowel Boonzaaijer van Viatoria als Molenaar van Solidamentum denkt dat het verschil in binding tussen thuiswoners en uitwonende studenten reuze meevalt. Molenaar: „Juist doordat een groot gedeelte van de leden niet op kamers woont, zitten veel mensen in hetzelfde schuitje.” Het enige verschil dat de kringsecretaris kan noemen, is dat de zelfstandig wonende studenten elkaar vaker zien. „We hebben een aantal leden die samen in de studentenkamers van Huize Winterdijk wonen. Ik kan me voorstellen dat die dan algauw een vriendengroepje binnen de grote club vormen.” Maar dat is niet per se verkeerd, meent hij. „Dat heb je altijd, zeker met een groepsgrootte van 80 leden. En het is niet erg, want het beïnvloedt bij ons niet de algemene eenheid van de groep.”

Molenaar denkt dat sommige thuiswoners zelfs juist de trouwste leden zijn. Degenen die in Gouda op kamers zitten, breiden hun netwerk sneller uit, ook buiten de vereniging, verklaart hij. „Mensen van buitenaf zijn in dat opzicht afhankelijker van Solidamentum en willen er waarschijnlijk meer sociale contacten uithalen.”

Daar denkt Boonzaaijer anders over. „Thuiswoners hebben al een sociaal netwerk in de buurt. Studenten die op kamers gaan, moeten opnieuw beginnen met contacten opbouwen. Zij zijn afhankelijker van de kring om andere jonge christenen te ontmoeten.”

Veel studentenverenigingen hebben regels opgesteld voor hun leden. Het gaat onder andere om het aantal keren zij bijeenkomsten moeten bijwonen. In hoeverre zijn regels voor thuiswoners soepeler dan voor anderen? „Alleen het eerste jaar hebben mensen verplichtingen”, nuanceert Molenaar. „Dan moeten ze bijvoorbeeld vóór de kerstvakantie per se drie kringavonden hebben bijgewoond.” Niettemin houdt Solidamentum wel rekening met de reistijd van degenen die van verder weg komen: avonden zijn standaard om 22.00 uur afgelopen.

Borrels

Bij Sola Scriptura gelden verplichtingen ook alleen voor eerstejaars. Thuiswoners zijn daarvan niet uitgezonderd. „Nieuwe leden moeten het eerste halfjaar 80 procent van de activiteiten bijwonen om lid te worden”, verklaart Den Hertog. „Dat is prima te doen. Als ze één avond per week aanwezig zijn, halen ze dat makkelijk. En als ze dat teveel vinden, is Sola waarschijnlijk ook niks voor ze.”

Wel komt de vereniging thuiswoners tegemoet door sommige activiteiten al om 18.00 uur te laten beginnen en rond 23.00 uur te laten stoppen. De borrels daarna duren soms tot in de kleine uurtjes, maar zijn wel vrijblijvend. Ook kunnen thuiswoners altijd logeren bij leden die wel in Utrecht wonen. Den Hertog raadt hen dat ook aan. „Op die manier leer je andere Solisten nóg beter kennen. Dat versterkt je band met de kring zeker.”