„Jagen kun je alleen als je van de natuur houdt”
Al zijn vrije tijd brengt hij door op het veld. Voor William van Kralingen (25) uit Lienden is jagen niet zomaar een hobby, het is een levensstijl. Schieten is er maar een klein onderdeel van. Dieren tellen, de natuur observeren, overleggen met boeren over ganzen op de akkers; het werk van de jager is veelzijdig.
Steeds meer mensen grijpen naar het geweer. Maar wie zijn jachtakte wil halen, moet zich snel aanmelden voor de verplichte jachtcursus. Plaatsen zijn zo vol. Waar afgelopen jaren gemiddeld 900 jagers deelnamen aan de opleiding, waren het er vorig jaar zo’n 1000. Dat meldde de Jagersvereniging onlangs.
Starten met jagen gaat niet zomaar. Een nieuwbakken jager moet eerst slagen voor de cursus ”jacht- en faunabeheer”, een akte aanvragen en een wapenvergunning regelen. Voor dat laatste zijn strikte regels opgesteld. Zo moet de aanstaande wapeneigenaar een psychologische test ondergaan en zijn geweerkluis stevig aan de muur schroeven – tegen diefstal. Om te jagen moet je volgens Van Kralingen ook een echte natuurliefhebber zijn. „Anders ga je niet om 4.00 uur naar buiten.” De jager vindt het buitenleven geweldig. „Zonsopgangen, reekalfjes, wilde zwijnen; de schepping is zo mooi.”
Volgens de twintiger heeft jagen hier altijd een doel: schadebestrijding of natuurbeheer. Bij het eerste verhoeden jagers dat gedierte de oogst van de boer opeet; bij het tweede zorgen ze ervoor dat het landschap niet overbevolkt raakt. Dat voorkomt onder meer dat dieren omkomen door voedseltekort.
Al vanaf zijn zestiende is Van Kralingen in jachthutten te vinden. Toen had hij nog geen jachtakte, dus kogels afvuren was er niet bij. Vorig jaar behaalde hij wel zijn papiertje. Nu heeft hij zelf een hagelgeweer. Een kogelgeweer en een jachthond staan nog op zijn verlanglijstje.
Op vogels schieten jagers met hagel; op reeën, zwijnen en vossen vuren ze kogels af, legt Van Kralingen uit. „Voor iedere diersoort zijn er jachtregels.” Naast die geschreven regels houden alle jagers zich aan een ongeschreven erecode: de ”weidelijkheid”. Van Kralingen: „Dat houdt onder meer in dat we niet op moederdieren schieten.”
Dierenliefde is een veelgehoorde motivatie achter de code. Voor Van Kralingen, als christelijke jager, komt daar nog bij dat hij zich als rentmeester verantwoordelijk voelt. „Het is mooi om actief voor de schepping te kunnen zorgen.”